dinsdag 17 mei 2011

Rechtstreekse Link naar ons nieuwe weblog

KLIK HIER als u de door ons geplaatste studies vanaf 9 april 2011 wilt lezen/bekijken.

De naam/titel van deze nieuwe website is:
De eindtijdbode - Bijbelstudies over de eindtijd



zaterdag 9 april 2011

ATTENTIE: Per heden stappen we over van dit weblog naar een nieuwe site


Reden van deze overstap:

We hadden steeds vaker problemen bij de opmaak van dit weblog (via Blogger). Dit weblog, met daarop alle (korte) studies vanaf december 2008 t/m 1 april 2011 blijft gewoon ‘in de lucht’ - via http://www.eindtijdbode.blogspot.com/ - maar vanaf heden zullen we de nieuwe weblog-studies dus op een nieuwe site plaatsen (van WordPress) - te bereiken via http://www.EindtijdbodeBijbelstudies.wordpress.com/ (er komt eerdaags ook een rechtstreekse Link naar deze nieuwe site).

Voor uw gemak hebben we ook alvast de titels van alle studies die op dit 'oude' weblog staan, op deze nieuwe site vermeldt, met een rechtstreekse Link naar de betreffende studie. Terwijl we - in fasen - er ook nog de tekst en de plaatjes bij zullen voegen. Maar... dit is een hele klus op zich en zal dus even tijd nodig hebben.

Voor alle duidelijkheid: alle studies die reeds op dit weblog staan blijven dus (ook) te bereiken via http://www.eindtijdbode.blogspot.com/

A. Klein


vrijdag 1 april 2011

Opeenvolgende profetische gebeurtenissen

voorafgaand aan het einde van de huidige tijdsbedeling . ..











Inleiding
Hoewel de “opeenvolgende profetische gebeurtenissen, voorafgaand aan het einde van de huidige tijdsbedeling” een veelomvattend onderwerp is, hebben wij toch niet langer willen wachten. Wij hebben daarvoor meer dan één reden:

1. de tijd snelt met een duizelingwekkende vaart,

2. de ‘tekenen der tijden’ – waartoe de huidige wereldcrises in de allereerste plaats behoren! – tekenen zich hoe langer hoe scherper af op het canvas van de historie,

3. de Schriftopenbaring, onder de zalving van Gods Geest verdiept zich, en

4. de Wederkomst van Christus is zoveel dichterbij gekomen…

En hiermee noemen wij u dan de voornaamste redenen. Dit alles, en nog méér daarnaast, dringt ons om – in het geloof – de pen weer op te nemen, om zodoende (langs deze weg) u allen bekend te maken met hoogst belangrijke zaken. Zaken, waarmee ALLEN – zowel gelovigen als ongelovigen! – binnen afzienbare tijd zullen worden geconfronteerd:

• wereldomvattende gebeurtenissen, die alle hun loop zullen hebben, als vervulling van Goddelijke profetieën (voorspellingen);

• manifestaties, waaraan géén einde kunnen worden gemaakt, hoe vindingrijk mensen ook kunnen zijn en hoe groot ook de machten die door hen in het geweer kunnen worden geroepen; hoe geweldig ook de krachten, die de steeds aan terrein-verliezende mensheid daartegen zal aanwenden.

Als God spreekt, wie zal Hem de Mond stoppen? Er staat nog altijd geschreven: “Híj spreekt en het is er, Híj gebiedt en het staat er" (Ps. 33:9). Wie is machtiger dan de Here God, Schepper van hemel en aarde? Het is daarom raadzaam, méér dan ooit tevoren, acht te hebben op het profetische Woord:

• “En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart" (2 Petr. 1:19, HSV). Moge de Here Jezus Christus ons allen hierin helpen en ons bovendien Zijn rijke genade schenken, opdat wij zullen volharden in het "geloof naar de Schriften" en zullen "leven zoals wij bidden". Want ons wordt aangezegd te “verwachten de zalige hoop en verschijning van de heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker, Jezus Christus. Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid (SV: verlossen van alle ongerechtigheid) en voor Zichzelf een eigen volk zou REINIGEN, ijverig in goede werken" (Tit. 2:13-14, HSV). Amen.

Hoofdstuk 1
De geprofeteerde UITSTORTING van de Heilige Geest in de laatste dagen, resulterend in de "Vrouw" van Openbaring 12:1
Zoals wij reeds in eerdere studies hebben mogen zien en verstaan, wordt in de Bijbel over de UITSTORTING van de Heilige Geest gesproken als "de Spade-Regen". De profeet Joël heeft van deze UITSTORTING geprofeteerd (in Jl. 2:28-29) en de vervulling van deze profetie begon plaats te hebben op de 1ste Pinksterdag (zie Hand. 2:1-4) in de Nieuwe Tijdsbedeling en werd bevestigd door de apostel Petrus in zijn rede op die gedenkwaardige dag te Jeruzalem:

• “Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal UITSTORTEN van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen. En ook op Mijn dienaren en op Mijn dienaressen zal Ik in die dagen van Mijn Geest UITSTORTEN en zij zullen profeteren.” (Hand. 2:16-18, HSV) Halleluja!

Wanneer wij de Griekse Lexicon van het Nieuwe Testament opslaan, en de Amerikaanse uitgave van "The Amplified New Testament”, dan lezen wij daar een verklarende tekst betreffende deze Profetie die op het volgende neerkomt: "…telling forth the divine counsels and predicting future events pertaining especially to God's kingdom" (blz. 426). Deze uitleg staat vermeld tussen de verzen 18 en 19 van het Boek Handelingen en doet ons duidelijker verstaan: Gods VOORNEMEN en BEDOELING, namelijk: "de voorzegging van Goddelijke raadslagen en toekomstige gebeurtenissen, die in het bijzonder betrekking hebben op het Koninkrijk Gods en daarmee dan ook in direct verband staan". En zo is "de strekking" van ALLE profetie in de gemeentelijke tijdsbedeling (de periode van Zijn Geest en genade, van in totaal 2000 jaar, waarin wij nu nog leven – noot AK); tenminste, zo behoort het te zijn en zo zal het ook geschieden, zo waarachtig als de Here God leeft en de Heilige Geest de gelegenheid wordt geboden om tot Zijn recht te komen in Zijn bediening en manifestatie in de Gemeente, het mystieke Lichaam van de Levende God.


KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

CJH Theys


NOOT A. Klein: Vanwege een technische storing is deze studie, die eerst op het weblog van 24 maart 2011 stond, komen te vervallen. Vandaar dat we de studie opnieuw hebben geplaatst op 1 april (met een aangepaste/ingekorte opmaak).

woensdag 23 maart 2011

Boekbespreking 29: De 10 vervulde (volmaakte) geboden

.
Een Bijbelstudie van Bijbelleraar E. van den Worm,[1]
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Inleiding
Als een christen het over Gods 10 geboden heeft, doelt hij meestal op de 10 geboden, die Mozes in het Oude Verbond van God ontvangen heeft.
Vaak heeft men geen zicht op de 10 volmaakte (vervulde) geboden die de Here Jezus ons in Zijn Bergrede gegeven heeft. Daarom is het goed om deze volmaakte geboden die de Heiland ons gegeven heeft nauwlettend te bestuderen.
Wij kunnen deze 10 geboden niet in eigen kracht volbrengen.
Deze 10 geboden van de Here Jezus Christus laten ons zien waaraan wij nog te kort schieten, maar als wij deze tekorten belijden zullen deze tekorten ons vergeven worden. Dan gaan wij ons wassen in het dierbare bloed van het Lam, dan worden wij door Hem in Zijn bloed gewassen.
Wij kunnen ons aan deze vervulde geboden van de Here Jezus nog niet zondeloos houden, omdat wij nog niet volmaakt zijn. Zelfs de Mozaïtische 10 geboden kunnen wij in een onvol¬maakte staat niet volbrengen. Wees daarom niet bedroefd als u zich niet aan deze volmaakte geboden kunt houden, onze tekorten betonen dan slechts onze onvolmaakte staat, waarbij wij wel hebben te jagen naar de perfecte staat in Christus Jezus, waarin de Here ons wil brengen. Deze volmaakte staat is echter wel een staat die Hij eist.
Matth. 5:48, "Gij dan zult volmaakt zijn, gelijk uw hemelse Vader volmaakt is."
Deze 10 geboden van Jezus hebben een kern die wij kunnen vinden in Mattheüs 22 vers 37-40:
"Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten."
Wij hebben dus God lief te hebben boven alles, zelfs boven ons eigen leven en de naaste lief te hebben als onszelf. Nogmaals: Wij kunnen deze eisen van de Heer niet volbrengen in eigen kracht. Als wij deze wet betrachten in eigen kracht zullen wij zeker falen.
We kunnen wel lief doen, maar dat niet met hart en ziel zijn. Onze menselijke natuur moet namelijk sterven en de Goddelijke natuur moet Hij bij ons inbouwen. Deze goddelijke staat komt pas als onze oude ego (ons ik) door de Heer is weggebrand, en Hij ons heeft vernieuwd met Zijn natuur.
In de biologische natuur vinden wij een prachtig voorbeeld in de ontwikkeling van de rups tot vlinder. De rups heeft zich over te geven in een stervensproces om te komen tot de volmaakte staat van de vlinder. Zo is het ook gesteld met de liefde van God en tot God. Die komt pas als onze oude egoïstische natuur is afgestorven. Want onze oude ego wil geliefd en gediend zijn, anders kan het worden tot haat. Wij moeten door Zijn genade wedergeboren worden en hierin tot wasdom (d.i. tot volmaaktheid) komen.
Vele christenen denken reeds deze liefde van God (in het Grieks: agapè) te hebben, maar hebben nog steeds de liefde van de mens (in het Grieks: philio) omdat zij nog niet wedergeboren zijn, of omdat hun wedergeboorte zich nog niet ontwikkeld heeft. Voor deze wedergeboorte en ontwikkeling ervan moeten we deel hebben aan het stervensproces dat de Here Jezus ons wil geven, als we samen willen groeien met Zijn dood.
Rom. 6:5, "Want indien wij samengegroeid zijn (SV: één plant zijn) met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn met hetgeen gelijk is aan zijn opstanding;"
Dit is een langzaam werkend proces, als wij ons in Zijn handen hebben geworpen, en daarin blijven.
Deze volmaakte 10 geboden beginnen met de liefde voor de naaste. Het wonderlijke is dat de Here Jezus niet begint met de liefde tot God maar zoals we zullen zien, met de liefde tot de medemens.
We kunnen namelijk makkelijk zeggen God lief te hebben, maar als wij onze broeder en zuster niet liefhebben is deze liefde tot God ijdel.
1 Joh. 4:20, "Indien iemand zegt: Ik heb God lief, doch zijn broeder haat, dan is hij een leugenaar; want wie zijn broeder, die hij gezien heeft, niet liefheeft, kan ook God, die hij niet gezien heeft, niet liefhebben."
Constateren wij dit bij ons zelf dan wil dit zeggen dat de nieuwe goddelijke natuur zich nog niet in ons ontwikkeld heeft. Maar als wij discipelen (volgelingen) van Jezus willen zijn dan volgen wij Jezus, geestelijk deelnemend aan Zijn kruisdood en Zijn opstanding, en zullen zeker, als wij Zijn kruisweg volhardend ondergaan, komen in Zijn nieuwe goddelijke natuur. Daarom is het, dat Jezus dit van een volmaakt discipel eist.
Joh. 13:34-35, "Een nieuw gebod geef Ik u, dat gij elkaar liefhebt; gelijk Ik u liefgehad heb, dat gij ook elkaar liefhebt. Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkaar."
Deze 10 geboden wil de Heer door Zijn Geest inbouwen. De 10 Nieuwtestamentische wetten van de Heer zijn daarom ook geen geboden die wij in eigen kracht hebben uit te voeren, maar geboden die Hij bij ons wil inbouwen.

