dinsdag 9 februari 2010

Boekbespreking 2: Onze aardse roeping: “En u zult Mijn getuigen zijn”



Een Bijbelstudie van Bijbelleraar E. van den Worm[1],
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.


U bent het licht van de wereld (volgens Mattheüs 5:14)
Behalve de zoutvorming – wij moeten namelijk “het zout van de aarde” worden (zie Matth. 5:13) door de hand des Heren, waarmee “de NIEUWE MENS in Christus” wordt bedoeld – moeten wij ook “het licht van de wereld” worden (zie Matth. 5:14). Deze beide werkingen geschieden door de zalving van de Heilige Geest, op grond van ons geloof in en onze (volkomen) overgave aan Christus.
Deze zoutvorming is een inleidende werking om ons (geestelijk) gereed te maken, want ons leven moet in overeenstemming zijn/komen met de wil van God. Wij zijn weliswaar als zondaren geboren, maar we moeten – door de werkingen van de Heilige Geest IN ons – verlost worden van ons zondig “ik”-leven en worden omgevormd tot wij het wonderlijke “Jezus-leven”, de zgn. “Christus-natuur”, ontvangen hebben in ons hart en leven.
Daarnaast heeft de zalving van de Heilige Geest ook tot doel om ons te vormen tot een (waarachtig) getuige voor onze medemensen, zodat wij anderen – door de kracht van de Heilige Geest – kunnen brengen in de cirkel van Gods genade. Veel christenen getuigen alleen of voornamelijk in de Gemeente (of Kerk) waartoe zij behoren, maar we moeten niet alleen in de Gemeente getuigen, maar – des te meer – in de wereld daar buiten. Die wereld is dus de voornaamste plaats, ons voornaamste arbeidsveld, onze akker. Want, wij moeten uit die wereld mensen zien te trekken en hun leren om open te (gaan) staan voor het leven van Jezus, voor de genade van Jezus Christus. Dat wordt er dus bedoeld met “licht” verspreiden. En, ook dit is een werking van de zalving van de Heilige Geest. Want zonder de kracht van de Heer – die in en door ons heen werkt met Zijn Geest – is er geen (waarachtig) getuigenis mogelijk. Want de wereld is in de macht van ‘de boze’, in de greep van satan en als wij dus in eigen kracht proberen te getuigen, dan lachen ze ons uit, dan houden ze ons voor een beetje simpel of zoiets, want de wijsheid van God is dwaasheid voor de wereld.
Conclusie: wanneer we niet IN en DOOR de kracht van de Heilige Geest van Jezus getuigen, heeft het geen enkele (eeuwigheids)waarde.
We gaan nu eerst de verzen 14 t/m 16 uit Mattheüs 5 lezen:
U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn. En ook steekt men geen lamp aan en zet die onder de korenmaat, maar op de standaard (SV: kandelaar), en hij schijnt voor allen die in het huis zijn. Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.”
Nogmaals: de verspreiding van dit (goddelijk) “licht” in die wereld is dus een onmogelijke taak in de eigen kracht van de mens. Er is in de mens zelf geen mogelijkheid om dit licht te verspreiden. Want Jezus zegt Zelf: "…Ik ben het Licht der wereld" (zie Joh. 8:12a) en het is Jezus Die – door de werking van de Heilige Geest in ons – dit “licht” door ons heen doet schijnen. Zonder de werking van Jezus – door de zalving van/met Zijn Heilige Geest – is er dus geen lichtverspreiding mogelijk. Ook niet door de zgn. “goede werken” die wij doen. Het moeten ook geen (goede) werken zijn die WIJ (vanuit onszelf) doen. … Het werk, de taak, moet door de Geest van God gedreven zijn. Om dit te bewijzen gaan wij naar Handelingen 1 vers 8:
“maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult (dan, daarna) Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde.”
Het getuigen van Jezus – dus: een waarachtig getuige van/voor Hem zijn – komt dus pas NA die bekrachtiging door de Heilige Geest. Eerst moet namelijk de kracht van de Heilige Geest over ons komen en pas daarna kunnen wij, als een waarachtig getuige, van Hem getuigen.
Men denkt over het algemeen te lichtvaardig over het wachten “in de opperkamer van onze geest” op deze kracht, op deze zalving. Laten wij daarom – biddende – blijven vragen om die wonderlijke krachten van de Heer, totdat Hij binnenkomt; laat Hem – in en door ons heen – Zijn werk doen en dan kunnen wij (waarlijk) getuigen van de Here Jezus. Want, wij zijn allemaal geroepen om te getuigen van Hem. Geroepen om de wereld te vertellen dat Hij opgestaan is, dat Hij een levende Heiland is en dat Hij een Helper is onder alle omstandigheden van het leven. Al onze problemen lossen als het ware op (omdat Hij die voor ons draagt) als wij die in Zijn handen leggen. Dan zullen de satanische krachten en machten in ons hart en leven teniet gedaan worden door ons geloof in Jezus Christus, en door onze overgave aan Hem.
De inwoning van (en dus de vervulling met) de Heilige Geest is dus hard nodig, want het is de enige manier waardoor wij echt een getuige van Hem kunnen zijn, waardoor wij waarlijk (Zijn) “licht” kunnen verspreiden. Dan zullen wij niet alleen maar praten over de Heer (want het Evangelie bestaat niet alleen maar in woorden), maar vooral handelen IN en DOOR Zijn kracht. Dat kunnen wij hieronder ook lezen (in 1 Kor. 2:4-5). Onze prediking, onze onderwijzing, moeten gedreven zijn door de Geest van God willen ze eeuwigheidswaarde hebben.

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen, KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-10-2009. KLIK HIER