woensdag 24 maart 2010

Mede opgewekt – een eis voor deze tijd

.














Niet slechts om te herdenken
Wij vieren de opstanding van Jezus Christus uit de dood. Dat wij dit vieren, is eigenlijk niets bijzonders. Zo doet ook ‘de wereld’. “Ja, maar”, zegt iemand, “HOE vieren we het? Daar gaat het om!” In alle bescheidenheid gezegd, daar is een vraag die in dit verband nog veel belangrijker is. Het is deze: “Zijn wij wel mede opgewekt met Jezus??”
U kunt de opstanding van Jezus op gepaste wijze vieren, met een bezoek aan de Gemeente of Kerk erbij, zonder mede opgewekt te zijn! En toch is dit laatste het belangrijkst. Zonder mede opgewekt te zijn, blijft het voor u bij het herdenken van een historisch feit. Eigenlijk hebt u dan niets te vieren, want u bent er op geen enkele wijze PERSOONLIJK bij betrokken. Zou dit de wil van de Here Jezus zijn? Zou Hij dáárvoor al dat gruwelijke lijden hebben willen doorstaan? Opdat wij alleen maar Zijn opstanding gedenken zouden als een historisch feit? Neen, zeer beslist niet!
Jezus heeft dit alles gedaan om zielen TE VERLOSSEN uit het domein van zonde en dood, om hen te DOEN DELEN in Zijn opstanding.[1] Eenmaal sprak Jezus: “Wie in Mij gelooft, zal LEVEN…!” (zie Joh. 11:25b). Dat zei Hij, nota bene, toen er iemand gestorven was (lees Joh. 11:1-46 over ‘de opwekking van Lazarus’). Hoe reëel moet dus dit LEVEN (in Hem) zijn! Daarom de vraag: “Bent u mede opgewekt?”
Geldt ook voor ù wat Paulus zegt in Efeze 2 vers 1: “En u heeft Hij met Hem (SV: mede) levend gemaakt, u die (geestelijk gezien) dood was door de misdaden en de zonden” (lees ook nog vers 5-6). Zonder mede-opwekking is er geen toekomst voor u. Versta de ernst van deze tijd en de EIS van deze tijd! Tot (en over) de inwoners van Jeruzalem zei Jezus wenende: “Och, dat u toch uw tijd verstond en bekende wat tot uw vrede dient!” (zie Luk. 19:42). Deze mensen in Jeruzalem waren in ieder opzicht godsdienstig, de feestgezangen weerklonken altijd weer op de heilige feestdagen in de tempel. Maar… zij sloegen geen acht op de tijd, op de klok van God. Zij bekeerden zich niet (van hun zonden en ongerechtigheden) en daarom gingen zij ‘al zingende’ ten onder in 70 na Christus (de val van Jeruzalem). Zo zal straks een groot deel van de Gemeente ‘al zingende en lofprijzende’ ten onder gaan, omdat ze de EIS van deze tijd niet hebben (willen) verstaan. Ze willen de Here op hun EIGEN WIJZE dienen. Zij zijn niet mede opgewekt met Hem. Nogmaals, zonder mede-opwekking is er géén toekomst (namelijk: het vooruitzicht om, onder andere, bij de Bruiloft van het Lam te geraken – noot AK)!

