woensdag 24 november 2010

Het ware Evangelie en het valse

.
















Christenen kunnen over het algemeen ingedeeld worden in één van de onderstaande twee groepen:
1. Rooms Katholiek of Protestant – afhankelijk van geboorte
2. Conformist of behorend tot de “vrije” gemeente – afhankelijk van kerkorde
3. Wedergeboren christen of nominaal christen – afhankelijk van ervaring
4. Evangelisch of Liberaal – afhankelijk van doctrine en leer
5. Charismatisch of niet-charismatisch – afhankelijk van of men in tongen spreekt
6. Full-time christelijke werker of in een gewone baan werkend – afhankelijk van de bezigheid

Er zijn nog meer indelingen te maken. Maar geen van deze indelingen handelt met de wortel van het probleem waarvoor de Here gekomen is om weg te nemen.
Velen weten dat “Christus gestorven is voor onze zonden” (1 Kor. 15:3). Maar wat velen niet weten is dat de Bijbel spreekt over het feit dat Christus ook gestorven is “opdat wij niet langer voor onszelf zouden leven maar voor Hem” (zie 2 Kor. 5:15).

Een meer Schriftuurlijke indeling van christenen zou de volgende zijn:
1. Zij die voor zichzelf leven vs. Zij die voor Christus leven; of
2. Zij die dingen voor zichzelf zoeken vs. Zij die de dingen van Christus zoeken; of
3. Zij die de aardse dingen eerst zoeken vs. Zij die eerst het Koninkrijk van God zoeken; of
4. Zij die geld liefhebben vs. Zij die God liefhebben. (Jezus heeft gezegd dat het onmogelijk is om beide lief te hebben – zie Luk. 16:13)

Ik heb echter nooit gehoord dat een dergelijke indeling werd gebruikt. Deze indeling handelt met het INNERLIJKE leven van de christen en zijn/haar PERSOONLIJKE wandel met God, terwijl de indeling die we eerder gebruikten, handelt over externe factoren van zijn/haar leven. Toch is het op deze laatste manier dat de hemel christenen indeelt. En als dat het geval is, is deze indeling de enige die werkelijk er toe doet! Anderen kunnen ons niet indelen. We moeten onszelf indelen – want niemand anders kent onze innerlijke motieven en verlangens. Zelfs onze vrouwen (of, bij vrouwen, hun mannen) weten niet altijd waarvoor we werkelijk leven.

Onze Here kwam niet voornamelijk om mensen een leer te geven, een kerkorde of om hen in tongen te doen spreken en zelfs niet om hen een ervaring te geven!
Hij kwam om ons te “redden van onze zonden”. Hij kwam om de bijl aan de wortel van de boom te leggen. En deze wortel van zonde is: zelfzucht. Alles zoeken we voor ons zelf en we doen onze eigen wil. Als we de Here niet toestaan om deze “wortel” uit ons leven af te hakken en er uit te halen, zullen we oppervlakkige christenen blijven. Satan kan ons zelfs het idee geven dat we tot een hogere klasse van christenen behoren vanwege een leer of een ervaring of onze kerkorde!
Satan geeft er niet zoveel om als we de juiste leer, ervaring of kerkorde hebben zolang we maar voor “onszelf” blijven leven (dit is trouwens alleen maar een andere manier om uit te drukken dat we “in zonde leven”!). Het christendom van vandaag de dag is vol met christenen die zichzelf zoeken en voor zichzelf leven, die ervan overtuigt zijn dat God hen als een christen ziet van een hogere orde, alleen op grond van hun leer, ervaring of hun kerkorde. Dit toont aan dat de satan een groot werk heeft kunnen doen in het christendom.
1. In Johannes 6:38 getuigt onze Here dat Hij vanuit de hemel naar de aarde is gekomen:
om Zijn menselijk wil te verloochenen (welke Hij ontvangen had toen Hij als Mens naar deze aarde kwam), en
2. om als Mens de wil van Zijn Vader te doen. Hierin is Hij ons voorbeeld geworden.

