maandag 24 januari 2011

Moeten wij op ‘de tekenen der tijden’ letten ?

,

















De tekenen verstaan
Uit hetgeen onze Heer eens sprak tot de geveinsden (d.i. de huichelachtige gelovigen) uit Zijn tijd – waarover wij kunnen lezen in Mattheüs 16:3 en Lukas 12:56 (HSV): “De aanblik van de lucht weet u wel te onderscheiden, en kunt u de tekenen van de tijden niet onderscheiden?” en “Huichelaars, de aanblik van de aarde en van de hemel weet u te duiden. Hoe kan het dan dat u deze tijd niet weet te duiden?” – kunnen wij opmaken dat het (door welke oorzaak dan ook) niet zo vanzelfsprekend is, dat men “de tekenen van de tijd” (de zgn. “voetstappen” die de wederkomst van de Here Jezus aankondigen) verstáát. Tot degenen die deze tekenen niet (in geestelijke zin) verstáán, kunnen wij niet zomaar zeggen: “Let op de tekenen van de tijd”. Waarmee ik bedoel te zeggen, dat er IETS is, dat kennelijk belangrijker is dan het “alleen maar” letten op die tekenen, omdat er zonder dat IETS van (goed) “letten op” niet eens sprake kan zijn.

De afval van het geloof
Gods Woord leert ons zo duidelijk, dat de laatste dagen van de huidige tijdsbedeling zich door gewisse, en met het oog waarneembare, “tekenen der tijden” zullen onderscheiden. Er zullen aardbevingen zijn, hongersnoden, besmettelijke ziekten, oproeren en oorlogen, om maar de meest voor de hand liggende te noemen (zie o.a. Matth. 24:3-14). Wij zouden kunnen zeggen, dat gelóóf eigenlijk niet meer nodig is als wij deze dingen rondom ons zien gebeuren. Het geloof is immers “een bewijs van de zaken die men NIET ziet” (zie Hebr. 11:1). Wanneer het Woord van God op zulk een wijze in vervulling gaat, en voor een ieder waarneembaar is, zou men verwachten dat velen zich (alsnog) tot God bekeren. Het tegendeel zal echter gebeuren.
“Zal de Zoon des mensen, als Hij komt, (nog) wel het (ware) geloof op de aarde vinden?”, zo sprak Jezus (Luk. 18:8, HSV). In diezelfde tijd, wanneer het strikt genomen niet meer nodig is te gelóven dat er een God in de hemel is, omdat de bewijzen daarvan gezìen worden, juist in die tijd zal de àfval van het geloof groter zijn dan ooit tevoren. Ja, het is uitgerekend ook één van de tekenen van de eindtijd, dat “de liefde van velen (vooral ook tot God en Zijn gebod) zal verkoelen” (zie Matth. 24:12). Wij vragen ons af, hoe deze twee dingen met elkaar te rijmen zijn?

Als een dief
Om een antwoord op deze vraag te ontvangen, gaan wij eerst naar 1 Thessalonicenzen 5:1-3, waar wij lezen, dat “de Dag des Heren"[1] komt “als een dief in de nacht”:
“Maar wat de tijden en de gelegenheden betreft, broeders
(en zusters), is het voor u niet nodig dat men u schrijft. Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Here (SV: de dag des Heren) komt als een dief in de nacht. Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten.” (1 Thess. 5:1-3, HSV)
Is dit in tegenspraak met Bijbelpassages die duidelijk maken dat “de Dag des Heren” door gewisse tekenen wordt aangekondigd? Nee, zo zullen wij verderop zien, en dit vermoeden wij nu al, omdat wij in vers 4 van hetzelfde hoofdstuk kunnen lezen dat er ook gelovigen zullen zijn, die DIE “Dag” niet “als een dief zal overvallen”:
“Maar u, broeders (en zusters, waarmee de zgn. “wijze maagden” bedoeld worden – zie noot[2]), bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen.” (1 Thess. 5:4, HSV)
Vervolgens gaan wij naar Mattheüs 24:42-44, waar in ongeveer gelijke bewoordingen over de dag van Jezus’ wederkomst[3] wordt gesproken:
“Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Here (weder)komen zal. Maar weet dit, dat als de heer des huizes geweten had in welke nachtwake de dief komen zou, hij waakzaam geweest zou zijn, en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken. Weest ook u daarom BEREID, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen (weder)komen.” (Matth. 24:42-44, HSV)
Waar wij op moeten letten is, dat ook hier wordt gezegd, dat ondanks het onverwachte van de wederkomst (“als een dief”) het toch mogelijk zal zijn “bereid” te zijn! Let op, het “bereid” zijn (zie Matth. 24:44) is de staat waarin men verkeert als men wéét wanneer de dief komt (zie Matth. 24:43)!
Nu zal het doorgaans niet voorkomen dat men over de komst van een dief wordt ingelicht. Maar de bedoeling van deze woorden is, duidelijk te maken, dat de (weder)komst van de Here Jezus WEL wordt aangekondigd.

