zondag 24 januari 2010

Tot welke Gemeente behoren wij?

Naa(Naar aanleiding van Openbaring 2 en Openbaring 2 en 3).







Naar aanleiding van
Openbaring 2 en 3









De zeven Gemeenten uit het Bijbelboek Openbaring, hoofdstuk 2 en 3, typeren niet alleen de Gemeente of Kerk uit een zevental opeenvolgende tijdvakken uit de kerkgeschiedenis, maar in de eerste plaats de (deel)gemeenten die tezamen – waarschijnlijk in een zekere tijdsopvolging – de Gemeente of Kerk van de eindtijd zullen vormen. De twee laatste Gemeenten,
1. Filadelfia en
2. Laodicea,
staan voor de twee delen waarin de eindtijdgemeente uiteindelijk uiteen zal vallen, respectievelijk:
1. “de Gemeente van de wijze maagden”, dit is de uiteindelijke Bruidsgemeente, en
2. “de Gemeente van de dwaze maagden”.[1]
Van de overige vijf Gemeenten kunnen wij zeggen dat zij zich opsplitsen in “Filadelfia-delen” en “Laodicea-delen” (zo verrijzen dan Filadelfia en Laodicea), met dien verstande dat Smyrna als GEHEEL naar Filadelfia overgaat. Tenslotte zal ook van Laodicea nog een deel (namelijk “de overwinnaars” – zie Openb. 3:21) overgaan naar Filadelfia. Om het één en ander beter te kunnen voorstellen plaatsen wij onderstaande tekening:



“Het verband tussen de zeven Gemeenten”
of
“De ontwikkeling van de scheiding in de Gemeente van de laatste dagen” (zie noot 2)

Efeze
Uit de brief aan Efeze leren wij, dat de Gemeente van de eindtijd geïnfiltreerd zal worden door vele verleiders – het eerste eindtijdteken van Jezus – zie Openbaring 2 vers 2. Met name worden genoemd de Nikolaïeten (zie vers 6). Over wat het Nikolaïtisme was en is, bestaan verschillende meningen. Volgens dr. J.A. Seiss is het een stroming die zich (in bedekte of openlijke vorm) keert tegen het algemeen priesterschap van de gelovigen (wat te lezen staat in zijn boek: “De Komende Christus”, deel 1, blz. 90). Het is onder meer de wortel van het Rooms-Katholicisme. Steeds wanneer mensen of groepen in de Gemeente zich als een geestelijke elite gaan beschouwen, is er sprake van “de werken van de Nikolaïeten” (zie vers 6). De “dwaze maagden Gemeente” zien wij bij Efeze al opdoemen, wanneer wij lezen over “het verlaten van de eerste liefde” (zie vers 4).

Smyrna

In de brief aan Smyrna maken wij kennis met een steeds brutaler optreden van geveinsde (dus: schijnheilige) en valse christenen (zie vers 9). In deze brief, waarin geen enkel verwijt voorkomt, worden tijden van vervolging en verdrukking voor Christus’ Gemeente/Kerk aangekondigd (zie vers 10). Het zijn de vervolgingen van “het Begin der Smarten” (het vijfde zegel – zie Openb. 6:9-11 en vergelijk dit met Matth. 24:8-9).

Pergamus

Een Gemeente temidden van een krom en verdraaid geslacht is het beeld van Pergamus (zie vers 13). Ook hier treffen wij een verwijzing aan naar verdrukkingen. Eveneens komen wij hier de geloofsafval tegen, waarvan wij al eerder spraken (zie vers 14-15). “De leer van Bileam” (zie vers 14) is een stroming die de Gemeente/Kerk wil verwereldlijken. Het is datgene wat wij kennen als wereldsgezindheid, een kwaad dat inderdaad in onze tijd – wij leven immers al in de tijd die wij hier bespreken – reeds grote proporties heeft aangenomen.

Thyatira

In de brief aan Tyatira wordt gesproken over moeilijke omstandigheden, waaronder de Gemeente nochtans zal volharden en standhouden (zie vers 19). Deze zware tijd houdt verband met een aanval van de krachten van verleiding, die zijn weerga niet zal hebben gekend (zie vers 20). In dit verband wordt gesproken over “de diepten van satan” (zie vers 24), het tegenovergestelde van “de diepten van het Woord”! Maar de Gemeente als geheel zal in die strijd toch triomferen (zie vers 22-23), door Goddelijk ingrijpen wel te verstaan. De volgelingen van Izébel zullen echter stellig in de Grote Verdrukking terechtkomen!

Sardis

Sardis toont de groei van de “dwaze maagden Gemeente”: in naam levend, maar in werkelijkheid geestelijk dood (zie Openb. 3:1). Hier wordt op het vóórkomen van SCHIJNBARE geestelijke oplevingen gewezen (wat dus niet “het vuur van Gods Geest” is, maar “vals vuur”)! Verder worden de werken van deze Gemeente niet “vol (d.i. onaf of onvolmaakt) gevonden voor God (zie vers 2) – een treffende parallel met de lege lampen van de dwaze maagden (zie Matth. 25:3 en 8) – vanwege toenemende lauwheid. Aan deze gelijkenis doet ook de (geestelijke) ‘slaaptoestand’ denken, die hier uitgebeeld wordt (zie vers 2-3). Opnieuw zien wij echter dat er een kleine groep getrouwen blijft, een “heilig overblijfsel”, waaruit uiteindelijk “de Gemeente van de wijze maagden” zal voortkomen (zie vers 4-5). De “witte (of onbevlekte) klederen” van vers 5 KUNNEN klederen van martelaarschap zijn (vergelijk Openb. 6:11), maar waarschijnlijker is het dat er de “Bruiloftskleding” mee bedoeld wordt (zie Matth. 22:11), de kleding der gerechtigheid.

