vrijdag 24 september 2010

GEHOORZAAMHEID is nog steeds de sleutel

-












Leven in harmonie met God
Veel wordt er geschreven en gesproken over de mentale, morele en geestelijke toestand van de tegenwoordige generatie. Velerlei factoren worden beschouwd de grondoorzaak[1] te zijn van de toestand waarin wij ons als volk bevinden. Zoals het ook in het verleden ging, worden vele middelen aangedragen die genezing zouden moeten brengen en men wijt doorgaans het gewelddadig gedrag van zoveel jonge mensen aan verveling, leegheid en aan het ontbreken van een waardevol doel om voor te leven. En hierin schuilt een heleboel waarheid. Want voor de oprechte christen is het een aanvaard feit dat het Gods wil is dat wij voortdurend zullen GROEIEN.
Maar wij zijn geen robots. Want, naar het Goddelijk plan, is het doel voor ons niet alleen om schepselen van God te zijn door de schepping, maar om zonen en dochters van de levende God te worden door HERschepping (wedergeboorte) en door te leven in harmonie en gemeenschap met Hem. Dit betekent een voortdurende eenheid met Hem, in gehoorzaamheid aan Zijn wil, want alleen God, Die ons heeft geschapen, weet waarvóór Hij ons gemaakt heeft! In dit verband kunnen wij zeggen, dat GEHOORZAAMHEID de sleutel is tot het doel, de zin en tot de echte groei van het leven in de nieuwe staat. Wie het Woord van God met de juiste instelling leest, zal zien dat de noodzaak van gehoorzaamheid ons daarin van het begin tot het eind wordt voorgehouden. Gehoorzaamheid van onze zijde is de sleutel tot al wat God kan en wil doen van Zìjn kant! En deze sleutel hebben wìj in onze hand; het ligt geheel besloten in onze eigen wil. Het gaat hier om iets wat wij zèlf moeten doen. En als wij die sleutel gebruiken in harmonie met Gods wil, zullen de beloofde resultaten volgen, zo zeker als de dag op de nacht volgt.
In de gehoorzaamheid aan God ligt de oplossing voor de vele problemen waarmee de mens vandaag de dag te maken heeft.

“Op Uw Woord”
Wij denken aan de tijd toen de discipelen van Jezus terugkwamen van een lange nacht van vissen, zonder wat gevangen te hebben. Voor hen was het op het eerste gezicht een verspilde nacht. Ongetwijfeld waren zij gefrustreerd, teleurgesteld en maakten zij zich zorgen, want vissen was hun werk, hun broodwinning. Toen zij bij de kust kwamen, stond Jezus daar, Die, vreemd als het scheen, hun een wonderlijk bevel gaf: “Vaar naar het diepe gedeelte en werp uw netten uit om te vangen” (Luk. 5:4b, HSV). Kon er, oppervlakkig bekeken, voor deze vermoeide, gefrustreerde en teleurgestelde mannen iets nuttelozer lijken als het opvolgen van dit bevel? Petrus echter gebruikte de sleutel, want hij antwoordde: “Meester, wij hebben heel de nacht hard gewerkt en niets gevangen, maar op Uw Woord zal ik het net uitwerpen (Luk. 5:5b, HSV). En het resultaat is ons allen bekend. Maar laten wij niet vergeten, dat dit te danken was aan het gebruik van de sleutel: “Op Uw Woord zal ik het doen”.
Dit is de manier van denken en handelen die vereist wordt van de volgelingen van Christus. Het Woord (van God):
• heeft nimmer gefaald,
• heeft nimmer iemand laten vallen,
• is in de ervaring nooit verkeerd gebleken,
• heeft nooit iemand bedrogen in de hele menselijke geschiedenis.
Denk hier ernstig over na! Want is het niet een feit, dat het in de gehele menselijke historie telkens “andere woorden” zijn geweest die individuen en volkeren zelfs naar de ondergang hebben gevoerd?!
Door de eeuwen heen is niets zo goed en betrouwbaar gebleken als GEHOORZAAMHEID aan Gòds Woord!