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen, KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-10-2009. KLIK HIER


donderdag 10 maart 2011

De Gever en Zijn Gaven - hoofdstuk 11

.







Deel 2:
De Gaven of Manifestaties van de Heilige Geest





De Gaven van genezingen

Wij zijn nu gekomen tot de derde en laatste groep van Geestesgaven; namelijk, de niet-hoorbare gaven, die tot actie voeren en tot wonderen en tekenen. Al direct valt het op dat er in de Bijbel van 2 van deze 3 gaven gesproken wordt IN HET MEERVOUD. De Bijbel spreekt van “gaven van genezingen” en van “werkingen van krachten” (zie 1 Kor. 12:8-10). God zal hiermee Zijn bedoeling hebben. Het ligt echter niet op mijn weg om hierop dieper in te gaan, tenzij Gods Geest mij op deze weg zal leiden.

Wat verstaan wij onder de ‘Gaven van genezingen’?
“Gaven van genezingen” zijn manifestaties van de Heilige Geest door een christen heen, waardoor het lichaam van een zieke wordt genezen ZONDER de aanwending van natuurlijke of medische middelen (zoals een operatie en/of specifieke medicijnen/behandelingen).
Jezus Christus werd geopenbaard, opdat Hij de werken van de satan/duivel verbreken zou (zie 1 Joh. 3:8). Ook de genezing van het lichaam door de manifestatie van de Heilige Geest is een verbreking van het werk van de duivel door de kracht van God.
Handelingen 10:37-38 (HSV): “U weet wat er gebeurd is… hoe God Jezus van Nazareth gezalfd heeft met de Heilige Geest en met kracht en hoe Hij het land doorgegaan is, terwijl Hij goeddeed en ALLEN die door de duivel overweldigd waren, GENAS, want God was met Hem.”
Ik geloof met geheel mijn hart, geheel mijn ziel en geheel mijn verstand, dat Jezus Christus is gestorven, opgestaan en ten hemel gevaren, opdat DOOR en IN Hem de volle maat van de restauratie, zoals God die in Zijn Woord heeft beloofd, aan de mens zal geworden door het geloof in Gods eniggeboren Zoon. Deze restauratie houdt “genezing” in, maar ook de heerschappij van de “NIEUWE MENS”[1] over “de overheden, de machten, de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten” (zie Ef. 6:12, HSV), tegen welke demonische machten de christenen moeten STRIJDEN. Maar, hoe kunnen christenen in deze strijd zegevieren, als zij de Goddelijke wapens missen? Om te overwinnen heeft God daarom ook Zijn Geestesgaven geschonken, die werken door de manifestatie van de IN hen WONENDE Geest van God.

Wat God door de werking van deze Gaven bewijst
Door de werking van de “gaven van genezingen” bewijst God:
De opstandingskracht van Christus.
Handelingen 3:15-16 (HSV): “maar de Vorst van het Leven hebt u gedood, Die God uit de doden opgewekt heeft, waarvan wij getuigen zijn. En Zijn Naam heeft deze man, die u ziet en kent, sterk gemaakt door het geloof in Zijn Naam. En het geloof dat er is door Hem, heeft hem in aanwezigheid van u allen deze volkomen gezondheid gegeven.”
Dat Hij macht heeft om zonden te vergeven.
Markus 2:10-11 (HSV): “Maar opdat u zult weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde zonden te vergeven (zei Hij tegen de verlamde): Ik zeg u: Sta op, neem uw ligmat op en ga naar uw huis.”
• Dat Hij macht heeft om het geloof van de mensen op te bouwen en zielen te redden.
Johannes 6:2 (HSV): “En een grote menigte volgde Hem, omdat zij Zijn tekenen zagen, die Hij deed aan de zieken.”
Wie de wonderen en tekenen uit de Bijbelverslagen toetst aan de in de huidige Gemeente(n) gepleegde handelingen, zal moeten erkennen dat één BOVENNATUURLIJKE GENEZING méér demonen in beweging zal brengen en meer zielen zal bewegen tot Jezus te komen, en hun zonden aan de voet van het kruis te belijden, dan een dozijn predikaties!
Dat Hij macht heeft om Zijn Woord in alle opzichten te bevestigen.
Markus 16:16-18 (HSV): “Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden. En hen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; in vreemde talen (SV: met nieuwe tongen) zullen zij spreken; slangen zullen zij oppakken; en als zij iets dodelijks zullen drinken, zal het hen beslist niet schaden; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden.”
• Dat Hij macht heeft om Zijn Naam te verheerlijken en om Zijn kinderen rijkelijk te zegenen.
Markus 2:12 (HSV): “En hij stond meteen op, en nadat hij de ligmat opgenomen had, ging hij voor het oog van allen naar buiten, zodat zij allen buiten zichzelf waren en God verheerlijkten en zeiden: Wij hebben nog nooit zoiets gezien!”
Dat Hij macht heeft om Zijn uitnemende Liefde, Zijn grote barmhartigheid, Zijn mededogen, Zijn onkreukbare trouw, Zijn onaantastbare rechtvaardigheid en eerlijkheid, te bewijzen.
Mattheüs 28:20 (HSV): “En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.”

Wat de ‘Gaven van genezingen’ NIET zijn
Het is zonder meer duidelijk, dat deze Geestesgave NIETS te maken heeft met de medische wetenschap. Deze laatste kan beoefend worden door zondaren, die zelf nooit van de Heilige Geest gehoord hebben, laat staan, dat zij iets zouden weten van Zijn manifestaties.
Vele ziekten en kwalen wortelen diep in de menselijke ziel of geest. Zo leert de natuurlijke mens ook, dat zorg, angst, vrees, ontmoediging, neerslachtigheid, teleurstelling, wantrouwen, haat, bitterheid, mopperen, wrok, enzovoort veelal remmend werken ten aanzien van de genezing van een ziek mens. In de praktijk komt het dan ook voor dat de natuurlijke genezing (pas) kan intreden, zodra men kans ziet om op de één of andere manier bovengenoemde gemoedstoestanden te verwijderen. Maar dit wil dan nog niet zeggen, dat er dan sprake is van GODDELIJKE GENEZING!
Andere ziekten en kwalen staan weer in direct verband met demonische machten, met “geesten”. In Indonesië noemt men deze machten “goena-goena” of ook wel “zwarte kunst”. Genezing van op deze wijze aangebrachte ziekten MOET op bovennatuurlijke wijze worden bewerkstelligd. De beste en beroemdste medici staan hier machteloos tegenover; ze staan dan namelijk tegenover ‘ondoorgrondelijke raadselen’… Door de werking van de “gaven van genezingen” kan dan op bovennatuurlijke wijze gezondheid worden verkregen.
Vanzelfsprekend vallen de werken van “spiritisten” en “magnetiseurs” en al dergelijke “tovenaars” NIET onder eerderbedoelde bovennatuurlijke genezing (van Godswege)! Hoe dikwijls hebben wij gezien dat deze kwakzalvers hun rituelen doen en hoe zij de zieken SCHIJNBAAR genazen. Wij hebben echter in al dergelijke gevallen kunnen constateren dat de zieken daarna met (veel) meer en nog ergere moeilijkheden bleven zitten dan in het begin en hoe zij regelmatig een vroege dood stierven! Hoe dat komt? Al deze “tovenaars” gaan niet om met de Levende en Heilige God, de Schepper van hemel en aarde, de Bron van alle leven, maar staan in dienst van de duivel! En van de duivel weten wij, door Gods Woord, dat hij alleen maar komt om te stelen, te slachten en te verderven!
Johannes10:10 (HSV): “De dief (hier: het beeld van de duivel) komt alleen maar om te stelen, te slachten en (om mensen) verloren te laten gaan;…”
Dezulken kunnen komen met “bijgeloof”, met zogenaamde “mentale suggestie”, met “psychologie”, met allerlei “hekserij”, met “beprevelde drankjes”, met “bewierookte en in papier of doekjes gewikkelde spreuken”; zij kunnen bij al deze handelingen ook de naam “Jezus” prevelen of “God” erbij halen… maar, het zal allemaal niets helpen! De blinde ogen worden niet geopend, de dove oren zullen niet horen, de kreupele voeten zullen niet weer lopen, de hersentumor zal niet worden weggenomen, de geperforeerde longen zullen niet dichtgroeien, de maagkanker zal niet worden genezen. Ook zal satan geen demonen uitwerpen uit de personen die men (door zijn satanische/duivelse macht) met deze ziekten en kwalen heeft bewerkt, want satan werpt de satan/duivel (of zijn demonen) niet uit! De Bijbel leert ten aanzien hiervan duidelijk en beslist: “En als de satan de satan uitdrijft, dan is hij tegen zichzelf verdeeld; hoe kan zijn rijk dan standhouden?” (Matth. 12:26).
Een Bijbels voorbeeld waar duivelbezweerders de Naam van Jezus bij hun duistere praktijk noemen, vinden wij in Handelingen 19!
Handelingen 19:10-16 (HSV): “En dit gebeurde twee jaar lang, zodat allen die in Asia woonden, het Woord van de Here Jezus hoorden, zowel Joden als Grieken. En God deed buitengewone krachten door de handen van Paulus, zo zelfs dat, als de zweetdoeken of de doeken die hij om zijn middel droeg, van zijn lichaam op de zieken gelegd werden, de ziekten van hen weken en de boze geesten uit hen weggingen. En enkele van de rondtrekkende Joodse duivelbezweerders waagden het de Naam van de Here Jezus uit te spreken over hen die boze geesten hadden. Zij zeiden: Wij bezweren u bij Jezus, Die door Paulus gepredikt wordt. Het waren zeven zonen van Sceva, een Joodse overpriester, die dit deden. Maar de boze geest antwoordde en zei: Jezus ken ik en van Paulus weet ik af, maar u, wie bent u? En de man in wie de boze geest zich bevond, sprong op hen af en toen hij hen overmeesterd had, bleek hij sterker dan zij, zodat zij naakt en gewond uit dat huis vluchtten.”
Commentaar is hierbij overbodig.