Staan wij werkelijk in het NIEUWE leven ?
Als wij wat dieper op de vraag – “Ben ik mede opgewekt”? – ingaan, dan kunnen wij concluderen dat het met deze vraag al net zo is als met de vraag of u wedergeboren bent. U WEET het als het zo is. Door het getuigenis van Gods Geest IN u en door wat u ervaart. Mede-opwekking is niet hetzelfde als wedergeboorte, maar heeft er wel mee te maken. De waterdoop is een getuigenis van mede-opwekking. Maar het is geen automatisme, dat wie gedoopt is (door onderdompeling wel te verstaan) ook mede opgewekt is! Mede-opwekking volgt op de wedergeboorte, wanneer de wedergeborene ERNST maakt met het volgen van Jezus. Wie Jezus volgt, zal namelijk eerst komen tot de ervaring van het mede gekruisigd zijn met Jezus en daarna tot het mede opgewekt zijn met Hem. Jezus zei tegen Zijn discipelen: “Als iemand achter Mij (aan) wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis op nemen en Mij (na)volgen” (Matth. 16:24). Het volgen van Jezus brengt ALTIJD de kruisiging van onze wil en van ons vlees met zich mee. Wij moeten eerst één met Hem (willen) worden in Zijn lijden en sterven.[2] Daarna zullen wij Hem ook leren kennen in de kracht van Zijn opstanding.[3] Wij worden dan MEDE OPGEWEKT met Hem. Een wonderbaar werk van Gods Geest vangt dan aan in ons leven. Wij gehoorzamen dan aan een stem die roept: “Ontwaak en sta op uit de (geestelijke) dood!” en wij gaan dan wandelen als ‘wijzen’[4] en worden vervuld met de Heilige Geest[5] (zie Ef. 5:14-18). Mede opgewekt te zijn wil zeggen, dat wij waarlijk gaan WANDELEN in het NIEUWE LEVEN[6], dat ons bij de wedergeboorte (in de kiem) werd geschonken. De wereld gaat dan meer en meer zijn aantrekkingskracht op ons verliezen. Er is dan een kracht in ons werkzaam, die sterker is dan ons vlees. De “dingen van Boven” gaan dan werkelijk LEVEN voor ons en wij worden dan niet alleen “mede opgewekt”, maar ook “mede in de hemel gezet” (zie Ef. 2:6). De gelijkenis van de Koninklijke Bruiloft (zie Matth. 22:1-14) leert ons echter, dat er bij het aanbreken van de Bruiloft van het Lam vele eerstgenodigden zullen zijn, kinderen Gods (vrienden van de Bruidegom), voor wie de dingen van de wereld méér leven dan de dingen van Gods Koninkrijk! Deze gelovigen – die zich straks zullen verontschuldigen voor het Feestmaal[7] (dat vooraf gaat aan de Bruiloft van het Lam) en niet zullen aanzitten en dus geen deel zullen hebben aan dat Feest – zijn zielen die NIET mede opgewekt zijn! Ziet u hoe belangrijk deze mede-opwekking is? Het is NU het moment om uit de geestelijke slaap te ontwaken, om die dingen terzijde te schuiven waarmee “onverlichte zielen” zich ophouden en om “als op de dag” te gaan wandelen, “bekleed met (de gerechtigheid van) de Here Jezus Christus” (zie Rom. 13:11-14)!

Het gevaar van inbeelding
Zoals eerder gezegd: u WEET het, wanneer u MEDE OPGEWEKT bent met Jezus. Doch wij leven vandaag de dag in een wereld waarin machten van dwaling en leugen de overhand hebben. Ook in de gemeente (en kerk) zijn zij volop werkzaam. Eén van de verwijten van Jezus aan het adres van de gemeente van de eindtijd is: “Ik ken uw werken, dat u de naam hebt dat u (geestelijk) leeft, maar u bent dood!” (Openb. 3:1b, de brief aan de gemeente te Sardis). Hiermee in overeenstemming is, wat Paulus schrijft in 2 Timotheüs 3, namelijk: dat er vooral in de laatste dagen (van de eindtijd) veel namaak-heiligheid en schijn-godzaligheid zal zijn. Er staat onder andere geschreven: “Zij hebben een schijn van godsvrucht (SV: een gedaante van godzaligheid)...” (2 Tim. 3:5a). Om deze reden is het o zo noodzakelijk om ONSZELF te onderzoeken bij het licht van Gods Woord en Gods Geest en ONSZELF af te vragen: “Ben ik nog in het (ware) geloof?”, “Sta ik nog in het NIEUWE LEVEN[8] (van en met Christus)?”, enzovoorts. Belangrijke vragen, vooral daar wij zoveel lauwheid en wereldgelijkvormigheid zien in het Lichaam des Heren. Vele gemeenten en gelovigen dragen het stempel van Laodicea. Zij denken dat zij (in geestelijke zin) rijk zijn en aan geen ding gebrek hebben, maar in werkelijkheid zijn zij: (geestelijk) arm, blind en naakt (zie Openb. 3:17). De “Sardis-toestand” loopt uit in de “Laodicea-toestand!”[9] Wij kunnen al deze vragen weliswaar allemaal op onze eigen manier bekijken – namelijk: hoe wij leven moeten en hoe wij God moeten dienen – maar vergeet niet dat wij allen onze opvattingen zullen hebben te toetsen aan Gods Woord. Het gevaar is reëel en zeer groot, dat wij ons inbeelden te hebben wat wij niet bezitten! Denk aan de gemeente te Laodicea (zie Openb. 3:14-22). Zo is het ook met de kwestie van het mede opgewekt zijn met Jezus. Denk aan de gemeente te Sardis (zie Openb. 3:1-6). Bedrieg uzelf niet (ofwel: houd uzelf, in deze zaken die van “LEVENS”belang zijn, niet voor de gek)!