De tekenen en het Woord
De wederkomst van de Here Jezus[4] wordt dus wel aangekondigd. Hoe? Door de “tekenen”? Neen, IN HET WOORD VAN GOD! “Tekenen der tijden”, die verband houden met Jezus wederkomst, hebben slechts waarde omdat zij IN HET WOORD VAN GOD beschreven worden[5]. En deze tekenen kondigen Zijn wederkomst pas aan, wanneer het aangekondigde – dus Zijn komst – te gebeuren staat. DE “TEKENEN DER TIJDEN” ZIJN ALS HET KRAKEN VAN DE VOETSTAPPEN VAN DE DIEF. Als men niet wakker is, maar – geestelijk gezien – slaapt, hoort men ze niet. Alleen wie van te voren over de komst van deze “dief” is ingelicht (door HET Woord, d.i. Gods Woord, de Bijbel!) en dus wáákt, zal het gekraak (“de tekenen”) vernemen.

Geen gemeenschap met het Woord hebben
Wat nu is het grote verzuim van de gelovigen van deze tijd? Zij lezen de Bijbel niet (goed)! Wij hebben het dan uiteraard over “lezen” in de zin van “zich iets toeëigenen”, er – in geestelijke zin – van “eten”. Daarom is er nu al zo’n grote geloofsafval en zo’n massaal navolgen van dwaalleraars (“velen worden verleid”). De “eenzijdige predikaties” die wij overal, in de vele gemeenten/kerken kunnen signaleren, zijn het bewijs van de werkzaamheid van de “geest van dwaling”. En valse (Bijbel)leraars worden massaal nagevolgd, omdat de meeste gelovigen zelf (d.i. persoonlijk) GEEN GEMEENSCHAP MET HET – LEVENDMAKENDE – WOORD VAN GOD hebben.
Zeggen, bijvoorbeeld, aardbevingen zulke gelovigen dan niets? Aardbevingen, en al het andere dat als “tekenen der tijden” gegeven wordt, zeggen ons niet werkelijk iets, als wij niet dichtbij het Woord van God leven! Hoe dikwijls maken wij niet mee dat men gaat relativeren wanneer er, bijvoorbeeld, op het (steeds vaker) voorkomen van aardbevingen gewezen wordt: “die zijn er altijd al geweest” is dan het veel gehoorde antwoord. Dat doet men niet, omdat men niet op de hoogte is met de statistische gegevens aangaande aardbevingen en andere natuurrampen, maar omdat men ONgeestelijk is (omdat men geen GEMEENSCHAP met het – LEVENDMAKENDE – Woord van God heeft)!

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

H. Siliakus[6]






[1] Zie eventueel – op onze website http://www.eindtijdbode.nl/ – de studie “De Dag van JaHWeH (of: De Dag des Heren)” van E. van den Worm.
[2] Zie eventueel op onze website de studie “
De 5 wijze en de 5 dwaze maagden en hun eigen lotsbestemmingen in de eindtijd” van E. van den Worm.
[3] Zie eventueel op onze website het artikel “
De Wederkomst van Christus nader bekeken” van A. Klein.
[4] Zie noot 3.
[5] Zie eventueel het schema op onze website, met het eindtijdscenario:
http://www.eindtijdbode.nl/eindtijdscenario.htm
[6] Uit “De Tempelbode” van januari 1981. Enigszins bewerkt door AK.