In heel Zijn aardse leven – gedurende alle 33½ jaar – heeft Hij Zijn eigen wil verloochend en de wil van de Vader gedaan. En Hij leerde Zijn discipelen duidelijk dat diegene die Zijn discipel wil zijn, dezelfde weg moet gaan. Hij kwam om de wortel van ons zondeprobleem – namelijk: “onze eigen wil doen” – aan te pakken en ons daarvan TE VERLOSSEN.
Op het gebied van de wetenschap heeft de mens, voor duizenden jaren, de misvatting gehad te denken dat de aarde het centrum was van het heelal. Het leek zo in de ogen van de mens – omdat het leek alsof de zon, maan en sterren elke 24 uur om de aarde draaiden. Het heeft de moed van een man als Copernicus nodig gehad – pas zo'n 450 jaar geleden – om vraagtekens te zetten bij deze algemeen geaccepteerde mening en aan te tonen dat het onjuist was en de aarde dus niet het centrum van (zelfs) het zonnestelsel, laat staan van het hele universum was. De aarde, zo toonde hij aan, was geschapen en had zijn middelpunt in de zon. Zo lang de mens uitging van het verkeerde centrum c.q. middelpunt waren zijn wetenschappelijke berekeningen en gevolgtrekkingen onjuist, omdat zijn uitgangspunt van het centrum niet juist waren. Maar toen de mens het ware centrum ontdekte bleken de berekeningen en gevolgtrekkingen wel juist te zijn.
Het is hetzelfde met ons wanneer we “zelf-gericht” blijven in plaats van “God-gericht” worden. Ons begrip van de Bijbel en van Gods volmaakte wil (onze berekeningen en gevolgtrekkingen) zullen dan onjuist zijn. Maar zoals de mensen voor meer dan 5000 jaar overtuigd waren dat zij het bij het juiste eind hadden (zoals hiervoor beschreven), kunnen ook wij ons verbeelden dat het goed is met ons! Maar eigenlijk zitten we er 100% naast.
Dit is wat we vandaag de dag zien, zelfs onder vele “goede christenen”. Zij hebben vele verschillende interpretaties van dezelfde Bijbel – en toch is iedereen er van overtuigd dat zijn (of haar) uitleg alleen de juiste is en alle andere verkeerd. De anderen, zo zeggen ze, zijn “misleid”. Waarom is dat zo? Omdat ze hun centrum verkeerd hebben.
De mens is geschapen om zijn (of haar) middelpunt in God te hebben en niet in zichzelf. Wanneer christenen hun middelpunt, hun centrum, verkeerd hebben liggen zal hun “evangelie” ook verkeerd zijn.
In feite worden er slechts twee soorten evangelies gepredikt vandaag de dag – één in welk de mens centraal staat en de ander waarin God centraal staat.
Het evangelie dat om de mens draait belooft de mens dat God hem/haar alles zal geven wat hij/zij nodig heeft voor een comfortabel leven hier op aarde en tevens een zetel in de hemel aan het einde van zijn/haar leven. De mens wordt verteld dat Jezus al zijn/haar zonden vergeeft, zijn/haar ziekte geneest, hem/haar materieel zegent en doet toenemen, al zijn/haar aardse problemen oplost, etc., etc.
Het eigen-ik blijft in het centrum van zijn/haar leven en God lost – als een dienstknecht – alles voor hem/haar op, beantwoordt elk gebed en geeft hem/haar alles wat hij/zij wil!! Alles wat hij/zij moet doen is “geloven” en “elke materiële zegen te claimen in de naam van Jezus”!!
Dit is een vals evangelie omdat het geen melding maakt van “BEKERING”. Bekering is datgene wat Johannes de Doper, Jezus, Paulus, Petrus en alle andere apostelen in het bijzonder gepredikt hebben. Bekering wordt vandaag de dag helaas helemaal niet meer gepredikt, ook niet als bijzaak.
Het Evangelie dat God daarentegen centraal stelt, roept de mens op om zich TE BEKEREN. Het legt uit dat bekering het volgende betekent:

KLIK HIER als u deze studie – die iets te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

Bron: Zac Poonen, India – 28-8-2008
Overgenomen van het CIP (Christelijk Informatie Platform)

dinsdag 23 november 2010

Boekbespreking 21: De oorlog van Gog en Magog (volgens Ezech. 38 en 39)