Absolute gehoorzaamheid
Dus blijft er in de hedendaagse situatie maar één ding over en dat is: te komen tot het punt waar wij met ernst en vastberadenheid zullen zeggen “op Uw Woord zal ik” en het dan te doen. Niet, zoals zo vaak voorkomt: “Op Uw Woord... zal ik erover nadenken” of “op Uw Woord... zal ik proberen het juiste gevoel te krijgen”. Zoveel “moderne” christenen willen aan wat God zegt dat zij moeten doen hun eigen uitleg geven; zij trekken de gehoorzaamheid aan God in de gevoelssfeer. Vandaar, dat wij zoveel “gevoels-godsdienst” om ons heen zien en zo weinig kennis van de werkelijkheid van God. De wil spreekt het beslissende woord! Petrus zei: “maar op Uw Woord zàl ik”. Is het niet juist DIT element dat gemist wordt in de hedendaagse situatie? Het komt aan op ABSOLUTE GEHOORZAAMHEID aan Gods wil. Velen zijn bereid om te doen wat men noemt ‘christelijk werk’, maar men is niet bereid om Gods wil te doen!! Het “ik” staat in het middelpunt, niet de wil van de Vader. Terwijl het toch Gòd is Die het middelpunt moet zijn in de ware christelijke ervaring.

Moed vereist
Kennelijk is er MOED voor nodig om de wil van God te doen. Maar daar komt het toch telkens op aan als wij willen leven overeenkomstig het Woord van God?! Is er geen moed, geen durf voor nodig om te doen wat anderen voor onmogelijk achten? Vele dingen zijn bij de mens onmogelijk. Maar bij God zijn alle dingen mogelijk. Per slot van rekening behoren de volgelingen van de moedigste Mens Die ooit geleefd heeft – de Here Jezus Christus – de meest moedige onder de mensen te zijn! Hebben wij weleens stilgestaan bij dit aspect van het leven van onze Heer, in volledige gehoorzaamheid aan Zijn Vaders wil? Het heeft van Hem een moed gevraagd zoals nooit eerder en ook daarna niet op deze aarde is gekend. Zelfs voor Jezus was GEHOORZAAMHEID de sleutel! En als het voor Hem gold, zou het dan voor ons anders zijn? Of zouden wij het wat makkelijker hebben? Neen, als ware christenen hebben wij geen andere keus. Gehoorzaamheid aan de stem van God is de sleutel tot alle groei, geluk, welslagen en vervulling in ons leven. Daar is geen andere weg. En daar is geen andere sleutel die het geheim kan ontsluiten van de oplossing van het toenemend aantal problemen waarmee wij in ons leven te maken krijgen. Daar is in de wereld van vandaag, en vooral voor de volkeren te midden waarvan wij leven, niets zo urgent als het actief gehoor geven aan de geopenbaarde wil en het geopenbaarde Woord van God, zoals wij die vinden in de Heilige Schrift en in Gods geliefde Zoon Jezus Christus, de Heer.

Rev. J.W. Shenton
[2]

[1] Grondoorzaak = De eerste of voornaamste oorzaak en/of de diepere oorzaak.
[2] Vertaald en overgenomen uit het Engelstalige blad “The Link” door "De Tempelbode" van september 1983.

GEHOORZAAMHEID is nog steeds de sleutel

donderdag 23 september 2010

Boekbespreking 17: De Tabernakel van Israël




Gods profetisch model van de geestelijke ontwikkelingen van een waarachtig kind van God tot in alle volmaaktheid toe.