zondag 23 januari 2011

Boekbespreking 25: De 7 Geesten van God en van het Lam van God


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar E. van den Worm,[1]
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Inleidend woord over de 7 Geesten van God
• “En van de troon gingen uit bliksemen, en donderslagen, en stemmen; en zeven vurige lampen waren brandende voor de troon, welke zijn de zeven geesten van God.” (Openb. 4:5)
• “En ik zag, en ziet, in het midden van de troon, en van de vier dieren, en in het midden van de ouderlingen, een Lam, staande als geslacht, hebbende zeven hoornen, en zeven ogen; dewelke zijn de zeven geesten van God, die uitgezonden zijn in alle landen.” (Openb. 5:6)
• “En hij toonde mij een zuivere rivier van het water des levens, helder als kristal, voortkomende uit de troon van God, en van het Lam.” (Openb. 22:1)
Deze teksten vertellen ons, dat de Heilige Geest van God uitgaat, zowel uit de Vader als uit de Zoon (het Lam). Het is deze Geest van de Zoon, als Gods Hogepriester, Die het werk op aarde – door het Lam van God volbracht door middel van Zijn dood èn opstanding – persoonlijk uitwerkt in het hart en het leven van hen, die zich (hier op aarde) tot God hebben bekeerd en zich aan Hem hebben overgegeven in belijdenis van hun zondeschuld.
Het is het Lam van God, Dat, als Gods Hogepriester aan de rechterhand van God gezeten zijnde, door Zijn Geest heen Zijn heilswerk, verkregen door Zijn dood èn opstanding, stap na stap toebedeelt aan hen, die zich tot God en tot Jezus Christus hebben bekeerd, zulke christenen zo deelgevend aan Zijn overwinning over satan en zonde, zodat zij zelf daadwerkelijk in hun persoonlijk leven als overwinnaars over satan en zonde op deze wereld (kunnen) wandelen, leven en werken.
Deze Heilige Geest, deze Geest van de Vader èn van het Lam van God, heeft 7 openbaringsvormen, die in de Schrift de 7 Geesten Gods worden genoemd, en die wij eerst in het kort zullen bezien om daarna wat uitvoeriger op Zijn openbaringsvormen in te gaan.
Hij tracht de zondaar in de eerste plaats in Zijn eerste openbaringsvorm te leiden tot oprechte bekering om hem/haar daarna, na oprechte overgave aan Hem, te reinigen en te heiligen en daarna te rechtvaardigen.

De 1ste openbaringsvorm van de Geest van God:
de Goddelijke Roeper tot bekering in de woestenij van ons hart en leven
Het eerste werk, de eerste openbaringsvorm van de Geest van God, is Zijn openbaring aan de zondaar als licht, ook wel de Geest van Oordeel genoemd.
De Vader zendt Zijn Geest uit, Die, door middel van het gepredikte Woord van God, licht brengt in de gewetens van de zondaren, tot overtuiging van hun zondig leven aan de ene kant en tot openbaring van Zijn genade-aanbod, als zij zich tot Hem bekeren, aan de andere kant, opdat dezen zich waarlijk gaan bekeren tot God en hierdoor door God kunnen worden verlost van hun grote en kleine zonden en van de zondige staat, waarin zij leven en werken.
En Die (d.i. de Heilige Geest) gekomen zijnde zal (als eerste goddelijk werk) de wereld (nl. “het wereldse” in het hart en denken van de zondaar) overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel.” (Joh. 16:8)
“Die zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen.” (Spr. 28:13)
“Welgelukzalig is de mens, die voortdurend vreest (om te zondigen tegen God en Zijn gebod); maar die zijn hart verhardt, zal in het kwaad vallen.” (Spr. 28:14)
In de eindtijd, de tijd waarin wij nu leven, komt Hij (namelijk: de Geest van de Vader) zo over alle vlees tot het vormen van een wereldwijde opwekking.
“En het zal zijn in de laatste dagen, (zegt God) dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten (d.i. visioenen) zien, en uw ouden zullen dromen dromen.” (Hand. 2:17)
Ook zendt Hij (d.i. de Zoon van God) in de laatste dagen Zijn oordelen uit over de wereld en over het onbekeerde deel van Zijn Gemeente en dit in steeds toenemende mate. Hierover kunnen wij in het Boek Openbaring lezen en dit zien wij ook in de wereld om ons heen gebeuren.
“...want wanneer Uw gerichten op de aarde zijn (of: Uw oordelen over de aarde gaan), zo leren de inwoners van de wereld gerechtigheid.” (Jes. 26:9b)
De onbekeerlijken in wereld en Kerk/Gemeente worden dan slachtoffer van Gods oordelen, maar allen, die zich oprecht van hun zondig leven bekeren, vinden bij God genade en worden door Hem bewaard.
“Aan uw zijden zullen er duizend vallen, en tienduizend aan uw rechterhand; maar tot u (die volkomen afgestorven is aan de zonde[macht]) zal het niet genaken.” (Ps. 91:7)
• “U zal geen kwaad wedervaren, en geen plaag zal uw tent
(of: huis) naderen
.” (Ps. 91:10)

