zondag 10 oktober 2010

De Gever en Zijn Gaven - hoofdstuk 6

.



Deel 2:
De Gaven of Manifestaties van de Heilige Geest






Een woord vooraf van de schrijver
Dit woord vooraf is bestemd voor alle christenen die de vervulling met de Heilige Geest kennen en met mij “streven naar het bezit van de geestelijke gaven” (zie 1 Kor. 14:1).
De wereldwijde geestelijke opwekking, die wij nu beleven[1] – wij, “tot wie het einde van de (huidige) wereld gekomen is” (1 Kor. 10:11b, HSV) – dringt mij om langs deze weg een beroep te doen op uw tijd, uw natuurlijke gaven en krachten om deze alle in dienst te stellen van de Meester, om zodoende gewend te raken aan de omgang met Hem, Die machtig is ook u de ogen te openen voor een dieper geestelijk leven door Zijn Geest.
Nog niet allen zijn doordrongen van het besef, dat in deze ‘tijdsbedeling van genade’[2] – het tijdperk van de Gemeente en van de Heilige Geest (van in totaal 2000 jaar) – deze kostbare gaven van de Geest worden geschonken aan de Gemeente, als zijnde het Lichaam van Christus!
Jezus heeft maar één “Lichaam” en geen twee (zie 1 Kor. 12). Als Hij alleen maar een deel van Zijn Gemeente deelachtig zou doen worden aan het bovennatuurlijke en het ander deel daarvan verschoond zou doen blijven, zou Hij Zich schuldig maken aan “aanzien des persoons”. Maar… dit is ONmogelijk (bij God)! Onderzoekt u maar eens: 2 Samuel 12:14, Leviticus 19:15, Lukas 20:21, Galaten 2:6 en Romeinen 2:11.
Hij wil, dat wij het volgende zullen weten en verstaan: “Er is VERSCHEIDENHEID VAN genadeGAVEN, maar het is DEZELFDE Geest. Er is VERSCHEIDENHEID VAN BEDIENINGEN, en het is DEZELFDE Here. Er is VERSCHEIDENHEID VAN WERKINGEN, maar het is DEZELFDE God, Die alles in allen werkt” (1 Kor.12:4-6, HSV).
Vóór alles moeten wij geestelijk georiënteerd zijn om deze manifestaties van Gods Geest te verstaan. En laten wij vooral niet uit het oog verliezen dat de Here zegt: “aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander” (zie 1 Kor. 12:7, HSV). Voor de jaloezie, die in de Gemeente èn in het individuele leven van de gelovigen zo vaak wordt geconstateerd, is er dus geen plaats!
In dit schrijven heb ik naar voren gebracht, wat mij in deze materie – door de onderwijzing van de Heilige Geest – duidelijk is geworden. Ik ben ervan overtuigd dat allen die deze ‘studie’ biddend lezen – vrij van vooringenomenheid en van kritiek – door de Geest van God zullen worden geleid, en wel zó, dat ook zij een diepere openbaring zullen ontvangen van deze hoogst belangrijke zaken van Gods Koninkrijk, tot Jezus’ eer.
Moge de Here Jezus Christus u en mij, al de weg, Zijn onmisbare zegen schenken om als “leden” van Zijn “Lichaam” dienstbaar te zijn. Dit is mijn oprechte bede…
“Streef dus naar de beste genadegaven. En ik wijs u een weg die dit alles nog overtreft (SV: IJvert naar de beste gaven en ik wijs u een weg, die nog uitnemender is)” (1 Kor.12:31, HSV).

Hoofdstuk 6 (het 1ste hoofdstuk van deel 2)