Een Bijbelstudie van Bijbelleraar E. van den Worm,[1]
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Inleiding:
Tabernakel betekent letterlijk tent tot bewoning.
Mozes ontving (ca. 1250 jaar voor de geboorte van Christus) de Goddelijke opdracht tot de bouw van de Israëlitische tabernakel, opdat Hij in dit bouwwerk, dat het Koninkrijk van God op aarde symboliseerde, te midden van Zijn volk Israël kon wonen, omdat de persoonlijke inwoning (van Gods Heilige Geest) in de mens destijds in het Oude Verbond nog niet mogelijk was.
Exod. 25:8-9 "En zij zullen Mij een heiligdom maken, en Ik zal in hun midden wonen. Gij zult het maken overeenkomstig alles wat Ik u toon, het model van de tabernakel (d.i. tent of woning) en het model van al zijn gerei (of: benodigdheden)."
Nu woont God niet meer in een tent van stof of in een gebouw van mortel en steen, zoals een tempel of Kerkgebouw, maar in de zich tot God bekeerde en overgegeven mens, eerst in zijn lichaam, en als hij geestelijk gegroeid is, ook in zijn ziel en geest.
1 Kor. 6:19 "Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?"
Nochtans vormt deze tabernakel, dit heiligdom, dat God door Mozes liet maken, voor ons in het Nieuwe Verbond een door God gegeven patroon (of: model) van de geestelijke ontwikkelingen van een waarachtig christen hier op aarde, waardoor wij een juist inzicht verkrijgen van Gods wil en weg, die wij hebben te gehoorzamen en te bewandelen om te kunnen groeien in Zijn genade tot in al de volmaaktheid van Gods wil en zegeningen toe. Daarom is het goed om de geestelijke lessen, die deze tabernakel ons geeft, ter harte te nemen om een juist inzicht te hebben in al de wil van onze almachtige God. Wij vormen nu dus een geestelijk gebouw, waarin Gods Geest in al Zijn volheid wonen en waardoorheen Hij werken wil.
Ef. 2:19-22 "Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest."
Nooit zal God meer terugkeren naar een heiligdom van mortel en steen, waarnaar de religieuze Joden wel verlangen.
Jer. 3:16-17 "Als gij u dan vermeerdert en vruchtbaar wordt in het land in die dagen, luidt het woord des Heren, dan zal men niet meer spreken over de ark van het verbond des Heren; zij zal niemand in de zin komen, men zal aan haar niet meer denken en haar niet zoeken, en zij zal niet weder gemaakt worden.Te dien tijde zal men Jeruzalem noemen de troon des Heren, en alle volken zullen zich daarheen verzamelen om de naam des Heren te Jeruzalem, en zij zullen niet meer wandelen naar de verstoktheid van hun boos hart."

I. Schema van de tabernakelsymbolen (niet vermeld) en II. De tabernakel “in vogelvlucht”
1. De Poort: Deze poort is een type (beeld) van Jezus Christus, Die de wereld noodt om tot Hem te komen om gered te worden (Matth. 7:13-14, Matth. 11:28-30). Na Zijn dood en opstanding voor de zondaren, trekt Hij ze tot Zich (Joh. 12:32). Als de wereldse mens zich tot Hem bekeert, schenkt Jezus reddend geloof (2 Kron. 7:14, Ef. 2:8).
2. Het Brandofferaltaar: Dit altaar beeldt het Kruisoffer van Jezus, het Lam van God, uit, waar Hij de macht van de zonde heeft overwonnen om allen te verlossen, die zich tot God hebben bekeerd (Joh. 1:29, 2 Kor. 5:21). Het brandofferaltaar beeldt de plaats uit, waar de zondaar tot God komt en zijn zonden belijdt en verzoening met God vindt door het geloof in het gestorte bloed van het Lam (Joh. 3:16).
3. Het Wasvat: Dit symboliseert de plaats van deelname aan de kruisdood van het Lam door middel van de deelname aan de waterdoop (1 Petr. 3:21). De waterdoop is een bede tot God om behouden te worden door gelovige deelname aan de kruisdood van het Lam van God (Luk. 9:23-25). Het wasvat is de plaats waar men God bidt om deel te mogen hebben aan het sterven van Gods Lam, gelovend in het volbrachte werk van Jezus Christus en in Zijn overwinning over de zonde. Het is de plaats waar wij ons kruis op ons nemen om aan dit sterven aan ons zondig "IK" deel te mogen nemen. Wij bewaren daarbij onderstaande Goddelijke belofte, van deel te mogen nemen aan de dood en opstanding van het Lam, voortdurend in ons hart (2 Kor. 4:10-11).

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen,
KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-10-2009. KLIK HIER

vrijdag 10 september 2010

De Gever en Zijn Gaven - hoofdstuk 5

.