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen, KLIK HIER.

A. Klein


[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-10-2009. KLIK HIER

maandag 10 januari 2011

De Gever en Zijn Gaven - hoofdstuk 9









Deel 2:
De Gaven of Manifestaties van de Heilige Geest





De Gaven van een ‘Woord van Wijsheid en van Kennis’

Wat is de Gave van een ‘Woord van Wijsheid’?
Eén van de “geruisloze” Geestesgaven, waardoor God de christen in staat stelt om te KENNEN of te WETEN, is de gave van een “Woord van Wijsheid” (zie 1 Kor. 12:8-10). Ze is een bovennatuurlijke manifestatie van Gods Geest. Aan de christen wordt hier, wanneer God dit nodig acht, EEN DEEL VAN Zijn WIJSHEID geschonken, waardoor hij/zij tot uitspraken kan komen die een Goddelijke oplossing van problemen brengen. Met deze (Geestes)gave doet God de Heilige Geest ons weten, het HOE, het WAAROM, het WANNEER, het WAAR en het WAT van deze of gene kwestie. Altijd zullen wij gewaar worden, dat het hier gaat om een BOVENNATUURLIJKE oplossing van een vraagstuk.
Zoals alle christenen geloof hebben ontvangen (zie Rom. 12:3) en slechts enkelen de gave van “het geloof”, zo hebben alle christenen min of meer Goddelijke wijsheid, maar niet allen hebben de gave van een
“Woord van Wijsheid”.
Met de manifestatie van deze Geestesgave wordt een Gemeente opgebouwd en worden opwekkingen in de juiste banen geleid. Deze Geestesgave kan werkzaam zijn door visioenen, door dromen of door directe openbaringen. In dit laatste geval kunnen deze diep in de menselijke geest of op zachte toon, dan wel met duidelijk waarneembare stem worden ontvangen. De Here God doet het, zoals Hij dat verkiest. Hij spreekt nog altijd op velerlei wijze en “er is verscheidenheid van (Zijn) werkingen” (zie 1 Kor. 12:6a, HSV).
Net als alle andere geestelijke gaven wordt ook deze gave door de Geest gegeven tot bevestiging van de verschillende bedieningen en ambten, die net zo goed aan de Gemeente door dezelfde Geest geschonken zijn.
Deze (Geestes)gave is echter niet alleen nodig voor de voorganger van een Gemeente, niet alleen voor de evangelisten, leraars of enige andere werker in Gods Koninkrijk, maar zij is ook hard nodig in de levens van gelovige vaders en moeders, die maar al te dikwijls te maken krijgen met de moeilijkheid, dat het ene kind niet gelijk is aan het andere en uit hoofde daarvan ook niet op gelijke wijze kan worden behandeld. Wie zal alsdan – bij vragen of problemen – de oplossing kunnen geven, die afdoende is? Alleen de Heilige Geest! “Ja maar”, zo hoor ik al iemand zeggen, “daarover behoeven wij heus niet te tobben; daar zijn de opvoeders, de pedagogen voor”. Maar zij vergeten één (belangrijk) feit, namelijk: dat God onze kinderen geschapen heeft. Hij is de grootste Pedagoog! Waarom niet rechtstreeks tot Hem gegaan ? Daar is alles voor te zeggen en niets tegen in te brengen.