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

CJH Theys


[1] Zie eventueel – op onze website http://www.eindtijdbode.nl/ – de studie “Lukas – het Boek van de NIEUWE MENS in Christus” (Over Jezus, de Hogepriester en hoe wij, als priesters van de allerhoogste God, Hem moeten dienen), van E. van den Worm.

woensdag 9 maart 2011

Boekbespreking 28: Beknopte verklaring van het boek Jesaja


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar H. Siliakus
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Voorwoord
De bedoeling van deze beknopte verklaring van het boek Jesaja is: Om inzicht te verschaffen in de voortgang van het Goddelijk Verlossingsplan voor de mensheid. Wat u hier wordt aangeboden, is daarom géén “algemene” behandeling van dit eerste boek van de zogenaamde “Grote Profeten”, maar een “profetische”. Naar mijn mening vragen overigens ALLE profetische geschriften van de Bijbel allereerst om een profetische verklaring. Natuurlijk kan uit de profetenboeken veel gehaald worden, dat ter ondersteuning en verklaring van allerlei geloofswaarheden dient. En vanzelfsprekend mogen en kunnen wij ook uit deze boeken veel kracht en troost putten voor ons persoonlijk geloofsleven. Maar dit mag toch niet tot gevolg hebben, dat wij verzuimen deze boeken te lezen zoals ze in de eerste plaats verstaan willen worden, namelijk als profetische boodschappen.

Om deze boodschappen te verstaan, hebben wij het licht (en inzicht) van de Heilige Geest nodig. Deze Geest zal ons “in alle waarheid” leiden en ons behoeden voor een ongeestelijke en onrechtzinnige uitleg van de profetie. Ook zal Hij (d.i. Gods Geest, de Heilige Geest) ons bewaren voor een ONGELOVIGE uitlegging, waartoe ik ook reken de verstandelijke benadering. Wat dit laatste betreft zijn er twee gevaren die wij onder ogen moeten zien.
1. Daar is in de eerste plaats het gevaar dat er schuilt in de bijna tot dogma verheven mening, dat de toekomst ons in de Bijbel alleen maar in grote lijnen wordt geschilderd (d.i. uitgebeeld) en dat wij er daarom genoegen mee moeten nemen dat alles tamelijk vaag blijft.
2. Het tweede gevaar is, dat men zich teveel verdiept in historische achtergronden. Dit heeft altijd tot gevolg, dat het profetisch getuigenis wordt afgezwakt en leidt er doorgaans toe dat men het overgrote deel van de Bijbelse profetie als reeds vervuld beschouwt, namelijk: vervuld in de tijd van het Oude Testament.
Laten wij altijd bedenken dat satan er alles aan zal doen om te verhinderen, dat in de Gemeente des Heren dat ware profetisch bewustzijn tot ontplooiing komt, dat eenmaal moet resulteren in een gereed-zijn voor de Bruiloft van het Lam (zie Matth. 25:10 en Openb. 19:7).

Over de persoon en het boek van Jesaja behoef ik niet veel te zeggen. De profeet trad op in de dagen van Jotham, Achaz en Hizkia, koningen over Juda, in de tijd dat het rijk Israël ophield te bestaan. Wat het boek betreft, beperk ik mij tot het maken van enige inleidende opmerkingen, die behulpzaam zullen zijn bij het verstaan ervan.
1. Gelet moet worden op het onderscheid dat er ook in de profetie is tussen:
• Israël (namelijk: de 10 stammen van ‘het huis van Israël’) en
• Juda (namelijk: de 2 stammen van ‘het huis van Juda’).
2. Voor ogen moet worden gehouden, dat er ten aanzien van sommige profetieën sprake is van een voorvervulling (of meerdere voorvervullingen) en een eindvervulling (doorgaans in de eindtijd).
3. Erop bedacht moeten wij zijn, dat het tot het eigene van de Bijbelse profetie behoort, dat van gebeurtenissen in de oude tijd (de zgn. Oude Bedeling) op een gegeven moment “overgestapt” wordt naar gebeurtenissen in de nieuwe tijd (de zgn. Nieuwe Bedeling).

Diverse grote profetische thema’s zullen in dit machtige en indrukwekkende Bijbelboek van Jesaja ter sprake komen. Het werk van de “Knecht des Heren” staat in dit boek van Jesaja – “de evangelist onder de profeten” – centraal. In deze gestalte herkennen wij natuurlijk onze Here Jezus Christus, maar opmerkelijk is het, dat ook het volk Israël deze naam ontvangt. En daarmee zijn wij meteen bij één van de verborgenheden die het boek bevat. Er zijn er meer. Bijvoorbeeld dat van het oude (d.i. letterlijke) en het nieuwe (d.i. geestelijke) Jeruzalem. Maar aangezien onze God ons bekend heeft willen maken de verborgenheid van Zijn wil, naar Zijn welbehagen (zie Ef. 1:9), geloven wij, dat Hij al deze verborgenheden – stukje voor stukje – voor ons zal ontsluieren. Met geen ander doel dan, om in (en door) ons allen, Zijn grote Naam te verheerlijken!

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen,
KLIK HIER.

A. Klein

donderdag 24 februari 2011

Het hart van een bruiloftskind

.




















Hoe te leven ?
Hoe zullen wij leven en hoe zullen wij de toekomst tegemoet treden? Dit zijn vragen die zich vandaag de dag, meer dan ooit tevoren, aan ons opdringen nu dreigende wolken zich boven deze wereld samenpakken en de ongerechtigheid groeiende is, alsook de onzekerheid aangaande de dingen die op komst zijn, waardoor steeds meer mensen door vrees worden bevangen. Zelfs in de gelederen van Gods kinderen wordt de verwarring, door allerlei oorzaken, steeds groter en het ene na het andere kind van God komt, bij herhaling, in een geloofscrisis terechtkomt. Wij leven duidelijk in een tijd van kentering. Aan alles bemerken en gevoelen we, dat er dingen gaan veranderen. Maar wàt gaat er gebeuren? En wat zal er met òns gebeuren? Zullen wij STAANDE blijven in het geloof en STANDVASTIG zijn en blijven? Een vraag die als vanzelf uitmondt in die andere vraag: Wat moeten wij doen? Ofwel: Hoe zullen wij, vandaag, leven?

Met verwachting
Een Schriftuurlijk en zuiver antwoord op deze vraag geeft ons de apostel Paulus in Filippenzen 1 vers 20, waar hij getuigt dat in zijn hart leefde: een “...reikhalzend verlangen en hoop dat ik in geen enkel opzicht beschaamd zal worden, maar dat in alle vrijmoedigheid, zoals altijd, Christus ook nu GROOTGEMAAKT ZAL WORDEN in mijn lichaam, of het nu door het leven is of door de dood”. (HSV)
Wij zullen ons eerst eens moeten afvragen wat er leeft in ònze harten. En wat er in ons hart MOET leven, kunnen wij van Paulus leren. Hij toont ons hier wat van waarachtige volgelingen van Jezus Christus verwacht wordt in goede en in kwade tijden.
In goede tijden? Dat hoeft toch niet benadrukt te worden? Jawel, want ook tijden van voorspoed houden een verzoeking in. Menigeen kwam reeds tot verflauwing in zijn of haar geestelijk leven op een rustig stuk van de levensweg. Maar in kwade tijden – vooral als er veel ontmoedigende dingen gebeuren en er, telkens weer, teleurstellingen moeten worden verwerkt – moeten we ervoor oppassen geen “uitgebluste” christenen te worden, want daarvan zijn er al genoeg vandaag de dag! Gelovigen die zich ongeïnteresseerd, als in een tredmolen, voortbewegen, hun hart gevuld met van alles en nog wat, maar niet met de LEVENDMAKENDE dingen van de hemelse Vader.
Houd uw licht brandende op de kandelaar[1] (zodat het zichtbaar IS en BLIJFT voor een ieder)! “Houd de vreugdevlammen brandend!” Hoe? Door te blijven leven met VERWACHTING in uw hart! Christus’ (ware) Gemeente leeft vandaag de dag in de verwachting van de ontmoeting met de hemelse Bruidegom. De “maagden” zijn uitgegaan[2], de Bruidegom TEGEMOET (zie Matth. 25:1). Deze VERWACHTING moet, juist nu, ons gehele geestelijke leven doortrekken, er als het ware een stempel op drukken! Verwacht, dat de Heer wonderbare dingen zal doen. Hij is een Waarmaker van Zijn Woord! Verwacht in elke duistere nacht het gloren van de dageraad! Verwacht en hoop oprecht, net als Paulus, dat u “in geen enkel opzicht beschaamd zal worden” (zie Filip. 1:20, HSV). Eén van de kenmerken van een kind van God is, dat hij of zij leeft met hoop: (zie Ef. 2:12-14 en 1 Petr. 3:15).
Sta niet toe, dat satan u deze schat ontneemt. Al ziet u als “in raadselen”, “wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken TEN GOEDE”![3] (zie 1 Kor. 13:12 en Rom. 8:28)