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar C.J.H. Theys,[1]
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Inleidend woord
Jezus zal spoedig (weder)komen! De tekenen der tijden spreken een duidelijke taal, zij bedriegen ons niet. Als wij om ons heen zien, dan bemerken wij zelfs onder de christenen een grote mate van ongerustheid. Deze onrust is ook te bespeuren in vele “Pinksterlevens”. Wat dit ons zegt? Het is het teken van een wankel geloofsleven, een niet-geworteld-zijn in Christus, een op zandgrond gebouwd geloof in plaats van een geloof, gegrondvest op de Rotssteen. Laten wij dit voor God toch maar eerlijk bekennen, broeders en zusters. Laten wij de Here bidden: “Here, help ons, want wij gevoelen ons – als wij om ons heen zien – als die discipelen in die stormachtige nacht, en wij zullen gewis en zeker zonder U vergaan!” Ons zal, overeenkomstig Gods Woord, geschieden naar de mate van ons geloof (zie Matth. 9:29), laten wij ons daarom haasten om – in de Naam des Heren – alle twijfel terzijde te stellen en alle angst van ons af te werpen.
De wederkomst van onze Here Jezus Christus wordt voorafgegaan door en gaat gepaard met geweldige catastrofen, die deze wereld zullen treffen. Lees Matthéüs 24 en wordt overtuigd! Grote dingen, die geen mensenhand kan tegenhouden, zijn aanstaande en wij worden door de Geest (van God) Zelf gewaarschuwd aangaande al deze dingen. Wij kunnen al deze waarschuwingen lezen, herlezen, overdenken en wij kunnen er onze eigen opinie over hebben… Dit alles is mogelijk; maar laten wij toch niet alleen dit doen, laat ons ook in het oog houden wat zich afspeelt op het wereldtoneel van onze dagen en dit laatste toetsen aan het eerste. Dan zullen wij, als wij eerlijk zijn, moeten erkennen, dat “Gods Woord nimmer voorbij gaat”. Gods Woord is (als) een lamp en die lamp schijnt in de duisternis en als wij acht geven op dit immerschijnend licht behoeven wij heus niet bevreesd en angstig te zijn. Wij kunnen dan rusten in Hem, Die zegt: “Ik ben de Weg, en de Waarheid en het Leven” (Joh. 14:6).

Broeders en zusters, vele malen tevoren heb ik u al verzekerd dat Jezus’ (weder)komst niet veraf meer is en ik blijf erbij. Vele malen heb ik u te kennen gegeven dat een derde wereldoorlog dicht op handen is en… ik blijf erbij. Wij hebben het profetisch Woord, zegt de apostel en hij zegt dan, dat dit profetisch Woord zéér vast is en dat wij er goed aan doen, als wij er acht op slaan; als (op) een lamp, schijnende op een duistere plaats (zie 2 Petr. 1:19). Het is dit profetisch Woord van onze God, dat ons vertelt van een toekomstige oorlog, die gewis en zeker zal komen, alle goede wensen en schietgebeden ten spijt!!
Om al het hetgeen dat hierover geschreven is goed te verstaan, is het nuttig om eerst tezamen iets van de lotsbestemming van de volkeren in de Bijbel na te speuren. In het licht van de laatste dagen (d.i. de eindtijd) dienen wij vooral goed te weten, waar precies in Gods Bijbel wij iets over Rusland, en de plaats van Rusland in de eindtijd, kunnen vinden. In dit opzicht verdient het aanbeveling om, willen wij vertrouwd raken met de boodschap van een “profetisch boek” (en de Bijbel is zo’n profetisch Boek!), altijd allereerst vertrouwd te raken met de historische gebeurtenissen ten tijde van de betrokken profeet. In dit verband wordt aangeraden de inhoud van 2 Koningen 23 vers 30 en van 2 Koningen 25 vers 21 nauwlettend te bestuderen.