Geestesdoop en Geestesgaven
In Gods Bijbel lezen wij zowel van de “doop” met de Heilige Geest, als van de “gaven” van de Geest. Heb ik aan de eerste een woord gewijd (zie deel 1 van deze studie), zo moet ik dit ook aan de tweede doen. Doop met de Geest en Geestesgaven zijn niet te scheiden. Met deze onomstotelijke waarheid voor ogen richt ik eerst het woord tot hen, die nog zoeken naar de Geestesdoop.
Laat het u gezegd zijn, dat u allereerst moet BLIJVEN volharden in het zoeken naar de doop met de Heilige Geest en dat u zich NIET moet uitstrekken naar de gaven van de Geest! Zonder de Gever van die gaven – en Die (Gever) is nog altijd de Heilige Geest Zelf – kan er GEEN MANIFESTATIE zijn van die gaven. Net zoals er (in het natuurlijke leven) slechts kokosnoten groeien aan een kokospalm en appels aan een appelboom.
Er zijn (gelovige) mensen die geloven dat deze Geestelijke gaven uitsluitend zijn weggelegd voor hiertoe uitverkoren mensen, die van nature al geschapen zijn met bepaalde talenten en vanwege de omgeving waarin zij opgegroeid zijn, die een bepaalde opvoeding en bepaald onderwijs hebben genoten en die later in het leven een bepaalde positie hebben bereikt; kortom, deze (gelovige) mensen denken dus dat deze gaven uitsluitend worden gegeven aan welopgevoede en geleerde mensen. Maar, dit denkbeeld is ABSOLUUT verkeerd; God is immers geen aannemer van de persoon! Neen, dat is Hij in GEEN GEVAL! Want de Bijbel vertelt het ons en de praktijk van alle dag laat het ons zien!
Anderen beweren dat de Bijbel inderdaad van deze wonderlijke gaven van de Geest spreekt; maar, dat deze enkel en alleen bestemd waren voor de eerste eeuwen, omdat zij toen nodig waren om zielen te winnen voor Christus. Deze beide groepen van (gelovige) mensen raad ik aan om eerst de Bijbel goed te onderzoeken voordat zij met dergelijke visies voor de dag komen. Gods Woord is de ENIGE Bron waaruit geput mag, kan en moet worden, want daar is geen ander boek, dat ons het juiste licht kan schenken
aangaande alle zaken, die het Koninkrijk van God betreffen.

Gaven – Werkingen – Bedieningen
Laten wij de Geestesgaven, bedieningen en werkingen bezien in het licht van Gods Woord, want alleen in dit licht zal alles goed worden verstaan.
In 1 Korinthe 12:8-10 staat geschreven: “Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen.” (HSV)
Daar zijn dus 9 gaven van de Geest te onderscheiden, niet meer en niet minder! En sinds de Heilige Geest werd uitgestort en Hij Zijn gaven aan de Gemeente heeft geschonken, zijn ALLE LEDEN van het LICHAAM VAN CHRISTUS VERANTWOORDELIJK VOOR HET FUNCTIONEREN VAN DEZE GAVEN! Voor de overzichtelijkheid volgen deze 9 gaven nog eens en nu puntsgewijs:
1. De gave van HET WOORD van WIJSHEID,
2. De gave van HET WOORD van KENNIS,
3. De gave van HET GELOOF,
4. De gaven van GENEZINGEN,
5. De gave van WERKINGEN van KRACHTEN,
6. De gave van PROFETIE,
7. De gave van HET ONDERSCHEIDEN van GEESTEN,
8. De gave van ALLERLEI TALEN,
9. De gave van UITLEG van TALEN.
Juist omdat al deze 9 gaven bovennatuurlijk zijn, zullen zij dus alleen maar in werking kunnen treden door DE BOVENNATUURLIJKE MANIFESTATIE van Gods Geest.
Daar is “verscheidenheid van genadeGAVEN, maar het is dezelfde Geest” (zie 1 Kor. 12:4) en “al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil” (1 Kor. 12:11, HSV). Ik vraag direct alle aandacht voor het feit, dat het de Heilige Geest is (Gods Geest wel te verstaan), Die uitdeelt. Nogmaals: Hij alléén doet dit en AAN EEN IEDER ZOALS HIJ WIL! Met deze positieve uitspraak in de Schriften worden alle mensen, behorende tot de zojuist gesignaleerde groeperingen, terechtgewezen!
Al deze Geestesgaven zijn gegeven aan de Gemeente van Jezus Christus, Zijn Lichaam; de WERKINGEN zijn dus ook ten behoeve van dat Lichaam en NIET VOOR DE ENKELING, het (gemeente)lid.
Er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt.” (1 Kor. 12:6, HSV). ALLES werkt God dus in ALLEN, maar niet allen zullen het tegelijk verstaan, want: “Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander” (1 Kor.12:7, HSV).
Daar is nòch in deze GAVEN, nòch in de BEDIENINGEN ervan, noch in de WERKINGEN ervan enige verandering gekomen. Hoe zou dit ook kunnen? Jezus Christus is immers Dezelfde: “gisteren, heden, en tot in eeuwigheid” (zie Hebr. 13:8). Hij is dus DEZELFDE in WOORD als in DAAD.

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

CJH Theys

[1] Rekening houdend met het feit dat deze studie is geschreven rond 1960–1965.
[2] Deze (tijds)bedeling = De periode die de verhouding tussen God en mens NA Christus’ (1ste) komst aangeeft.