Onszelf wegcijferen
Om zo te kunnen leven, moeten wij echter wel leren om onszelf geheel weg te cijferen en het belang van de zaak van Christus vóór alles te stellen. Ook dit komt naar voren in Paulus’ zojuist aangehaalde woorden. Voor Paulus betekende “in geen enkel opzicht beschaamd te worden” (zie Filip. 1:20), dat Christus groot gemaakt werd IN en DOOR zijn leven!
Paulus wilde daarvoor in tweeërlei zin sterven! In dit verband is het nuttig om u erop te wijzen, dat op “de gelijkenis van de tien maagden” in het Mattheüs-Evangelie “de gelijkenis van de talenten” volgt (zie Matth. 25:1-13 en 14-30). Dit is zeker niet toevallig. Want, na de verwachting komt het zichzelf wegcijferen ter sprake. Immers, daarover gaat het feitelijk in “de gelijkenis van de talenten”. De man die het ene talent, dat hij ontvangen had, in de grond stopte, gaf daarmee te kennen beslist niet meer van zijn leven dan nodig was, aan zijn heer te willen toewijden. Hij wilde voor zichzelf leven en beschouwde het dienen als een noodzakelijk “kwaad”. Deze “onnutte dienstknecht” kwam daarom terecht in “de buitenste duisternis” (zie Matth. 25:30), een verwijzing naar de Grote Verdrukking. Hij verwachtte de wederkomst van zijn heer, doch zonder zijn leven in dienst te stellen van zijn heer. En, zo is het vandaag de dag – helaas – ook met vele kinderen Gods gesteld. Als zij zich niet veranderen, ondergaan zij hetzelfde lot als de “dwaze maagden[4] en de “onnutte dienstknecht” (zie Matth. 25:10-13 en 30).
U mag en kunt leven met verwachting, maar er is geen (waarachtige) verwachting, als u uw leven niet wilt verliezen aan Jezus, uw Heer. Handel (en wandel) daarom met de u gegeven talenten voor Jezus en u zult in geen zaak beschaamd worden.
Onze zorg moet eigenlijk niet langer zijn: “Hoe zal ik de toekomst tegemoet gaan?”, maar... “Hoe zal ik de Here tegemoet gaan?” Of, zoals de profeet Micha het zei, “Waarmee zal ik de HERE tegemoetgaan en mij buigen voor de hoge God?” (Micha 6:6a, HSV).
Wanneer u zich over deze (heilige) kwestie bekommert en niet over zoveel andere, minder belangrijke zaken in uw leven, zal de Heilige Geest u brengen tot een overvloedig VRUCHTBAAR LEVEN voor Jezus en uw leven stellen in het teken van de Gouden Kandelaar[5] (in de Filippenzenbrief treedt namelijk de gedachte van de Gouden Kandelaar op de voorgrond [6]). Uw lamp zal dan waarlijk brandende zijn als Jezus, als Bruidegom, komt.[7]
Zo en niet anders heeft ook een Paulus het mogen ervaren. De apostel Paulus was reeds in zijn dagen een echt “bruiloftskind”. In zijn nu meermalen aangehaalde getuigenis in de Filippenzenbrief (1:20) horen wij hem zelfs zeggen, dat hij van God “VRIJMOEDIGHEID” begeerde om zijn Heer maar zo goed mogelijk te kunnen DIENEN. Van alle vormen van vrees wilde hij verlost zijn, niet voor zichzelf, zoals zovele christenen dat vandaag de dag wensen, neen, maar opdat hij overvloediger mocht zijn in de dienst des Heren!
Leeft dit verlangen ook in ùw hart? Dat is “de LIEFDE sterk als de dood”, dat is “de HARTSTOCHT onstuitbaar als het graf. Haar vonken zijn vurige vonken, vlammen van de HERE” (zie Hoogl. 8:6, HSV). Dat is het ware (en juiste) verlangen van de Bruid van de Here Jezus Christus![8]

Wij hebben de toekomst
Wanneer wij nù, in deze tijd, dezelfde dingen van God BEGEREN, met geloof en in volkomenheid (want ook dit spreekt uit Paulus’ getuigenis), zullen wij vandaag niet alleen de toekomst aan kunnen, maar ook de toekomst bezitten! Want alles gaat zich, in het tijdsgewricht waarin wij leven, richten op DE OPENBARING van de WARE BRUID des Heren.
U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn” (Matth. 5:14, HSV), sprak Jezus eenmaal tot Zijn discipelen.
Als wij bovenstaande ter harte nemen dan zullen ook wij tot deze Gemeente mogen behoren, die straks door Christus naar de bruiloft zal worden geleid (zie Matth. 25:10, HSV).
Hebt u het hart van een bruiloftskind? Dan zult u niet beschaamd worden! Want, bruiloftskinderen wacht “de vreugde van hun Heer” (zie Matth. 25:21 en 23, HSV).


H. Siliakus[9]




[1] Voor meer over de geestelijke betekenis van de kandelaar, zie eventueel – op onze website www.eindtijdbode.nl/ – de studie “De Tabernakel van Israël (Gods profetisch model van de geestelijke ontwikkelingen van een waarachtig kind van God tot in alle volmaaktheid toe)” van E. van den Worm en/of ons Tabernakelschema, met een korte uitleg over de verschillende Tabernakel-objecten: www.eindtijdbode.nl/korte-tabernakeluitleg-in-schema.htm
[2] Zie eventueel op onze website de studie “De 5 wijze en de 5 dwaze maagden en hun eigen lotsbestemmingen in de eindtijd” van E. van den Worm of “Een ANDER geluid – Het verschil tussen ‘het Lichaam van Christus’ en ‘de Bruid van Christus” van A. Klein/E. van den Worm.
[3] Zie eventueel op onze website de studie “Wat God bereid heeft voor degenen, die Hem liefhebben” van E. van den Worm.
[4] Zie noot 2.
[5] Korte uitleg: De Gouden Kandelaar spreekt van licht (en dus inzicht) van de Heilige Geest door ons heen, en van licht (en dus inzicht) van de Heilige Geest voor ons. Hier hebben wij te maken met het getuigenis van de Heilige Geest door ons heen! Een ‘getuigenis’, dat onherroepelijk consequenties met zich mee brengt! De Kandelaar staat dus voor onze aangording met kracht van de Geest van God: Nodig voor onze arbeidszalving in Christus (zonder deze Goddelijke zalving kunnen wij niet – naar Zijn wil en welbehagen – voor Hem arbeiden). Zie ook nog noot 1.
[6] Zie noot 5.
[7] Zie eventueel op onze website het artikel “De Wederkomst van Christus nader bekeken” van A. Klein. Zie ook nog de studie vermeld bij noot 2.
[8] Zie eventueel op onze website de studie “Beschouwingen over het boek Hooglied (het boek over de innige band tussen Bruid en Bruidegom)” van H. Siliakus.
[9] Uit "De Tempelbode" van augustus 1986. Enigszins bewerkt door A. Klein.

Het hart van een bruiloftskind
(PDF om uit te printen)


woensdag 23 februari 2011

Boekbespreking 27: De 7 fasen van de Wederkomst van onze Here Jezus Christus


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar E. van den Worm,
[1]
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Fase 1:
De toebereidingen van Zijn wederkomst.
Mal. 3:1a
“Ziet, Ik zend Mijn engel (of bode, uitbeelding van alle geroepen en hiertoe gezalfde dienstknechten van onze Here Jezus Christus), die voor Mijn aangezicht de weg bereiden zal.”
Deze toebereiding van Zijn wederkomst gebeurt in en door de Heilige Geest met Zijn hiertoe geroepen en gezalfde menselijke “spreekbuizen” als Zijn instrumenten.

De 1ste toebereiding:
De roep van de Geest TER MIDDERNACHT (d.i. gedurende geestelijke, sociale en militaire middernachtelijke omstandigheden, d.w.z. in zeer duistere, moeilijke tijden).
Matth. 25:6-13 “En ter middernacht geschiedde een geroep: Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet! Toen stonden al die maagden op, en bereidden haar lampen. En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit. Doch de wijzen antwoordden, zeggende: Geenszins, opdat er misschien voor ons en voor u niet genoeg zij; maar gaat liever tot de verkopers, en koopt voor uzelf. Als zij nu heengingen om te kopen, kwam de bruidegom; en die gereed waren, gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd gesloten. Daarna kwamen ook de andere maagden, zeggende: Heer, heer, doe ons open! En hij, antwoordende, zei: Voorwaar zeg ik u: Ik ken u niet. Zo waakt dan; want gij weet de dag niet, noch de ure, in welke de Zoon des mensen komen zal.”
Ef. 5:14-20 “Daarom zegt Hij: Ontwaakt, gij, die (geestelijk gezien) slaapt, en staat op uit de (geestelijke) dood; en Christus zal over u lichten. Zie er dan op toe, dat gij voorzichtig wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen. De tijd uitkopende, omdat de dagen boos zijn. Daarom weest niet onverstandig, maar verstaat, welke de wil van de Here zij. En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met de Geest; sprekende onder elkaar met psalmen, en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende en psalmende de Here in uw hart; dankende te allen tijd, over alle dingen, God en de Vader, in de Naam van onze Here Jezus Christus.”
Hierdoor geschiedt een algemeen geestelijk ontwaken van de hele Gemeente/Kerk.

De 2e toebereiding:
De roep van de Geest tot deelname aan HET AVONDMAAL VAN DE BRUILOFT van het Lam van God.
Openb. 19:9 “En hij zei tot mij: Schrijf, zalig zijn zij, die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam. En hij zei tot mij: Deze zijn de waarachtige woorden Gods.”
Aan hen, die hier deel aan willen nemen, zal de Geest de volmaakte verlossing te weeg brengen van alle zondemacht, die hen “zonder vlek of rimpel” zal maken door hun vrijwillige en gelovige deelname aan de volmaakte wassing (reiniging) in het gestorte Bloed van Gods Lam, door gedurig Zijn vlees en Zijn bloed geestelijk te eten en te drinken (zie fase 2).
Luk. 9:23-24 "En Hij zei tot allen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf, en neme zijn kruis dagelijks op en volge Mij. Want zo wie zijn leven behouden wil, die zal het verliezen, maar zo wie zijn leven verliezen zal om Mijnentwil, die zal het behouden."
2 Kor. 4:10-11 Altijd de doding van de Here Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het (opstandings)leven van Jezus in ons lichaam zou geopenbaard worden. Want wij, die leven, worden altijd in de dood overgegeven om Jezus' wil;
opdat ook het (opstandings)leven van Jezus IN ONS STERFELIJK VLEES (dus: reeds HIER OP AARDE) zou geopenbaard worden.”