De profetie van de stervende Jakob
Allereerst moet ik u vertellen dat de algemene lering, als zouden de stammen van Israël (al de 12 stammen wel te verstaan) teruggevonden worden in het Jodendom dat wij vandaag-de-dag kennen en waarvan een zéér groot deel thans dat jonge land Palestina bevolkt, verkeerd is. Bij het naspeuren van verschillende, in dit verband passende Bijbelwaarheden zullen wij tot dit inzicht geraken. Want… de Bijbel leert ons duidelijk iets anders. Juda is namelijk maar één van de in totaal 12 stammen en als wij dit weten te onderscheiden in het profetisch Woord, dan zullen wij inzien, dat een andere interpretatie door God niet wordt getolereerd. In ieder geval hebben wij géén rekening te houden met menselijke concepties en zienswijzen hieromtrent, maar dienen wij ons te allen tijde te verlaten op het nimmerfalend Woord van de levende God.
De Joden, die wij als Joden kennen in deze tegenwoordige tijd, komen voort uit de stam Juda, maar ook Benjamin (wat letterlijk betekent: de Kleine) wordt hiertoe gerekend. Wij weten echter dat Jakob – die later, door God, “Israël” werd genoemd – 12 zonen had. Toen Jakob oud geworden was profeteerde hij en in die profetie gaf hij – onder de zalving van Gods Geest – iedere zoon bepaalde karakteristieken te kennen (lees Genesis 49 vers 1-28) die, ook in het nageslacht van iedere zoon, zouden uitkomen. Langs de profetische lijnen zouden deze zonen zich als (vele) volkeren ontwikkelen. Het is aan de hand hiervan dat wij dit tot “volkeren” uitgegroeide nageslacht van Israël kunnen terugvinden (zie noot 3).
Over de 12 zonen van Jakob (die later, van God, de naam Israël kreeg – zie Gen. 32:28), waarvan Ruben de oudste was, lezen wij in Genesis 35 vers 23-26.

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen, KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-8-2009, KLIK HIER Zie vooral ook het “In memoriam”.

woensdag 10 november 2010

De Gever en Zijn Gaven - hoofdstuk 7

.







Deel 2:
De Gaven of Manifestaties van de Heilige Geest




De Gave van Profetie


Wat is de Gave van Profetie?

De gave van Profetie is een bovennatuurlijke manifestatie van Gods Geest, waardoor er op een bovennatuurlijke wijze wordt gesproken, ZOALS DE GEEST VAN GOD de christen (als profeet) DOET SPREKEN.
• DEZE GEESTESGAVE WERKT NIET DOOR MIDDEL VAN HET MENSELIJK VERSTAND, HET IS EEN MANIFESTATIE VAN GODS GEEST DOOR ONZE VOCALE ORGANEN HEEN!
Net zoals Gods Geest “andere talen” geeft uit te spreken[1] (zie Hand. 2:4, HSV), geeft Hij ook te profeteren, maar dan in de taal van de spreker zelf. Laten wij de gave van Profetie echter niet verwarren met de gave van “uitleg van talen”. Bij Profetie wordt de boodschap – Gods boodschap wel te verstaan – niet vooraf gesproken in (de voor velen ONverstaanbare[2]
) “andere talen”.
Profetie verheerlijkt ONDER ALLE OMSTANDIGHEDEN alleen Jezus Christus als de Heiland der mensheid. In Openbaring 19:10b (HSV) staat: “…Het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie.”
Altijd en overal zal Gods Gemeente die instructies ontvangen die overeenstemmen met de bedoeling van de Geest van God, die altijd in overeenstemming is met de geschreven openbaring van God, de Bijbel.

Profetie is geen natuurlijke Gave
Op grond van het feit dat Profetie een Geestesgave is, is het ONmogelijk om haar te ‘lenen’. Hoe welsprekend een mens ook kan zijn, toch is zulk een welsprekendheid niet de hier bedoelde Geestesgave! Een mens kan van nature een redenaar zijn zonder ooit de Geest van God te hebben ontvangen.
De Geestesgave van Profetie heeft niets te maken met opvoeding, natuurlijk talent, noch met scholing.
Iets te zeggen, dat in onze herinnering komt is GEEN profetie!
Verbeelding en een goed geheugen spelen de gelovige hierin dikwijls parten; maar deze hebben echter niets, maar dan ook HELEMAAL NIETS te maken met (Goddelijke) Profetie. Met verbeelding èn een goed geheugen kan een mens hele passages uit de Heilige Schrift opzeggen, maar daarom profeteert hij of zij nog niet! De duivel kent de Bijbel trouwens beter dan wij!
Het is ook niet zó, dat wij alleen maar onze mond hebben te openen om dan, vervolgens, uit te spreken (d.i. te zeggen) wat er in onze geest opkomt! Dat is wat er vandaag de dag wel eens VALSELIJK (en dus: ten onrechte) wordt onderwezen als zijnde “profetie”.
Uit al het vorengaande kunnen wij opmerken dat Profetie NIET kan voortkomen uit verworven kennis of scholing. Profetie, zijnde een Geestesgave, komt in werking naar de mate van geloof en genade van God, welke – door Hem – worden toebedeeld.
Romeinen 12:6-7a (HSV):
“En nu hebben wij genadeGAVEN, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven: hetzij profetie, naar de mate van het geloof;…”!!