Filadelfia

In Filadelfia aanschouwen wij dan de UITEINDELIJKE Bruidsgemeente. Want tot DEZE Gemeente wordt gezegd, dat zij de Grote Verdrukking niet behoeft mee te maken (zie vers 10). Het is een VOLMAAKTE Gemeente, want geen enkel verwijt horen wij over haar. Het ontvangen van “de Naam van God” (zie vers 12) – zijnde het bekleed worden met de volheid van de Godheid (zie Openb. 12:1 en noot 3) – is een verwijzing naar het huwelijk van deze “Bruid” (de Bruidsgemeente) met Christus. Bij het huwelijk ontvangt de vrouw namelijk de naam van de man (en dit geldt ook bij het huwelijk tussen Christus en Zijn Bruid). Ook de vereenzelviging van Filadelfia met “het nieuwe Jeruzalem”[4] is een aanduiding dat wij hier met de Bruidsgemeente te doen hebben (zie vers 12 – en vergelijk dit met Openb. 21:2). In de dagen van Filadelfia zullen de geveinsde/schijnheilige en valse christenen niet langer verborgen blijven (zie vers 9). Alle kwaad en ongerechtigheid in de Gemeente zal geopenbaard en uitgedreven worden (vergelijk de geschiedenis van Ananias en Saffira – zie Hand. 5).

Laodicea
Laodicea, tenslotte, is de “Gemeente van de dwaze maagden”, de Gemeente van die kinderen Gods die geestelijk niet “gereed” zullen zijn, wanneer Jezus wederkomt (de “dwaze maagden” behoren weliswaar tot de “aanvankelijke” Bruidsgemeente, maar niet tot de “uiteindelijke”).
Kenmerken van deze gelovigen zijn:
geestelijke lauwheid (zie vers 15-16 – vergelijk het “uit Mijn mond spuwen” met het “uitwerpen in de buitenste duisternis” van Mattheüs 25 vers 30 – het zijn verwijzingen naar de Grote Verdrukking),
zelfingenomenheid en een “groot” denken van zichzelf (verkapte hoogmoed), zie vers 17.
Het zijn eigenschappen die samengaan met wereldsgezindheid en vleselijkheid. Het is een Gemeente die een ZOGENAAMDE, schijnbare, geestelijke welvaart kent. Schijnopwekkingen en een voortdurend welslagen – voor wat betreft uiterlijke zaken – zullen haar zover brengen. Maar zij mist wat de uiteindelijke Bruidsgemeente WEL bezit, namelijk:
het “goud” van de Heilige Geest,
de “witte klederen” van reinheid en gerechtigheid (nodig om de Bruiloft van het Lam[5] in te kunnen gaan), en
de “ogenzalf” van de Heilige Geest (zodat zij met geestelijke blindheid geslagen is), zie vers 18.

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.


H. Siliakus/A. Klein


  • Als onze (eindtijd)studies u interessant lijken, zouden wij het fijn vinden als u ook anderen op onze website en/of ons weblog (met 2 maal per maand een ‘nieuwsbrief’) wilt attenderen
  • Zie voor onze Bijbelstudies www.eindtijdbode.nl/
  • Nog niet alle studies staan op onze website vermeld

[1] Zie eventueel – op onze website www.eindtijdbode.nl/ – de studie “De 5 wijze en de 5 dwaze maagden en hun eigen lotsbestemmingen in de eindtijd” van E. van den Worm of “Een ANDER geluid – Het verschil tussen ‘het Lichaam van Christus’ en ‘de Bruid van Christus’”, van A. Klein.
[2] Zie eventueel op onze website de studie “Drie grote toekomstige scheidingen” van H. Siliakus.
[3] “En er verscheen een groot teken in de hemel (het koninkrijk der hemelen op aarde, de Gemeente/Kerk): een vrouw (de vrouw van het Lam), bekleed met de zon, en de maan was onder haar voeten en op haar hoofd een kroon van twaalf sterren” (Openb. 12:1, HSV). De Bruid (NA haar huwelijk “de Vrouw” – zie noot 11) is hier bekleed en doorkleed met de drievoudige openbaring van de almachtige God (nl. de zon: beeld van de Vader; de maan: beeld van de Zoon; de sterren: beeld van de Heilige Geest).
• Vergelijk Openbaring 12:1 ook nog met Hooglied (het boek over de Bruid en Bruidegom) 6 vers 10 (NBV): “Wie is zij, die daar oplicht als de dageraad, zo helder als de volle maan, zo stralend als de zon, zo ontzagwekkend als een vaandelvrouw?”
• En ook nog met Jesaja 60 vers 1-3: “Sta op (d.i. blijf niet in uw zonden of geestelijke slaap “liggen”), word (geestelijk) verlicht, want uw licht (de Here Jezus Christus, in en door de Heilige Geest) komt en de heerlijkheid van de Here gaat over u op. 2 Want zie, duisternis zal de aarde bedekken en donkerheid de natiën, maar over u zal de Here opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u (d.i. de Bruid) gezien worden (zie noot ). (NBG) 3 Volken laten zich leiden door jouw (van God ontvangen) licht, koningen door de glans van je schijnsel.” (NBV)
[4] Zie eventueel op onze website de studie “Het nieuwe Jeruzalem, de Bruid van het Lam van God, het Lichaam van Christus” van E. van den Worm.