Fase 2:
Zijn plotselinge komst als de Engel van het (bloed)verbond.
Mal. 3:1b “En plotseling zal (in en door de Heilige Geest) tot Zijn tempel (d.i. tot Zijn geestelijke “vaten” - die wij behoren te zijn) komen die Here, Die gij zoekt, te weten de Engel van het (Bloed)verbond aan Dewelke gij lust hebt (nl. de Here Jezus Christus, onzichtbaar, in en door de Heilige Geest); ziet, Hij komt, zegt de HERE der heirscharen.”
De werkelijke totale loutering/reiniging van Zijn Bruid in het Vuur van de Geest op grond van haar geloof in het gestorte Bloed van Gods Lam,
waardoor zij vlekkeloos en rimpelloos, onberispelijk rein, wordt gemaakt.
Ef. 5:26-27 "Opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende door het bad met het (reinigende) water door het Woord; opdat Hij haar Zichzelf heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk."

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen, KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-10-2009. KLIK HIER

donderdag 10 februari 2011

De Gever en Zijn Gaven - hoofdstuk 10

.






Deel 2:
De Gaven of Manifestaties van de Heilige Geest







De Gave van ‘het Onderscheiden van geesten’

Wat is de Gave van ‘het Onderscheiden van geesten’?
Deze gave is de derde van de groep van ONHOORBARE (Geestes)gaven, waardoor God de christen iets doet KENNEN of WETEN. De gave van “het Onderscheiden van geesten” is de “bovennatuurlijke” manifestatie van Gods Geest, die de christen openbaart WELKE of WAT voor geest/geesten er rondom hem/haar werkzaam is/zijn.
Efeze 6:12 (HSV): “Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.”
Gods Geest stelt ons met deze gave in staat om een bovennatuurlijke blik te slaan in de wereld der geesten. Dat deze gave van ontzaglijk groot belang is voor de Gemeente van de Here Jezus Christus, behoeft geen nader betoog. Door de werking ervan wordt het Lichaam van Christus altijd en overal veilig gesteld!
Prijst God voor Zijn wondervolle voorziening!
Allen, die in enige bediening staan, moeten niet ophouden God om de manifestatie van deze (Geestes)gave in hun bediening te bidden, want alleen deze (Geestes)gave doet hen de soort geesten onderscheiden, die in deze laatste dagen werkzaam zijn in de mensen, die wij op de één of andere manier met het Evangelie moeten zien te bereiken, zoals:

•geesten van ongehoorzaamheid (waardoor men al gauw geneigd is tot ongehoorzaamheid, ook en vooral aan God en Zijn gebod[1]),
•geesten van hoogmoed,
•geesten van twistgierigheid (waardoor men al gauw – lees: dwangmatig – geneigd is tot redetwisten of onverdraagzaamheid),
•geesten van zelfmedelijden,
•geesten van vleselijke lusten (waardoor men al gauw – lees: dwangmatig – geneigd is tot allerlei soorten van verkeerde verlangens en/of seksuele uitspattingen),
•geesten van murmurering (waardoor men al gauw – lees: dwangmatig – geneigd is tot mopperen, klagen en/of ontevredenheid),
•geesten van koppigheid,
•geesten van onreinheid,
•geesten van ontuchtigheid,
•geesten van onmatigheid,
•geesten van vitten en treiteren,
•geesten van roddel,
•geesten van onderkruiperij (waardoor men al gauw – lees: dwangmatig – afbreuk wil doen aan andermans werk),
•geesten van zelfvoldaanheid,
•geesten van (geestelijke) blindheid,
•geesten van stomheid (het “met stomheid geslagen zijn”, waardoor men niets weet te zeggen of het – voor altijd of slechts tijdelijk – echt niet kunnen spreken),
•geesten van onvastheid (waardoor men onzeker/wankelbaar/onevenwichtig is, en dus niet – of niet volkomen – beheerst wordt door de eigen wil of – nog belangrijker – door Gods wil),
•geesten van leugen,
•geesten van haat,
•geesten van zelfbedrog,
•geesten van zotternij (waardoor men al gauw – lees: dwangmatig – geneigd is om dwaze of gekke dingen te doen),
•geesten van spot (waardoor men al gauw – lees: dwangmatig – geneigd is om anderen, door een grap of gekheid, te bespotten en/of belachelijk te maken),
•geesten van luiheid,
•geesten van praatzucht (ofwel: het praatziek zijn, waardoor men al gauw – lees: dwangmatig – geneigd is tot onzinnig kletsen of roddelen),
en van nog heel veel andere geesten[2], waarvan in de Bijbel wordt gesproken.

Zoals christenen in deze laatste dagen “alles op alles” zetten om dit Evangelie van het Koninkrijk te verkondigen, waar en wanneer zij maar kunnen, zo grijpt de duivel iedere gelegenheid aan om in deze laatste dagen de wereld te bezoeken met een “opwekking” (ofwel: een herleving) van helse machten! Daarom kan en mag de Gemeente van Jezus Christus, juist in deze huidige tijdsbedeling, verwachten dat God Zijn geestelijke gaven – en DEZE geestelijke gave niet in het minst – in overvloediger mate zal schenken. Halleluja!
De (Geestes)gave van “het Onderscheiden van geesten” openbaart de christen verder, HOE God op een bepaald ogenblik in de samenkomst werkt en WELKE gave in manifestatie IS of KOMT. Hoeveel christenen maken niet de grote fout om hun samenkomsten te leiden volgens een VAST, van te voren opgemaakt programma, waarvan zij niet willen afwijken, TENZIJ God Zelf zou ingrijpen! Dat zij – zo doende – net zo vele malen lijnrecht tegenover de leiding van de Heilige Geest staan, beseffen zij niet eens, omdat zij niet in staat zijn om te onderscheiden, welke (Geestes)gave op een gegeven moment in werking is of wordt gemanifesteerd! Pas als wij, christenen, met de Geest van God samenwerken en Hij IN ons werkt, zullen psychologen, psychometristen, telepaten, kristalkijkers, astrologen en handwaarzeggers onthutst, verstomd en verward zijn… net zoals zij dat waren op die eerste Pinksterdag en in die eerste Pinkstertijd, toen zij de wonderbaarlijke manifestaties van Gods Geest zagen.
Het is door de manifestatie van deze gave van de Heilige Geest, dat christenen (kunnen) onderscheiden of de werkzame gaven van “ALLERLEI TALEN”, “UITLEG van TALEN” en “PROFETIE” in de Gemeente wel “echt” zijn en niet “uit het vlees”!
1 Korinthe 14:27-29 (HSV): “En als iemand in een andere taal spreekt, laat het dan door twee of hoogstens drie mensen gedaan worden, ieder op zijn beurt, en laat één het uitleggen. Maar als er geen uitlegger is, laat hij dan in de gemeente zwijgen, maar laat hij tot zichzelf spreken en tot God. En laten twee of drie profeten spreken, en LATEN DE ANDEREN HET BEOORDELEN.”
Ik heb mogen leren dat dit BEOORDELEN alleen dient te geschieden door hen, die waarlijk – vanwege hun uitgesproken geloofsleven met deze (Geestes)gaven – PROFETEN zijn!
1 Korinthe 2:15 (HSV): “De GEESTELIJKE MENS beoordeelt wel alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld.”
Het was door deze gave, dat de Heilige Geest mij op een morgen – tijdens een samenkomst – de “geest van VERBEELDING” deed onderscheiden in een man, die op dat ogenblik “profeteerde”, nadat diezelfde (verkeerde) geest de man eerst had doen spreken van een “gezicht”! De Geest van God drong mij toen tot een bestraffing van die geest, waarop de man zweeg.

Wat deze Gave NIET is
“Het Onderscheiden van geesten” heeft niets te maken met wat de mensen zo gaarne beoefenen: achterdocht, wantrouwen, argwaan en/of verdenking. Nog veel minder heeft deze Geestesgave te maken met de zogenaamde “Christian Science”: zij ontkennen namelijk het bestaan van een duivel en van geesten.
Het Schriftuurlijke “Onderscheiding van geesten” is niet een zéér sterk ontwikkeld gevoel voor verbeelding (d.i. het zich – onterecht – iets inbeelden). In de regel is het wel zo, dat personen, die aan dit laatste lijden, innerlijk al van het rechte pad afgeweken zijn. Zij zijn, zoals de Bijbel dat kernachtig zegt: “verdwaasd in hun overwegingen ... Zij hebben de waarheid van God vervangen door de leugen” (Rom. 1:21b-22, 25a). God haat menselijke verbeelding/inbeelding.
Spreuken 6:16-19 (HSV): “
Deze zes haat de HERE, ja, zeven zijn een gruwel voor Zijn ziel:… een hart dat zondige plannen smeedt (SV: een hart, dat ondeugdzame gedachten smeedt),… een valse getuige die leugens blaast,…”
Het was om deze reden, dat God de zondvloed deed komen en daardoor een einde maakte aan alle vlees.
Genesis 6:5 (HSV): “En de HERE zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren.”
Gode zij dank voor alle genade, ons in Jezus Christus geworden, waardoor het ons mogelijk is om over deze dingen de overwinning te behalen.