De stem van de Herder horen
Waar moeten wij vandaag dan op letten, opdat wij er zeker van zijn, dat wij mede levend gemaakt zijn met Christus? Daar is één ding waar het vooral op aan komt in deze tijd. Dat is, dat wij allen PERSOONLIJK de stem van onze Meester kennen. “Mijn schapen horen (d.i. kennen/herkennen, maar ook: luisteren naar/gehoorzamen aan) Mijn stem”, zei Jezus (zie Joh. 10:27 en vooral ook 8:47). Ziet u nu waar Jezus Zelf de scheidslijn trekt? “Mijn schapen zijn zij die Mijn stem horen”. Wij kunnen ook zeggen: Zijn schapen zijn zij die bij de Herder behoren, die Hem overal volgen en die mede gestorven en mede opgewekt zijn met Hem! Zij kennen (en herkennen) de stem van hun Overste Leidsman[10] en Herder en zij wandelen in Zijn spoor. Maria Magdalena herkende Jezus aan Zijn stem en zo werd Zijn opstanding voor haar realiteit (zie o.a. Joh. 20:16-18, Matth. 28:1-10, Mark. 16:9-11). De “Emmaüsgangers” voelden iets branden in hun binnenste, toen zij luisterden naar Jezus (zie Luk. 24:32). Zij ‘dwongen’ de Heer dan ook om bij hen binnen te komen en avondmaal met hen te houden, waarbij hun (geestelijk) ogen helemaal geopend werden. Maar bij de Laodicenzen staat Jezus buiten en klopt (nog) aan de deur van hun hart (zie Openb. 3:20), maar wie hoort Zijn stem? Ze weten het zelf zo goed. Wanneer wij vandaag de stem van de Herder der kudde horen en ons door Hem laten leiden, staan wij met Hem in het NIEUWE LEVEN en zijn wij MEDE OPGEWEKT met Hem. Wat deze Herder ook vandaag nog tot ons zegt, lezen we in Openbaring 3:18. Zij die mede opgewekt zijn met Jezus zullen zich nu daarom UITSTREKKEN naar dat “hemels goud”, beeld van de volheid van de Heilige Geest, naar die reine bruiloftsklederen en naar die zalf om waarachtig te kunnen zien (zodat we niet door de invloed van satan verleid of bedrogen te worden). Zij die mede opgewekt zijn met Jezus zullen ernaar JAGEN om straks tot de volmaakte Bruid des Heren te mogen behoren. Deze Bruid wordt door de Heilige Geest toebereid “door haar te reinigen met het waterbad door het Woord” (zie Ef. 5:26). “HOREN” is het sleutelwoord: “Wie oren heeft, laat hij (of zij) horen wat de Geest tot de gemeenten zegt” (tot 7x toe vermeld, zie Openb. 2:7, 11, 17, 29, 3:6, 13 en 22).
Zoek de werkelijke gemeenschap met Jezus. Dan zult ook u kunnen getuigen: “De Here is mijn Herder, mij zal niets ontbreken” (Ps. 23:1). Ons zal niets ontbreken. Alles wat ons NU nog ontbreekt, en dat is heel wat, zal Hij aanvullen. Wij ontvangen van Hem het volkomen leven uit Zijn opstanding!

HS [11]

[1] Zie eventueel de studie “Opstandingsleven in Christus” op ons Weblog van 2 april 2009.
[2] Zie eventueel de studie: “Lijden met Jezus” op ons Weblog van 20 maart 2009.
[3] Zie noot 1.
[4] Zie eventueel – op onze website http://www.eindtijdbode.nl/ – de studie “Een ANDER geluid – Het verschil tussen ‘het Lichaam van Christus’ en ‘de Bruid van Christus’” van A. Klein/E. van den Worm.
[5] Zie eventueel op onze website de studie “De natuurlijke mens en de Heilige Geest” van CJH Theys en/of de studie “De werkingen van de Geest in de eindtijd” van E. van den Worm.
[6] Zie eventueel op onze website de studie “LUKAS – Het Boek van de NIEUWE MENS in Christus” van E. van den Worm.
[7] In het begin van het ontstaan van de Gemeente was er het MIDDAGmaal (zie Matth. 22:4). Maar het Feestmaal wat hierboven wordt bedoeld – voorafgaand aan de bruiloft van het Lam in de eindtijd – is het AVONDmaal. Zie Lukas 14:16-24 over ‘De gelijkenis van het grote avondmaal’. De Statenvertaling heeft het juist, d.w.z. letterlijk, vertaald. Ook in de Engelstalige KJV staat a great supper”, wat ook “een avondmaal betekent.
Zie eventueel op onze website de studie “Door de Geest van God geroepen tot deelname aan het Avondmaal van de Bruiloft van Gods Lam...” van E. van den Worm.
[8] Zie noot 6.
[9] Zie eventueel de studie: “Tot welke Gemeente behoren wij?” op ons Weblog van 24 januari 2010.
[10] Zie eventueel op onze website de studie “Jezus onze Leidsman, Verlosser, Zaligmaker, Heiligmaker en Volmaker” van E. van den Worm.
[11] Een artikel van H. Siliakus uit “De Tempelbode” van april 1988, Enigszins bewerkt door A. Klein.

Mede opgewekt - een eis voor deze tijd.