Hoe wij ons hebben te gedragen tegenover valse profeten
Profetie is:
• spreken voor/namens God,
• een borrelende, sprekende Geestesfontein,
• zowel bedoeld voor mannen als voor vrouwen, die bekeerd, wedergeboren en gedoopt zijn in water, en met de Heilige Geest,
daarom dienen ALLE christenen ook te streven maar deze Geestesgave.
1 Korinthe 14:1 (HSV):
“Jaag de liefde na en streef naar de geestelijke gaven, en vooral daarnaar dat u mag profeteren.”
1 Korinthe 14:39 (HSV):
“Daarom, broeders (en zusters), streef ernaar om te profeteren…”
Juist omdat ALLEN worden opgewekt om naar deze Geestesgaven te streven – iets, wat de duivel ook weet – zullen degenen die een bediening hebben en/of leiding geven, scherp moeten toezien in de Gemeente. Zij moeten niet ophouden God te bidden om de gave van “het ONDERSCHEIDEN VAN GEESTEN” (namelijk: om te kunnen beproeven of het een ‘goede’ Geest vanuit God is, of dat het een ‘verkeerde’ geest vanuit satan of de mens zelf is – noot AK)! Satan zal immers ALTIJD proberen zijn slag te slaan en hij kent de zwakken onder de gelovigen, wier verbeelding èn geheugen hij eventueel kan gebruiken als zijn speeltuin! Daar zijn in de Bijbel genoeg voorbeelden van zulke valse profeten. In de bediening van de Geest heb ikzelf mogen ervaren, hoe nodig de gave van “het Onderscheiden van geesten” is. Onder de zalving van Gods Geest mocht ik de verkeerde geest en de valse werking onderscheiden; en ik heb moeten ingrijpen door bestraffing om zodoende de Gemeente, het Lichaam van Christus, te vrijwaren van “besmetting van de (door de duivel beïnvloedde) geest”.
2 Korinthe 7:1 (HSV):
“Omdat wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bevlekking (SV: besmetting) van het vlees en van de geest, en zo de HEILIGING volbrengen in het vrezen van God (d.w.z.: de vrees om te zondigen).”
1 Timotheüs 5:20-21 (HSV):
“Bestraf hen die zondigen, in tegenwoordigheid van ALLEN, opdat ook de anderen vrees (om te zondigen) zullen hebben. Ik dring er op aan, voor God en de Here Jezus Christus en de uitverkoren engelen, dat u zich aan deze dingen houdt zonder vooroordeel en zonder iets uit partijdigheid te doen.”