Deel 1:
De doop met de Heilige Geest






Nogmaals tot besluit: raadgevingen aangaande tongentaal

Dwaalleringen
Er zijn dwaalleringen onder de christenen in verband met Handelingen 2 vers 4-6. Laten wij daarom eerst deze teksten lezen: “En zij werden ALLEN vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. Nu woonden er Joden in Jeruzalem, godvrezende mannen uit alle volken die er onder de hemel zijn. Toen dan dit geluid klonk, kwam de menigte samen en raakte in verwarring, want ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken.”
Er zijn dwaalleraars die menen (en ook zeggen) dat de PREDIKINGEN die Petrus en de andere apostelen in hun eigen taal deden, door het toegestroomde volk, dat uit verschillende nationaliteiten bestond, zouden zijn gehoord door elk van hen in hùn eigen taal. Hier zou volgens deze dwaalleraars een Goddelijke daad van herstel van de eenheidstaal gebeurd zijn, als zou de straf van de Babylonische spraakverwarring daar en op dat moment zijn opgeheven door de kracht van de inwonende Geest.
Het zijn deze dwaalleraars die zich dan afvragen waarom een buitenlandse prediker een vertaler nodig heeft, als deze prediker, naar men zegt, vervuld is met de Heilige Geest.
Iedere eerlijke onderzoeker van het Woord van God zal tot de conclusie komen, dat het volk niet tezamen kwam, omdat er gepredikt werd, maar dat het te hoop liep door het grote stemgeluid, veroorzaakt door het tegelijk spreken van de vervulde 120 discipelen in “andere of vreemde talen” en wel, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. Petrus predikte pas, NADAT het volk tezamen gekomen was vanwege iets vreemds, iets, dat anders was dan anders. Dat vreemde, dat andere, waren de “nieuwe tongen” (de zgn. ‘tongentaal’).
Andere dwaalleraars leren, dat deze discipelen predikten in een “andere of vreemde taal”, omdat er toen zoveel buitenlandse proselieten (d.i. bekeerlingen tot het Jodendom) in Jeruzalem verzameld waren. Het mag toch voldoende bekend worden geacht dat degenen die in deze tekst (van Handelingen 2:4) worden aangeduid met “ALLEN”, gewone, eenvoudige, niet-geleerde burgermensen waren (zie Hand. 4:13).
Bovendien staat er in deze tekst dat de Heilige Geest deze “andere of vreemde taal” gaf uit te spreken. Het was dus een BOVENNATUURLIJK verschijnsel. In Handelingen 2 vers 6 staat geschreven: “Toen dan dit geluid klonk, kwam de menigte samen en raakte in verwarring (SV: toen deze stem geschied was, kwam de menigte tezamen en stond verbaasd)”. Dit tezamen komen en deze verbazing werden veroorzaakt door het bovennatuurlijke.
In dit verband willen wij u er nogmaals aan herinneren dat er in 1 Korinthe 12 sprake is van GEESTELIJKE gaven en van hun ordening in de Gemeente van Jezus Christus; daar is dus helemaal geen sprake van NATUURLIJKE gaven in een organisatie van mensen.
Een boodschap die de Geest geeft uit te spreken in een “andere of vreemde taal”, kan door de boodschapper zelf, zijnde de menselijke spreekbuis van de Geest, niet worden verstaan[1]. In 1 Korinthe 14 vers 2, 13, 14 en 28 geeft Paulus duidelijk te kennen dat het niet ‘zinvol’ is om anderen in de Gemeente te (willen) onderwijzen of stichten door middel van de tongentaal, TENZIJ dat er gelovigen zijn met “de gave van uitlegging” ervan. Paulus zegt hier duidelijk dat – zonder uitlegging – die vreemde “tongen of talen” door de Gemeente niet kunnen worden verstaan. Ditzelfde is waar ten opzichte van het zingen, het loven en prijzen door de Geest in “andere of vreemde talen”.
1 Korinthe 14:14-17 (HSV):
“Want als ik een andere (SV: vreemde) taal bid, bidt mijn geest, maar mijn verstand ontvangt er geen vrucht van. Wat is dan het geval? Ik zal met de geest bidden, maar ik zal ook met het verstand bidden. Ik zal met de geest lofzingen, maar ik zal ook met het verstand lofzingen. En verder, als u God looft met de geest, hoe zal hij die de plaats inneemt van de niet-ingewijde, amen zeggen op uw dankzegging, omdat hij toch niet weet wat u zegt? Immers, u dankt wel op een mooie manier, maar de ander wordt niet opgebouwd (SV: gesticht).
In één van de bedieningen in Indonesië, het was in 1927 te Soerabaja, heb ik meegemaakt en daarmee het bewijs geleverd gezien, dat de voorganger in zo’n “vreemde taal” sprak en ook werd verstaan door een buitenlander. Het was een Egyptenaar, die de toenmalige voorganger van die Pinkstergemeente hoorde spreken in zijn eigen taal, dus in de Egyptische taal. De voorganger zelf verstond de woorden niet, die de Geest hem gaf uit te spreken.