Wat de Gave van een ‘Woord van Wijsheid’ NIET is
Deze gave mag niet worden verward met geestelijk inzicht, dat een persoon hebben kan in de één of andere aangelegenheid. Geestelijk inzicht kan worden verkregen door jarenlange routine inzake geestelijke problemen, die op het arbeidsveld veelvuldig voorkomen. Maar iemand kan zich al lang op de geloofsweg bevinden en de Here al lang kennen en tòch deze gave ontberen. Aan de andere kant is het heel goed mogelijk dat iemand met niet veel geestelijk inzicht en een onjuist geestelijk oordeel, soms deze gave in zijn of haar leven gemanifesteerd ziet.
De vandaag de dag zo gaarne door de mensen bestudeerde “psychologie” heeft met deze wonderbare Geestesgave ook niets te maken, want psychologie is het (alleen maar, en dan nog zeer ten dele) ‘kennen’ van de natuurlijke geest. Al zou psychologie zich kunnen indringen in de bovennatuurlijke wereld, iets dat men “para-psychologie” pleegt te noemen, daarom is zij nog niet een BOVENNATUURLIJKE manifestatie van Gods Geest. Integendeel, zij is aards! Van zúlke menselijke “wijsheid” lezen wij: “dat is niet de wijsheid die van boven (d.i. van God) komt, maar ze is aards, natuurlijk, duivels” (Jak. 3:15, HSV).
Een “Woord van Wijsheid” is, zoals vermeld, niet die Goddelijke Wijsheid die iedere christen min of meer hebben kan. Men behoeft, zoals reeds eerder opgemerkt, niet eerst vele jaren de geloofsweg te bewandelen om deze (Geestes)gave te kunnen ontvangen. Een jonge christen kan deze (Geestes)gave ten deel vallen, net zoals Salomo deze gave in zijn jonge jaren ontving om – in Gods wijsheid – het volk van God te richten (zie 1 Kon. 3:12b).
Een “Woord van Wijsheid” is niet die hoge graad van intelligentie die mensen – mede door studie – kunnen hebben: zoals bijvoorbeeld doktoren, staatslieden en dergelijke. Helaas moet echter wel worden geconstateerd dat velen die nooit de Heilige Geest hebben ontvangen, in vele gevallen wijzer zijn – met name in de natuurlijke, menselijke zaken – dan de christenen! Dit kunnen wij ook lezen in Lukas 16:8b (HSV): “Want de kinderen van deze wereld zijn onder elkaar verstandiger dan de kinderen van het licht.”
Een “Woord van Wijsheid” omvat echter zeker NIET ALLE Goddelijke Wijsheid, NIET ALLES van Gods Wijsheid. De Heilige Geest geeft slechts dat licht (d.i. inzicht) aan ons, dat nodig is om ons een deel van Zijn onuitputtelijke wijsheid te doen kennen.
Een “Woord van Wijsheid” is, zoals ik reeds eerder opmerkte, niet een gave die alleen voor arbeiders/dienstknechten van de Here is weggelegd. Deze gave is voor allen die IN Christus zijn en die bij wijlen in het leven geconfronteerd worden met problemen, die boven elk menselijk verstand uitgaan. Een “Woord van Wijsheid” is niet een plotseling opkomend “nieuw idee”, want dit laatste kan zelfs opkomen in het brein van een zondaar, en een goddeloze.
Deze Geestesgave is NIET het product van de menselijke geest! Zij is werkzaam door de manifestatie van de Heilige Geest, en wel zó dat de MENSELIJKE geest, in plaats van het verstand te gebruiken, door de Heilige Geest WORDT GEBRUIKT.