Profeteren hoeft niet altijd “voorzeggen” (en dus iets in de toekomst) te zijn
Profeteren hoeft niet altijd voorzeggen, en dus iets over de toekomst zeggen, te zijn. Een christen – hier en verder, in het vervolg van deze verhandeling, versta ik hieronder: een bekeerd en wedergeboren mens, gedoopt in water en Geest – die de gave van Profetie heeft ontvangen, behoeft nog geen “ziener” te zijn… Ofschoon er een Schriftuurlijk verschil bestaat tussen “ziener” en “profeet”, kan iemand toch beide tegelijk zijn. Een noodzaak is het echter niet.
1 Samuël 9:9 (HSV): “
Vroeger zei iedereen in Israël het volgende als hij God ging raadplegen: Kom, laten wij naar de ziener gaan. Want wat vandaag de dag een profeet genoemd wordt, werd vroeger een ziener genoemd.”
Samuël was ontegenzeggelijk een “ziener” in Israël; want in 1 Samuël 9:11, 18 en 19 wordt van hem dit getuigenis gegeven. Als “ziener” vertelde Samuël aan Saul dat de ezelinnen van zijn vader Kis, die verloren waren geraakt, alweer gevonden waren (zie 1 Sam. 9:3-5 en 20). Saul daarentegen profeteerde, maar heeft NIET de toekomst voorzegd.
1 Samuël 10:6-12 (HSV): “
Dan zal de Geest van de HERE over u vaardig worden (in de oude bedeling kwam de Geest “over” iemand, niet “in”) en u zult samen met hen profeteren;… Toen zij daar bij de heuvel kwamen, zie, een groep profeten kwam hem tegemoet; en de Geest van de HERE werd vaardig over hem, en hij profeteerde in hun midden. Toen ieder die hem sinds jaar en dag kende, zag dat hij – zie! – met de profeten profeteerde, zei het volk, de één tegen de ander: Wat is er toch gebeurd met de zoon van Kis? Is Saul ook onder de profeten? … Daarom is het een spreekwoord geworden: Is Saul ook onder de profeten?”
Profeteren kàn bijvoorbeeld gelijk staan met het “spreken in andere talen + uitlegging van die talen”, want er staat geschreven: “En ik zou wel willen dat u allen in andere talen spreekt, maar vooral dat u profeteert. Immers, wie profeteert, is meer dan wie in andere talen spreekt, TENZIJ hij het uitlegt, opdat de gemeente erdoor opgebouwd wordt.” (1 Kor. 14:5, HSV).
Maar om de toekomst te kunnen voorzeggen behoeft een christen bepaald niet in “andere talen” te spreken en het daarna uit te leggen. Houdt alstublieft het één en het ander uit elkaar! Ofschoon ik geloof dat alle twaalf gedoopten van Handelingen 19:6-7 spraken “in vreemde talen èn profeteerden”, toch is er in dát feit op zich zelf niets dat mij overtuigt, dat zij, toen zij de Heilige Geest ontvingen, de toekomst hadden voorzegd.

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

CJH Theys



[1] Bij “vreemde (of andere) talen” wordt de tong ook door God bestuurt. Men spreekt dan een andere (buitenlandse) taal die NIET zelf is aangeleerd.
[2] Voor de ‘gewone’ Gemeenteleden, die geen buitenlanders zijn en dus die “andere of vreemde taal” niet spreken, zal deze “vreemde taal” inderdaad een onverstaanbare taal zijn, die vertaald of uitgelegd moet worden, terwijl, als er wel buitenlanders zijn, en de spreker spreekt – door Gods Geest geleid – hun taal, deze buitenlanders natuurlijk wel gesticht zullen worden. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat de spreker door God naar het buitenland wordt geleid, om daar – als Hij dat nodig acht – in die “vreemde (of andere) talen” te spreken om zodoende tot zegen voor hun te zijn.


dinsdag 9 november 2010

Boekbespreking 20: De 10 zaligsprekingen


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar E. van den Worm,[1]
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Inleidend woord
Tit. 2:11-14 "Want de genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen, om ons op te voeden, zodat wij, de goddeloosheid en wereldse begeerten verzakende, bezadigd, rechtvaardig en godvruchtig in deze wereld leven, verwachtende de zalige hoop en de verschijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus, die Zich voor ons heeft gegeven om ons vrij te maken van alle ongerechtigheid, en voor Zich te reinigen een eigen volk, volijverig in goede werken."
Deze studie vertelt ons van de dingen, die God ons, Zijn verbondskinderen, door onze Here Jezus Christus geschonken heeft door Zijn deelgave (en wij door onze bewuste deelname) aan de dood en opstanding van Gods Lam op Golgotha, die Hij in het kruispunt der eeuwen heeft volbracht, en van de dingen, die Hij van ons hier op aarde vraagt.