Laatste raadgevingen aan zoekers naar de doop met de Heilige Geest
Ik heb in mijn loopbaan als evangelist vele gelovigen gezien die de doop met de Heilige Geest ontvingen, gepaard met dit Bijbels kenteken. Zij begonnen dan altijd God groot te maken met lof en prijs… Zij kwamen van oost en west, van noord en zuid, het waren broeders en zusters van verschillende, huidskleur en taal, toch spraken zij allemaal, toen zij gedoopt werden met de Heilige Geest, “met andere talen”, zoals Gods Geest die gaf uit te spreken. Zij spraken allen die hemelse talen. Glorie voor God! Nooit, tot op de huidige dag, is het anders geweest. Uit alle landen van de wereld, waar gelovigen deze machtige doop hebben ontvangen als de Belofte van de Vader, komt hetzelfde getuigenis: allen spreken “in nieuwe tongen” (de zgn. ‘tongentaal’).
Maar net zo goed heb ik meegemaakt dat door een opmerking van deze of gene, met betrekking tot dit spreken met “nieuwe tongen”, twijfel in de harten van de (met Gods Geest) gedoopte gelovigen werd opgewekt. En deze funeste twijfel kan soms lang stand houden! Dit is dan ook één van de redenen waarom ik personen die vervuld werden met de Heilige Geest altijd heb aangeraden om, met regelmaat, iedere dag biddend Gods Woord te lezen. Het Woord van God is levend en krachtig en behoedt Gods kinderen. Want, het is juist zo dat, als wij deze Geestesdoop ontvangen hebben, de duivel heftige aanvallen doet. Op allerlei wijzen zal hij proberen om bij de gelovige twijfel op te wekken aangaande deze machtige ervaring. Zelfs heb ik personen gekend die zo intens door satan werden gekweld, dat zij hard op weg waren om te komen tot godslastering… Het was genade, dat zij gered werden uit de klauwen van deze mensenmoordenaar vanaf het begin. Prijs God! Als zo’n twijfeltoestand voortduurt, is het in de regel met dergelijke zielen zo gesteld, dat zij zelfs al hun moed en vrijmoedigheid verliezen om uit zo’n geestelijke impasse te komen. Zij durven niet te claimen wat Jezus hun heeft geschonken.
In mijn jarenlange arbeid als werker Gods heb ik vele malen meegemaakt dat als een ziel voor het eerst begint te spreken met “nieuwe tongen” (de zgn. ‘tongentaal’), daar vlak bij een andere ziel als volgt begint te bidden: “Heer, zendt U toch de Heilige Geest!” Weer een ander: “O, Heer, bedekt U hem/haar onder het bloed van Jezus.” Wat een vertrouwen-verwoestend werk wordt hier door zulke zielen, (meestal) onbewust, verricht! Maar het meest verwoestende werk wordt gedaan door personen, die degene, die met “nieuwe tongen” of “belachelijke lippen” (met beide wordt de zgn. ‘tongentaal’ bedoeld – noot AK) heeft gesproken, bestormen of overvallen met de vraag “Weet u nu wel heel zeker, dat u de HEILIGE GEEST heeft ontvangen?” Of met de opmerking: “U bent nog niet vervuld hoor, want u spreekt nu met belachelijke lippen! Denk erom dat u tot een zuiver uitspreken van de “vreemde taal” moet komen, anders bent u nog niet gedoopt met de Heilige Geest!” Dergelijke vragen en opmerkingen brengen de betrokkene eerder van de wijs dan dat hij of zij hierdoor geestelijk wordt opgebouwd. Ach, hebben die vragenstellers, die wijze (?) opmerkers, dan zelf niet in de gaten dat hun tong beroerd wordt op een wijze, die nooit van God kan zijn?
Laten allen, die naar de vervulling met de Heilige Geest zoeken, dit weten en het nooit vergeten dat, als zij de Here Jezus om de doop met de Heilige Geest vragen, zij zullen ontvangen, wat zij Hem hebben gebeden. Jezus is getrouw. Maar net zoals de duivel Jezus na Zijn doop in de woestijn had verzocht, zo wil hij proberen ons te verzoeken. Met “ons” bedoel ik dan in het bijzonder diegenen, die oprecht naar de Geestesdoop zoeken. Laat u zich maar niet uit het veld slaan, volg de Bijbelse weg maar, die is: BEKERING – WATERDOOP – GEESTESDOOP.
Handelingen 2:38-39 (HSV): “En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal.”
U zult dan ook spreken “met nieuwe talen”, of zoals het ook heet “met nieuwe tongen”. Wat de omstanders dan ook mogen zeggen, houdt u uw blik vooral maar op Jezus gericht. En weet u, als Hij u de Heilige Geest heeft geschonken, dan komt dit spreken in tongen (de zgn. ‘tongentaal’) weer vanzelf terug, net zo vele malen als u deze gave in het geloof claimt.
Doe wat de Bijbel u leert en “werp uw vrijmoedigheid niet weg”! Want… “een grote beloning” wacht ook u (zie Hebr. 10:35)!