Enkele voorbeelden uit de Bijbel
1.
1 Koningen 3:16-23 (HSV): “Toen kwamen er twee vrouwen, hoeren, bij de koning (Salomo), en zij gingen voor hem staan. De ene vrouw zei: Och, mijn heer, ik en deze vrouw wonen in één huis, en ik heb bij haar in huis een kind gebaard. Het gebeurde op de derde dag nadat ik gebaard had, dat deze vrouw ook een kind baarde. Nu waren wij samen, geen vreemde was er bij ons in huis; alleen wij tweeën waren in huis. Toen is de zoon van deze vrouw 's nachts gestorven, omdat zij op hem gelegen had. En zij is midden in de nacht opgestaan, heeft mijn zoon bij mij weggenomen, terwijl uw dienares sliep, en heeft hem in haar schoot gelegd; en haar dode zoon legde zij in mijn schoot. Toen ik 's morgens opstond om mijn zoon te voeden, zie, hij was dood. Diezelfde morgen echter bekeek ik hem goed, en zie, het was mijn zoon niet, die ik gebaard had. Toen zei de andere vrouw: Niet waar, de levende is mijn zoon, en de dode is uw zoon. De eerste zei daarentegen: Niet waar, de dode is uw zoon, en de levende is mijn zoon! Zo spraken zij ten overstaan van de koning. Toen zei de koning: Deze zegt: Dit is mijn zoon, de levende, en uw zoon is de dode, en die zegt: Niet waar, uw zoon is de dode en mijn zoon is de levende.” Als met de snelheid van een bliksemflits toonde de Geest van God aan Salomo, WAT hij in deze nodig had te weten en HOE hij dat had aan te wenden, en WAAROM hij het zó moest doen en niet anders… “Vervolgens zei de koning: Breng mij een zwaard; en zij brachten een zwaard bij de koning. En de koning zei: Snijd dat levende kind in tweeën, en geef de helft aan de één en de helft aan de ander” (1 Kon. 3:24-25, HSV). Door dit “Woord van Wijsheid” op het JUISTE MOMENT te geven werd het wezen van de dingen openbaar, want wij lezen verder: “Maar de vrouw van wie de levende zoon was – want haar medelijden werd opgewekt vanwege haar zoon – zei tegen de koning: Och, mijn heer! Geef haar het levende kind, en dood het in geen geval. Maar de ander zei: Het zal niet voor mij en ook niet voor u zijn, snijd het doormidden. Toen antwoordde de koning en zei: Geef haar het levende kind, en dood het in geen geval: zij is zijn moeder. En heel Israël hoorde het oordeel dat de koning geveld had, en men had ontzag voor de koning, want zij zagen dat de wijsheid van God in hem was om recht te doen” (1 Kon. 3:26-28, HSV). Dit KENNEN (WETEN) van het wezen van de dingen, door Salomo, was een gevolg van de directe openbaring van Godswege HOE hij het probleem moest aanpakken. Het was de afdoende oplossing en geen andere oplossing kon hiervoor in de plaats komen.

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

CJH Theys

zondag 9 januari 2011

Boekbespreking 24: Christus in de Tabernakel


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar C.J.H. Theys,[1]
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

De historische en de geestelijke achtergrond[2]
Wij willen allereerst opmerken, dat deze beschouwing van: “Christus in de Tabernakel”, als Bijbelstudie gelijk opgaat met die van de onderscheiden “Tijdsbedelingen in het Raadsplan Gods”. Deze laatste wordt, voor de overzichtelijkheid en i.v.m. de zeer uitgebreide stof, apart verzorgd en uitgegeven. Wij mogen dan ook ten aanzien van beide studies gerust spreken van een “gelijk-opgaan-der-dingen”; dat wil zeggen, dat “de geestelijke waarden” welke wij kunnen vinden in de verschillende objekta van de “Aardse of Israëlitische Tabernakel” met betrekking tot “de historische en geestelijke achtergrond”, ook kunnen worden toegepast op de respektievelijke Tijdsbedelingen eerder genoemd. Van deze laatste wordt op pagina 9 een schets bijgevoegd ter oriëntatie.
Wij zullen in deze studie “geestelijke waarden”, “geestelijke begrippen” leren onderscheiden en verstaan, die ons tezamen een “richtsnoer” zijn, om ons te leiden tot “de aanneming tot kinderen, en de heerlijkheid, en de verbonden, en de wetgeving, en de dienst van God, en de beloftenissen; welker zijn de vaders, en uit welke CHRISTUS IS, zoveel het vlees aangaat, Dewelke is GOD boven allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen” (Rom. 9:4-5).