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

CJH Theys


[1] Alle hier, tussen haakjes, vermelde teksten zijn – hopelijk ter verduidelijking – door A. Klein toegevoegd.
[2] Al deze geesten zijn net zovele machten van de boze die de (gelovige) mens negatief beïnvloeden, waardoor het leven, maar vooral ook het geloofsleven niet TEN VOLLE tot eer en verheerlijking van Zijn Naam zal kunnen zijn. Vandaar ook de noodzaak dat deze geesten bestaft en/of uitgeworpen dienen te worden (ofwel: dat de macht van deze geesten verbroken wordt), zoals we o.a. kunnen lezen in 2 Kor. 10:3-6a. (noot – AK)



woensdag 9 februari 2011

Boekbespreking 26: De 7 donderslagen van Openbaring 10:3


Ee
n Bijbelstudie van Bijbelleraar E. van den Worm,[1],
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

De 7-voudige overwinning van Jezus, de Leeuw van Juda, over zonde en satan in Gemeente (Kerk) en wereld in de laatste dagen.
Openb. 10:1 “En ik zag een andere sterke Engel nederdalen uit de hemel, bekleed met een wolk, en de regenboog was op Zijn hoofd en Zijn gelaat was als de zon en Zijn voeten waren als zuilen van vuur,”
Hier zien wij de Engel van het Bloedverbond (zie Mal. 3:1 en Openb.1:12-18), onze Here Jezus Christus, onzichtbaar voor het mensenoog en in de volle kracht van de Heilige Geest in de eindtijd in de wereld der mensen verschijnen. Twee millennia (2000 jaren) heeft Hij de kerkelijke arbeid in handen van de mensheid gelaten, opdat de geestelijke arbeiders, na bekering en overgave, Zijn krachtige Geest mochten zoeken om, door Hem gezalfd en geleid, het heilswerk in de wereld te mogen verrichten. Dit mensenwerk is echter in Zijn ogen te licht en vaak buiten Hem om bevonden. In het laatste geval heeft al het menselijk arbeiden geen eeuwige vrucht afgeworpen en wordt deze arbeid als hout, hooi en stro door Gods vuur verbrand.
1 Kor. 3:12-15 “Is er iemand, die op dit (Goddelijk) fundament bouwt met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi, of stro, ieders werk zal aan het licht komen. Want de dag zal het doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en hoedanig ieders werk is, dat zal het vuur uitmaken. Indien het werk, dat hij erop gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen, maar indien iemands werk verbrandt, zal hij schade lijden, doch hij zelf zal gered worden, maar als door vuur heen.”
Nu, in de sluitingstijd, de eindfase, van de Goddelijke genade, neemt Hij de leiding in het geestelijk werk volkomen in eigen hand (zie Ef. 1:9-10, Openb. 1:16 en 20, zie hiervoor ook hoofdstuk 2, de 1ste Goddelijke proclamatie). Wij zijn dan zo ongeveer in de laatste jaarweek van Daniël 9:27, de laatste 7 jaren van onze huidige wereld, beland.
Dan. 9:27 “En Hij zal het (Bloed)verbond voor velen zwaar maken (letterlijke vertaling: bevestigen), een week lang; in de helft van de week zal Hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester (de antichrist) komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is (de antichrist zal de oorzaak zijn, dat de hemelse Rechter, onze Here Jezus Christus uiteindelijk de fiooloordelen over de aarde doet komen, die een totale verwoesting over de antichristelijke wereld brengen zullen).”
In deze sluitingstijd (de laatste jaarweek, de 7 laatste jaren van deze wereld) zal Hij Zich weer met Israël, met alle 12 stammen van Jakob, bemoeien. Hij zal velen onder hen brengen tot overgave en geloof in Hem en in Zijn gestorte Bloed, zo Zijn Bloedverbond met hen sluiten (voor hen dit verbond bevestigen, zie Dan. 9:27a). In de eerste helft van deze jaarweek (de eerste 3½ jaar) zal ook de grote wereldwijde opwekking plaatsvinden en de grote exodus (uittocht) van heel Israël uit de wereld naar Kanaän toe (zie Jes. 11:10-11, zie hiervoor ook hoofdstuk 7, de 6de Goddelijke proclamatie). In de helft van deze jaarweek zal Hij de genade voor deelname aan Zijn slacht- en spijsoffer, aan Zijn Bloedverbond, doen ophouden, hierdoor de genadedeur sluiten en zal de grote verdrukking van 3½ jaar aanvangen. Hierna zal de totale vernietiging van de antichristelijke wereld beginnen (zie Openb. 10:6-7, zie hiervoor ook hoofdstuk 8, de 7de Goddelijke proclamatie).
Amos 9:11-12 “Te dien dage zal Ik de vervallen hut van David weder oprichten, Ik zal haar scheuren dichten en wat daarvan is ingestort, overeind zetten; Ik zal haar herbouwen als in de dagen van ouds, opdat zij beërven de rest van Edom en van al de volken over wie mijn naam is uitgeroepen (het begenadigde deel van de heidenvolken zal Hij aan Israël toevoegen), luidt het woord van de Here, die dit doet.”
Hij zal Zijn relatie met Israël herstellen en velen uit hen, naar Gods roeping, in grote kracht zaligmakende genade verlenen (een derde deel van heel Israël zal zich tot God bekeren en hierdoor gered worden, tweederde van Israël zal onbekeerd en ongelovig blijven en hierdoor, zoals de Schrift het zegt, uitgeroeid worden – zie Zach. 13:8-9). Velen onder hen zal Hij als Zijn dienstknechten gebruiken, zodat Zijn grote Naam door hun arbeid in de zalving en grote kracht van de Heilige Geest verheerlijkt wordt. Dan zal de grote, laatste, wereldwijde opwekking tot stand komen. Door hun arbeid, dat door Hemzelf geleid en bekrachtigd wordt, zullen in deze laatste jaarweek van Daniël 9:27 ontelbare zielen (zie Openb. 7:9) aan het Koninkrijk Gods worden toegevoegd.
Wij zien de Leeuw van Juda, onze Here Jezus Christus, eveneens en evenzo in hetzelfde gebeuren verschijnen in Openbaring 1 vers 10-15:
“Ik kwam in vervoering des geestes op de dag des Heren, en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin, zeggende: Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven Gemeenten: naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamum, en naar Tyatira, en naar Sardes, en naar Filadelfia en naar Laodicea. En ik keerde mij om, ten einde de stem te zien, die met mij sprak. En toen ik mij omkeerde, zag ik zeven gouden kandelaren, en te midden van de kandelaren Iemand als eens mensen zoon, bekleed met een tot de voeten reikend gewaad, en aan de borsten omgord met een gouden gordel; en Zijn hoofd en Zijn haren waren wit als witte wol, als sneeuw, en Zijn ogen als een vuurvlam; en Zijn voeten waren gelijk koperbrons, als in een oven gloeiend gemaakt, en Zijn stem was als een geluid van vele wateren.”

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen, KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-10-2009. KLIK HIER


dinsdag 8 februari 2011

De eindtijdbode – nieuw(s)lichter

Kijk ook eens op onze nieuwe site "De eindtijdbode – nieuw(s)lichter" met een aantal vaste rubrieken, zoals:

  • Tekenen van de Eindtijd
  • Voor u gelezen
  • Goed Nieuws-berichten
Te bereiken via http://eindtijdbode.wordpress.com/

Het woord “nieuw(s)lichter” heeft vele woorden en dus allerlei betekenissen in zich:
• NIEUW: Het is een NIEUWE site, naast onze al bestaande sites:
1. website http://www.eindtijdbode.nl/
2. weblog http://www.eindtijdbode.blogspot.com/
3. website (Engelstalig) http://www.endtime-messenger.com/
4. Blog (Engelstalig) http://www.endtime-messenger.blogspot.com/
• NIEUWS: Er staan in ieder geval regelmatig 3 soorten NIEUWS op:
1. de zgn. “Goed Nieuws-berichten” en
2. nieuws over “Christenvervolging
3. nieuws over allerlei gebeurtenissen in de wereld die – vermoedelijk – met “Tekenen van de Eindtijd” te maken hebben.
• LICHT: Kan – in Bijbels verband – gezien worden als “(geestelijk) LICHT en/of inzicht” hebben/krijgen in bepaalde zaken.
• LICHTER: Deze nieuwe site is duidelijk LICHTER van aard dan onze website en ons weblog, waarop vooral diepgaande Bijbelstudies staan.
• NIEUWLICHTER: Volgens het woordenboek is dit: Een aanhanger van nieuwe opvattingen of denkbeelden. Je zou ook kunnen zeggen: Een aanhanger met (bepaalde) opvattingen of denkbeelden over Bijbelse zaken die – door sommigen – als nieuw (of: anders) worden ervaren/gezien.
• NIEUWSLICHTER: Iemand die allerlei nieuws leest en sommige artikelen – die passen bij de doelstelling – eruit licht om ze vervolgens op de eigen site te plaatsen (eigen uitleg).

Hopelijk is uw nieuwsgierigheid – in de goede betekenis van het woord – gewekt en besluit u gauw eens een kijkje te gaan nemen op deze nieuwe site.

A. Klein

maandag 24 januari 2011

Moeten wij op ‘de tekenen der tijden’ letten ?

,

















De tekenen verstaan
Uit hetgeen onze Heer eens sprak tot de geveinsden (d.i. de huichelachtige gelovigen) uit Zijn tijd – waarover wij kunnen lezen in Mattheüs 16:3 en Lukas 12:56 (HSV): “De aanblik van de lucht weet u wel te onderscheiden, en kunt u de tekenen van de tijden niet onderscheiden?” en “Huichelaars, de aanblik van de aarde en van de hemel weet u te duiden. Hoe kan het dan dat u deze tijd niet weet te duiden?” – kunnen wij opmaken dat het (door welke oorzaak dan ook) niet zo vanzelfsprekend is, dat men “de tekenen van de tijd” (de zgn. “voetstappen” die de wederkomst van de Here Jezus aankondigen) verstáát. Tot degenen die deze tekenen niet (in geestelijke zin) verstáán, kunnen wij niet zomaar zeggen: “Let op de tekenen van de tijd”. Waarmee ik bedoel te zeggen, dat er IETS is, dat kennelijk belangrijker is dan het “alleen maar” letten op die tekenen, omdat er zonder dat IETS van (goed) “letten op” niet eens sprake kan zijn.

De afval van het geloof
Gods Woord leert ons zo duidelijk, dat de laatste dagen van de huidige tijdsbedeling zich door gewisse, en met het oog waarneembare, “tekenen der tijden” zullen onderscheiden. Er zullen aardbevingen zijn, hongersnoden, besmettelijke ziekten, oproeren en oorlogen, om maar de meest voor de hand liggende te noemen (zie o.a. Matth. 24:3-14). Wij zouden kunnen zeggen, dat gelóóf eigenlijk niet meer nodig is als wij deze dingen rondom ons zien gebeuren. Het geloof is immers “een bewijs van de zaken die men NIET ziet” (zie Hebr. 11:1). Wanneer het Woord van God op zulk een wijze in vervulling gaat, en voor een ieder waarneembaar is, zou men verwachten dat velen zich (alsnog) tot God bekeren. Het tegendeel zal echter gebeuren.
“Zal de Zoon des mensen, als Hij komt, (nog) wel het (ware) geloof op de aarde vinden?”, zo sprak Jezus (Luk. 18:8, HSV). In diezelfde tijd, wanneer het strikt genomen niet meer nodig is te gelóven dat er een God in de hemel is, omdat de bewijzen daarvan gezìen worden, juist in die tijd zal de àfval van het geloof groter zijn dan ooit tevoren. Ja, het is uitgerekend ook één van de tekenen van de eindtijd, dat “de liefde van velen (vooral ook tot God en Zijn gebod) zal verkoelen” (zie Matth. 24:12). Wij vragen ons af, hoe deze twee dingen met elkaar te rijmen zijn?