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

CJH Theys

[1] Het spreken in “vreemde (of andere) talen” is ook een “taal uit een ander land spreken”, een taal die je zelf niet machtig bent, maar die Gods Geest door jou heen kan spreken (als Hij dat nodig acht), zodat buitenlandse toehoorders het kunnen verstaan. Lees Handelingen 2:4-12 en wordt overtuigd! Voor de ‘gewone’ Gemeenteleden, die geen buitenlanders zijn en dus die “vreemde taal” niet spreken, zal deze “vreemde taal” inderdaad een onverstaanbare taal zijn, die vertaald of uitgelegd moet worden, terwijl, als er wel buitenlanders zijn, en de spreker spreekt – door Gods Geest geleid – hun taal, deze buitenlanders natuurlijk wel gesticht zullen worden. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat de spreker door God naar het buitenland wordt geleid, om daar – als Hij dat nodig acht – in die “vreemde (of andere) talen” te spreken om zodoende tot zegen voor hun te zijn.
Meer hierover? Zie dan ook nog – op onze website
http://www.eindtijdbode.nl/ – de studie “Onze aardse roeping: En u zult Mijn getuigen zijn”, van E. van den Worm.
Noot: Bij deze “vreemde (of andere) talen” wordt de tong door God bestuurt, en in die zin kan het toch ook weer “een tongentaal” genoemd worden, alleen al om het onderscheid te maken tussen het spreken van een andere (buitenlandse) taal die wij zelf, door studie, hebben aangeleerd.
[2] Zie noot 1.

donderdag 9 september 2010

Boekbespreking 16: Gods doel met de mens: Een eeuwige, heilige tempel van onze God…