De 10 zaligsprekingen en 9 treden van de trap van Jezus’ zaligmakende genade.
Zaligspreking en trede 1: De armen van geest. Erkenning van onze verloren staat zonder Zijn genade en gewaarwording van armoede aan rein, Goddelijk leven (zie Matth. 5:3).
Zaligspreking en trede 2: De treurenden. Belijdenis van zondeschuld. Geloof in verzoening met God bij blik op het kruis van Golgotha en geloof in Jezus Christus (zie Matth. 5:4).
Zaligspreking en trede 3: De zachtmoedigen. Begin van de verlossing van de zondemacht door Zijn deelgave aan het sterven van het Lam van God en de zachtmoedige aanvaarding aan onze kant van het kruisproces, het afsterven van de oude, zondige mens door geestelijk Zijn vlees te eten en Zijn bloed te drinken, door zo vrijwillig deel te nemen aan de dood van het Lam van God, een ervaring, die Jezus ons moet laten ondergaan (zie Matth. 5:5).
Zaligspreking en trede 4: Zij, die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid. Hoop op deelgave aan Zijn opstanding, hongeren en dorsten ernaar. Wedergeboorte uit God (zie Matth. 5:6).
Zaligspreking en trede 5: De barmhartigen. Deze barmhartigheid is gegrond op de liefde van God, die op deze trede begint door te breken. Verdere deelgave aan Zijn opstanding (zie Matth. 5:7).
Zaligspreking en trede 6: De reinen van hart. Volkomen deelgave aan Zijn verlossing van de zondemacht; deze reinen van hart wandelen en leven reeds op aarde in Goddelijke reinheid en heiligheid (zie Matth. 5:8).
Zaligspreking en trede 7: De vredestichters. Deelgave aan Zijn arbeidszalving (zie Matth. 5:9).
Zaligspreking en trede 8: Zij die op aarde reeds wandelen in Goddelijke gerechtigheid en hierdoor gehaat en vervolgd worden op de aarde (zie Matth. 5:10).
Zaligspreking en trede 9: Zij, die Godzalig (Gode welgevallig) op aarde leven, die volkomen gedrenkt zijn in de Geest en de heerlijkheid van de Here Jezus Christus en die hierdoor Zijn Naam dragen. Zij worden op aarde belasterd en vervolgd omwille van Zijn Naam (zie Matth. 5:11-12).
Deze zijn de 9 treden van de geestelijke ladder van Jakob, die naar de troon van onze Vader-God en van het Lam leiden. Ze openbaren een geestelijke groei naar de volmaaktheid van de nieuwe mens in Christus.

Op aarde wordt een groeiende, negatieve levenservaring temidden van de medemensen ondervonden door de toenemende macht van satan, de macht der duisternis, vooral in de eindtijd.
Openb. 22:11 "Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; en wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd."
Matth. 24:12 "En omdat de wetsverachting toeneemt, zal de liefde van de meesten verkillen."
Ezech. 21:25 "En gij onheilige, goddeloze, vorst van Israël, wiens dag komt ten tijde van de eindafrekening,"
Deze uiterste ongerechtigheid geschiedt ten tijde van de antichrist.

In deze eindtijd heeft de Here Jezus in Zijn Woord nog een 10de zaligspreking toegevoegd:
Zaligspreking 10, de laatste zaligspreking bestemd voor de eindtijd. Voor de geroepenen tot het Avondmaal van de Bruiloft van het Lam. Deelname aan de Bruid van het Lam als lid ervan. Bekleed met heerlijkheid van God en met Zijn koninklijke autoriteit op aarde. De Godzaligheid van de Bruid van het Lam op aarde geopenbaard. De openbaring van de zonen Gods (zie Openb. 19:9, SV)
Dan wordt de Bruid van het Lam op aarde aangedaan met Goddelijke heerlijkheid en macht om haar taak op de duistere, zondige aarde van de eindtijd te kunnen vervullen; te weten: het herstel van de geestelijk in slaap gevallen Gemeente/Kerk en om haar te leiden tot OVERWINNING over satan en zondemacht in en door de kracht van de Heilige Geest; en tot het leiden van de grote wereldwijde opwekking in Jezus’ wijsheid en kracht, die tot de ONTELBARE zielenoogst zal leiden (zie Openb. 7:9-14).

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen, KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-10-2009. KLIK HIER