Als een dief
Om een antwoord op deze vraag te ontvangen, gaan wij eerst naar 1 Thessalonicenzen 5:1-3, waar wij lezen, dat “de Dag des Heren"[1] komt “als een dief in de nacht”:
“Maar wat de tijden en de gelegenheden betreft, broeders
(en zusters), is het voor u niet nodig dat men u schrijft. Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Here (SV: de dag des Heren) komt als een dief in de nacht. Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten.” (1 Thess. 5:1-3, HSV)
Is dit in tegenspraak met Bijbelpassages die duidelijk maken dat “de Dag des Heren” door gewisse tekenen wordt aangekondigd? Nee, zo zullen wij verderop zien, en dit vermoeden wij nu al, omdat wij in vers 4 van hetzelfde hoofdstuk kunnen lezen dat er ook gelovigen zullen zijn, die DIE “Dag” niet “als een dief zal overvallen”:
“Maar u, broeders (en zusters, waarmee de zgn. “wijze maagden” bedoeld worden – zie noot[2]), bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen.” (1 Thess. 5:4, HSV)
Vervolgens gaan wij naar Mattheüs 24:42-44, waar in ongeveer gelijke bewoordingen over de dag van Jezus’ wederkomst[3] wordt gesproken:
“Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Here (weder)komen zal. Maar weet dit, dat als de heer des huizes geweten had in welke nachtwake de dief komen zou, hij waakzaam geweest zou zijn, en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken. Weest ook u daarom BEREID, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen (weder)komen.” (Matth. 24:42-44, HSV)
Waar wij op moeten letten is, dat ook hier wordt gezegd, dat ondanks het onverwachte van de wederkomst (“als een dief”) het toch mogelijk zal zijn “bereid” te zijn! Let op, het “bereid” zijn (zie Matth. 24:44) is de staat waarin men verkeert als men wéét wanneer de dief komt (zie Matth. 24:43)!
Nu zal het doorgaans niet voorkomen dat men over de komst van een dief wordt ingelicht. Maar de bedoeling van deze woorden is, duidelijk te maken, dat de (weder)komst van de Here Jezus WEL wordt aangekondigd.

De tekenen en het Woord
De wederkomst van de Here Jezus[4] wordt dus wel aangekondigd. Hoe? Door de “tekenen”? Neen, IN HET WOORD VAN GOD! “Tekenen der tijden”, die verband houden met Jezus wederkomst, hebben slechts waarde omdat zij IN HET WOORD VAN GOD beschreven worden[5]. En deze tekenen kondigen Zijn wederkomst pas aan, wanneer het aangekondigde – dus Zijn komst – te gebeuren staat. DE “TEKENEN DER TIJDEN” ZIJN ALS HET KRAKEN VAN DE VOETSTAPPEN VAN DE DIEF. Als men niet wakker is, maar – geestelijk gezien – slaapt, hoort men ze niet. Alleen wie van te voren over de komst van deze “dief” is ingelicht (door HET Woord, d.i. Gods Woord, de Bijbel!) en dus wáákt, zal het gekraak (“de tekenen”) vernemen.

Geen gemeenschap met het Woord hebben
Wat nu is het grote verzuim van de gelovigen van deze tijd? Zij lezen de Bijbel niet (goed)! Wij hebben het dan uiteraard over “lezen” in de zin van “zich iets toeëigenen”, er – in geestelijke zin – van “eten”. Daarom is er nu al zo’n grote geloofsafval en zo’n massaal navolgen van dwaalleraars (“velen worden verleid”). De “eenzijdige predikaties” die wij overal, in de vele gemeenten/kerken kunnen signaleren, zijn het bewijs van de werkzaamheid van de “geest van dwaling”. En valse (Bijbel)leraars worden massaal nagevolgd, omdat de meeste gelovigen zelf (d.i. persoonlijk) GEEN GEMEENSCHAP MET HET – LEVENDMAKENDE – WOORD VAN GOD hebben.
Zeggen, bijvoorbeeld, aardbevingen zulke gelovigen dan niets? Aardbevingen, en al het andere dat als “tekenen der tijden” gegeven wordt, zeggen ons niet werkelijk iets, als wij niet dichtbij het Woord van God leven! Hoe dikwijls maken wij niet mee dat men gaat relativeren wanneer er, bijvoorbeeld, op het (steeds vaker) voorkomen van aardbevingen gewezen wordt: “die zijn er altijd al geweest” is dan het veel gehoorde antwoord. Dat doet men niet, omdat men niet op de hoogte is met de statistische gegevens aangaande aardbevingen en andere natuurrampen, maar omdat men ONgeestelijk is (omdat men geen GEMEENSCHAP met het – LEVENDMAKENDE – Woord van God heeft)!

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

H. Siliakus[6]






[1] Zie eventueel – op onze website http://www.eindtijdbode.nl/ – de studie “De Dag van JaHWeH (of: De Dag des Heren)” van E. van den Worm.
[2] Zie eventueel op onze website de studie “
De 5 wijze en de 5 dwaze maagden en hun eigen lotsbestemmingen in de eindtijd” van E. van den Worm.
[3] Zie eventueel op onze website het artikel “
De Wederkomst van Christus nader bekeken” van A. Klein.
[4] Zie noot 3.
[5] Zie eventueel het schema op onze website, met het eindtijdscenario:
http://www.eindtijdbode.nl/eindtijdscenario.htm
[6] Uit “De Tempelbode” van januari 1981. Enigszins bewerkt door AK.


zondag 23 januari 2011

Boekbespreking 25: De 7 Geesten van God en van het Lam van God


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar E. van den Worm,[1]
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Inleidend woord over de 7 Geesten van God
• “En van de troon gingen uit bliksemen, en donderslagen, en stemmen; en zeven vurige lampen waren brandende voor de troon, welke zijn de zeven geesten van God.” (Openb. 4:5)
• “En ik zag, en ziet, in het midden van de troon, en van de vier dieren, en in het midden van de ouderlingen, een Lam, staande als geslacht, hebbende zeven hoornen, en zeven ogen; dewelke zijn de zeven geesten van God, die uitgezonden zijn in alle landen.” (Openb. 5:6)
• “En hij toonde mij een zuivere rivier van het water des levens, helder als kristal, voortkomende uit de troon van God, en van het Lam.” (Openb. 22:1)
Deze teksten vertellen ons, dat de Heilige Geest van God uitgaat, zowel uit de Vader als uit de Zoon (het Lam). Het is deze Geest van de Zoon, als Gods Hogepriester, Die het werk op aarde – door het Lam van God volbracht door middel van Zijn dood èn opstanding – persoonlijk uitwerkt in het hart en het leven van hen, die zich (hier op aarde) tot God hebben bekeerd en zich aan Hem hebben overgegeven in belijdenis van hun zondeschuld.
Het is het Lam van God, Dat, als Gods Hogepriester aan de rechterhand van God gezeten zijnde, door Zijn Geest heen Zijn heilswerk, verkregen door Zijn dood èn opstanding, stap na stap toebedeelt aan hen, die zich tot God en tot Jezus Christus hebben bekeerd, zulke christenen zo deelgevend aan Zijn overwinning over satan en zonde, zodat zij zelf daadwerkelijk in hun persoonlijk leven als overwinnaars over satan en zonde op deze wereld (kunnen) wandelen, leven en werken.
Deze Heilige Geest, deze Geest van de Vader èn van het Lam van God, heeft 7 openbaringsvormen, die in de Schrift de 7 Geesten Gods worden genoemd, en die wij eerst in het kort zullen bezien om daarna wat uitvoeriger op Zijn openbaringsvormen in te gaan.
Hij tracht de zondaar in de eerste plaats in Zijn eerste openbaringsvorm te leiden tot oprechte bekering om hem/haar daarna, na oprechte overgave aan Hem, te reinigen en te heiligen en daarna te rechtvaardigen.

De 1ste openbaringsvorm van de Geest van God:
de Goddelijke Roeper tot bekering in de woestenij van ons hart en leven
Het eerste werk, de eerste openbaringsvorm van de Geest van God, is Zijn openbaring aan de zondaar als licht, ook wel de Geest van Oordeel genoemd.
De Vader zendt Zijn Geest uit, Die, door middel van het gepredikte Woord van God, licht brengt in de gewetens van de zondaren, tot overtuiging van hun zondig leven aan de ene kant en tot openbaring van Zijn genade-aanbod, als zij zich tot Hem bekeren, aan de andere kant, opdat dezen zich waarlijk gaan bekeren tot God en hierdoor door God kunnen worden verlost van hun grote en kleine zonden en van de zondige staat, waarin zij leven en werken.
En Die (d.i. de Heilige Geest) gekomen zijnde zal (als eerste goddelijk werk) de wereld (nl. “het wereldse” in het hart en denken van de zondaar) overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel.” (Joh. 16:8)
“Die zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen.” (Spr. 28:13)
“Welgelukzalig is de mens, die voortdurend vreest (om te zondigen tegen God en Zijn gebod); maar die zijn hart verhardt, zal in het kwaad vallen.” (Spr. 28:14)
In de eindtijd, de tijd waarin wij nu leven, komt Hij (namelijk: de Geest van de Vader) zo over alle vlees tot het vormen van een wereldwijde opwekking.
“En het zal zijn in de laatste dagen, (zegt God) dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten (d.i. visioenen) zien, en uw ouden zullen dromen dromen.” (Hand. 2:17)
Ook zendt Hij (d.i. de Zoon van God) in de laatste dagen Zijn oordelen uit over de wereld en over het onbekeerde deel van Zijn Gemeente en dit in steeds toenemende mate. Hierover kunnen wij in het Boek Openbaring lezen en dit zien wij ook in de wereld om ons heen gebeuren.
“...want wanneer Uw gerichten op de aarde zijn (of: Uw oordelen over de aarde gaan), zo leren de inwoners van de wereld gerechtigheid.” (Jes. 26:9b)
De onbekeerlijken in wereld en Kerk/Gemeente worden dan slachtoffer van Gods oordelen, maar allen, die zich oprecht van hun zondig leven bekeren, vinden bij God genade en worden door Hem bewaard.
“Aan uw zijden zullen er duizend vallen, en tienduizend aan uw rechterhand; maar tot u (die volkomen afgestorven is aan de zonde[macht]) zal het niet genaken.” (Ps. 91:7)
• “U zal geen kwaad wedervaren, en geen plaag zal uw tent
(of: huis) naderen
.” (Ps. 91:10)

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen, KLIK HIER.