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar E. van den Worm,[1]
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Gods doel met de mens
Wij, christenen, zijn geroepen om te worden gemaakt tot een eeuwige, heilige tempel van onze almachtige God en Vader. Want ons wezen (lichaam, ziel en geest) is als een vat, waarin Hij ten volle wil wonen en tronen (d.i. heersen/regeren in liefde).
Gen. 1:26a "En God zei: Laat Ons (Vader, Zoon en Heilige Geest) mensen maken naar Ons beeld, als Onze gelijkenis." (NBG)
De zondeval van Adam en Eva heeft God niet doen afzien van dit oorspronkelijke plan van Hem, maar heeft dit plan wel beïnvloed en wel zo, dat Gods Zoon – op Gods tijd – de hemel moest verlaten om op aarde deel te nemen aan de in de zonde gevallen mensheid om de zondeschuld van de mensheid te betalen door
• een menselijk lichaam aan te nemen dat, genetisch gezien, een nazaat is van David,
• en Zich over te geven tot de dood aan het kruis op Golgotha.
Na 3 dagen en nachten verrees Hij echter uit de dood en voer op naar de hemel, van waar Hij, gezeten op de hemeltroon aan de rechterhand van Zijn Vader, Middelaar kan zijn tussen God en mensen en van waar Hij de 7 Geesten van God, de Heilige Geest, kan zenden naar alle mensen. Gods Heilige Geest heeft nu Zijn op aarde volbracht werk uit te delen aan alle mensen, die zich tot Hem hebben bekeerd na een berouwvolle belijdenis van hun zonden.
Rom. 1:3 "(het Evangelie van God)… ten aanzien van Zijn Zoon, Die, wat het vlees betreft, geboren is uit het geslacht (in het Grieks: spermatos, d.i. het zaad, het DNA) van David." (HSV)
Hebr. 10:5-10 "Daarom zegt Hij (d.i. Jezus) bij Zijn komst in de wereld: Slachtoffer en spijsoffer hebt U (d.i. de Vader) niet gewild, maar U hebt voor Mij een lichaam gemaakt (SV: toebereid). Brandoffers en offers voor de zonde hebben U niet behaagd. Toen zei Ik: Zie, Ik kom – in de boekrol is over Mij geschreven – om Uw wil te doen, o God. Daarvoor had Hij gezegd: Slachtoffer en spijsoffer en brandoffers en offers voor de zonde hebt U niet gewild en hebben U niet behaagd, hoewel zij overeenkomstig de (Oudtestamentische) wet worden gebracht. Daarna sprak Hij: Zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God. Hij neemt het eerste (nl. het oude verbond) weg om het tweede (het nieuwe verbond) daarvoor in de plaats te stellen. Op grond van die (d.i. Gods) wil zijn wij geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus, eens voor altijd." (HSV)
Hebr. 9:11-15 "Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volkomen (d.i. hemelse) tabernakel gegaan, die niet met (mensen)handen is gemaakt, dat is: die niet van deze (aardse) schepping is (zoals de tabernakel van Israël). Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor (voor ons die, van nature, zondaren zijn) een eeuwige verlossing teweeggebracht. Want als de besprenkeling met het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe de onreinen heiligt, zodat hun vlees rein wordt, hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken, om de levende God (volmaakt) te dienen. En daarom is Hij de Middelaar van het nieuwe verbond, want Hij onderging de dood tot verzoening van de overtredingen die er onder het eerste (of oude) verbond waren, opdat de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen zouden." (HSV)
Joh. 3:16-18 en 36 "Want zo lief heeft God de (mensen van deze) wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar het eeuwige leven heeft. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God. … 36 Wie in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven; maar wie de Zoon ongehoorzaam is, die zal het (eeuwige) leven
niet zien, maar de toorn van God blijft op hem." (HSV)

Fase 1:
De genadevolle, Goddelijke schenking van de Heilige Geest als onze Leidsman en Trooster, om gedurende heel de genade-periode van ca. 2000 jaar te komen tot het waarmaken van Gods doel met de mensheid.
Vanuit Zijn hemeltroon zendt de hemelse Hogepriester (onze uit de dood opgestane Here Jezus Christus) de zeven Geesten van God, zijnde de Heilige Geest, uit naar alle landen.
Openb. 5:6 "En ik zag, en zie, in het midden van de troon en van de vier dieren (letterlijk: levende wezens) en in het midden van de ouderlingen stond een Lam als geslacht, met zeven horens en zeven ogen. Dat zijn de zeven Geesten van God, die uitgezonden zijn over heel de aarde." (HSV)

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen, KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-10-2009. KLIK HIER
.