VOOR EEN JUIST BEGRIP van deze geestelijke waarden, is het noodzakelijk kennis te hebben van:
• ten 1ste: de verlossing, en
• ten 2de: de gang van het volk Israël in de geschiedenis.

Want de Tabernakel is, beschouwd in het “Raam der Goddelijke Profetieën”, “een profetisch bouwwerk van de hoogste orde”!
Daarom is het geboden om, voor een degelijke studie van de Tabernakel, ALLE boeken te raadplegen die Mozes heeft geschreven. Als de door God geroepen en gezonden dienstknecht, heeft hij een aantal boeken geschreven die tezamen genoemd worden: “De Pentateuch”.
Het woordje: “Penta” hierin vervat, betekent: “Vijf”. Inderdaad heeft hij 5 Bijbelboeken geschreven onder de gezegende Zalving van Gods Geest. Deze zijn achtereenvolgens:
1. Genesis,
2. Exodus,
3. Leviticus,
4. Numeri,
en
5. Deuteronomium.

Het getal 5 in de Bijbel is het “symbolisch getal” van “De Verzoening”. In dit verband dienen wij ons het volgende te herinneren:

1. De vijf (5) kudden van de aartsvader Jakob, die hij zijn broeder Ezau zond en waarvan wij kunnen lezen: “En hij vernachtte aldaar diezelfde nacht; en hij nam van hetgeen, dat hem in zijne hand kwam, een geschenk voor Ezau zijn broeder; (1) tweehonderd geiten en twintig bokken, (2) tweehonderd ooien en twintig rammen; (3) dertig zogende kemelinnen met hare veulens, (4) veertig koeien en tien varren, (5) twintig ezelinnen en tien jonge ezels. En hij gaf die in de hand zijner knechten, elke kudde in het bijzonder; en hij zeide tot zijn knechten: gaat gijlieden door, voor mijn aangezicht, en stelt ruimte tussen kudde en tussen kudde” (Gen. 32:13-16).
2. De vijf (5) ellen van het altaar: “Gij zult ook een altaar maken van sittimhout; vijf ellen zal de lengte zijn, en vijf ellen de breedte (vierkant zal dit altaar zijn), en drie ellen zijn hoogte” (Exod. 27:1).
3. De vijf (5) stenen van David: “En hij nam zijn staf in zijn hand, en hij koos zich vijf gladde stenen uit de beek, en leide ze in de herderstas, die hij had,...” (I Sam. 17:40).
4. De vijf (5) broden: “...Wij hebben hier niet, dan vijf broden... Hij zei: Brengt Mij dezelve hier... En Hij nam de vijf broden en de twee vissen,...” (Matth. 14:17 +19).
5. De vijf (5) zalen van het badwater van Bethesda: “Er is te Jeruzalem aan de Schaapspoort, een badwater, hetwelk in het Hebreeuws genaamd wordt Bethesda, hebbende vijf zalen” (Joh. 5:2).
6. De vijf (5) malen geslagen apostel Paulus: “...veertig slagen min één, vijf malen ontvangen” (II Kor. 11:24).
7. De vijf (5) wonden van Christus, waarvan de Evangeliën ons getuigen... Onderzoek de overeenkomstige plaatsen a.u.b.
8. Het vijfde (5de) zegel in het boek Openbaring (Openb. 6:9-11).

Daarom doen wij er goed aan, wanneer wij in het bijzonder acht slaan op de eerder genoemde “geestelijke waarden”, welke God, De BouwHeer, De Ontwerper, IN Zijn Tabernakel heeft gelegd. De Goddelijke Architect heeft in Zijn Profetisch Bouwwerk, Zijn Structuur, de grondslag gelegd van ALLE dingen.

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen, KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-8-2009, KLIK HIER Zie vooral ook het “In memoriam”.
[2] Voor de geestelijke betekenis van de verschillende Tabernakel-objecten, zie eventueel ons Tabernakel-schema, met korte uitleg en diverse plaatjes: www.eindtijdbode.nl/korte-tabernakeluitleg-in-schema.htm