A. Klein


[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-10-2009. KLIK HIER

maandag 10 januari 2011

De Gever en Zijn Gaven - hoofdstuk 9









Deel 2:
De Gaven of Manifestaties van de Heilige Geest





De Gaven van een ‘Woord van Wijsheid en van Kennis’

Wat is de Gave van een ‘Woord van Wijsheid’?
Eén van de “geruisloze” Geestesgaven, waardoor God de christen in staat stelt om te KENNEN of te WETEN, is de gave van een “Woord van Wijsheid” (zie 1 Kor. 12:8-10). Ze is een bovennatuurlijke manifestatie van Gods Geest. Aan de christen wordt hier, wanneer God dit nodig acht, EEN DEEL VAN Zijn WIJSHEID geschonken, waardoor hij/zij tot uitspraken kan komen die een Goddelijke oplossing van problemen brengen. Met deze (Geestes)gave doet God de Heilige Geest ons weten, het HOE, het WAAROM, het WANNEER, het WAAR en het WAT van deze of gene kwestie. Altijd zullen wij gewaar worden, dat het hier gaat om een BOVENNATUURLIJKE oplossing van een vraagstuk.
Zoals alle christenen geloof hebben ontvangen (zie Rom. 12:3) en slechts enkelen de gave van “het geloof”, zo hebben alle christenen min of meer Goddelijke wijsheid, maar niet allen hebben de gave van een
“Woord van Wijsheid”.
Met de manifestatie van deze Geestesgave wordt een Gemeente opgebouwd en worden opwekkingen in de juiste banen geleid. Deze Geestesgave kan werkzaam zijn door visioenen, door dromen of door directe openbaringen. In dit laatste geval kunnen deze diep in de menselijke geest of op zachte toon, dan wel met duidelijk waarneembare stem worden ontvangen. De Here God doet het, zoals Hij dat verkiest. Hij spreekt nog altijd op velerlei wijze en “er is verscheidenheid van (Zijn) werkingen” (zie 1 Kor. 12:6a, HSV).
Net als alle andere geestelijke gaven wordt ook deze gave door de Geest gegeven tot bevestiging van de verschillende bedieningen en ambten, die net zo goed aan de Gemeente door dezelfde Geest geschonken zijn.
Deze (Geestes)gave is echter niet alleen nodig voor de voorganger van een Gemeente, niet alleen voor de evangelisten, leraars of enige andere werker in Gods Koninkrijk, maar zij is ook hard nodig in de levens van gelovige vaders en moeders, die maar al te dikwijls te maken krijgen met de moeilijkheid, dat het ene kind niet gelijk is aan het andere en uit hoofde daarvan ook niet op gelijke wijze kan worden behandeld. Wie zal alsdan – bij vragen of problemen – de oplossing kunnen geven, die afdoende is? Alleen de Heilige Geest! “Ja maar”, zo hoor ik al iemand zeggen, “daarover behoeven wij heus niet te tobben; daar zijn de opvoeders, de pedagogen voor”. Maar zij vergeten één (belangrijk) feit, namelijk: dat God onze kinderen geschapen heeft. Hij is de grootste Pedagoog! Waarom niet rechtstreeks tot Hem gegaan ? Daar is alles voor te zeggen en niets tegen in te brengen.

Wat de Gave van een ‘Woord van Wijsheid’ NIET is
Deze gave mag niet worden verward met geestelijk inzicht, dat een persoon hebben kan in de één of andere aangelegenheid. Geestelijk inzicht kan worden verkregen door jarenlange routine inzake geestelijke problemen, die op het arbeidsveld veelvuldig voorkomen. Maar iemand kan zich al lang op de geloofsweg bevinden en de Here al lang kennen en tòch deze gave ontberen. Aan de andere kant is het heel goed mogelijk dat iemand met niet veel geestelijk inzicht en een onjuist geestelijk oordeel, soms deze gave in zijn of haar leven gemanifesteerd ziet.
De vandaag de dag zo gaarne door de mensen bestudeerde “psychologie” heeft met deze wonderbare Geestesgave ook niets te maken, want psychologie is het (alleen maar, en dan nog zeer ten dele) ‘kennen’ van de natuurlijke geest. Al zou psychologie zich kunnen indringen in de bovennatuurlijke wereld, iets dat men “para-psychologie” pleegt te noemen, daarom is zij nog niet een BOVENNATUURLIJKE manifestatie van Gods Geest. Integendeel, zij is aards! Van zúlke menselijke “wijsheid” lezen wij: “dat is niet de wijsheid die van boven (d.i. van God) komt, maar ze is aards, natuurlijk, duivels” (Jak. 3:15, HSV).
Een “Woord van Wijsheid” is, zoals vermeld, niet die Goddelijke Wijsheid die iedere christen min of meer hebben kan. Men behoeft, zoals reeds eerder opgemerkt, niet eerst vele jaren de geloofsweg te bewandelen om deze (Geestes)gave te kunnen ontvangen. Een jonge christen kan deze (Geestes)gave ten deel vallen, net zoals Salomo deze gave in zijn jonge jaren ontving om – in Gods wijsheid – het volk van God te richten (zie 1 Kon. 3:12b).
Een “Woord van Wijsheid” is niet die hoge graad van intelligentie die mensen – mede door studie – kunnen hebben: zoals bijvoorbeeld doktoren, staatslieden en dergelijke. Helaas moet echter wel worden geconstateerd dat velen die nooit de Heilige Geest hebben ontvangen, in vele gevallen wijzer zijn – met name in de natuurlijke, menselijke zaken – dan de christenen! Dit kunnen wij ook lezen in Lukas 16:8b (HSV): “Want de kinderen van deze wereld zijn onder elkaar verstandiger dan de kinderen van het licht.”
Een “Woord van Wijsheid” omvat echter zeker NIET ALLE Goddelijke Wijsheid, NIET ALLES van Gods Wijsheid. De Heilige Geest geeft slechts dat licht (d.i. inzicht) aan ons, dat nodig is om ons een deel van Zijn onuitputtelijke wijsheid te doen kennen.
Een “Woord van Wijsheid” is, zoals ik reeds eerder opmerkte, niet een gave die alleen voor arbeiders/dienstknechten van de Here is weggelegd. Deze gave is voor allen die IN Christus zijn en die bij wijlen in het leven geconfronteerd worden met problemen, die boven elk menselijk verstand uitgaan. Een “Woord van Wijsheid” is niet een plotseling opkomend “nieuw idee”, want dit laatste kan zelfs opkomen in het brein van een zondaar, en een goddeloze.
Deze Geestesgave is NIET het product van de menselijke geest! Zij is werkzaam door de manifestatie van de Heilige Geest, en wel zó dat de MENSELIJKE geest, in plaats van het verstand te gebruiken, door de Heilige Geest WORDT GEBRUIKT.

Enkele voorbeelden uit de Bijbel
1.
1 Koningen 3:16-23 (HSV): “Toen kwamen er twee vrouwen, hoeren, bij de koning (Salomo), en zij gingen voor hem staan. De ene vrouw zei: Och, mijn heer, ik en deze vrouw wonen in één huis, en ik heb bij haar in huis een kind gebaard. Het gebeurde op de derde dag nadat ik gebaard had, dat deze vrouw ook een kind baarde. Nu waren wij samen, geen vreemde was er bij ons in huis; alleen wij tweeën waren in huis. Toen is de zoon van deze vrouw 's nachts gestorven, omdat zij op hem gelegen had. En zij is midden in de nacht opgestaan, heeft mijn zoon bij mij weggenomen, terwijl uw dienares sliep, en heeft hem in haar schoot gelegd; en haar dode zoon legde zij in mijn schoot. Toen ik 's morgens opstond om mijn zoon te voeden, zie, hij was dood. Diezelfde morgen echter bekeek ik hem goed, en zie, het was mijn zoon niet, die ik gebaard had. Toen zei de andere vrouw: Niet waar, de levende is mijn zoon, en de dode is uw zoon. De eerste zei daarentegen: Niet waar, de dode is uw zoon, en de levende is mijn zoon! Zo spraken zij ten overstaan van de koning. Toen zei de koning: Deze zegt: Dit is mijn zoon, de levende, en uw zoon is de dode, en die zegt: Niet waar, uw zoon is de dode en mijn zoon is de levende.” Als met de snelheid van een bliksemflits toonde de Geest van God aan Salomo, WAT hij in deze nodig had te weten en HOE hij dat had aan te wenden, en WAAROM hij het zó moest doen en niet anders… “Vervolgens zei de koning: Breng mij een zwaard; en zij brachten een zwaard bij de koning. En de koning zei: Snijd dat levende kind in tweeën, en geef de helft aan de één en de helft aan de ander” (1 Kon. 3:24-25, HSV). Door dit “Woord van Wijsheid” op het JUISTE MOMENT te geven werd het wezen van de dingen openbaar, want wij lezen verder: “Maar de vrouw van wie de levende zoon was – want haar medelijden werd opgewekt vanwege haar zoon – zei tegen de koning: Och, mijn heer! Geef haar het levende kind, en dood het in geen geval. Maar de ander zei: Het zal niet voor mij en ook niet voor u zijn, snijd het doormidden. Toen antwoordde de koning en zei: Geef haar het levende kind, en dood het in geen geval: zij is zijn moeder. En heel Israël hoorde het oordeel dat de koning geveld had, en men had ontzag voor de koning, want zij zagen dat de wijsheid van God in hem was om recht te doen” (1 Kon. 3:26-28, HSV). Dit KENNEN (WETEN) van het wezen van de dingen, door Salomo, was een gevolg van de directe openbaring van Godswege HOE hij het probleem moest aanpakken. Het was de afdoende oplossing en geen andere oplossing kon hiervoor in de plaats komen.

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

CJH Theys