Wat volgt op de opstanding ?
De christelijke kalender kent een dag waarop wij de opstanding van de Here Jezus Christus gedenken, de grootste overwinning aller tijden. Maar gedenken alleen is niet genoeg. De zo belangrijke vraag is: hoe gaat dat onsterfelijke leven, dat toen werd geopenbaard in een wereld waarin alles aan de vergankelijkheid is onderworpen, hoe gaat dat leven zich verder openbaren? Of, om het nog anders te zeggen, leven wij werkelijk NA de opstanding?? Zijn wij mede opgewekt met Christus en mede gezet in de hemelen met Hem?
Wat zegt de Bijbel hierover? God gedenkt ook. Er is een gedenkboek voor Zijn aangezicht (zie Mal. 3:16)! Hij peilt wat de opstanding van Christus nu heeft kunnen uitwerken in onze levens. Er is een profeet, wiens naam betekent: “God gedenkt”, namelijk de profeet Zacharia. In zijn gelijknamige Bijbelboek[1] lezen wij wat er volgens het verheven Goddelijk plan volgt op de opstanding van de Here uit de dood. Wij moeten daarvoor gaan naar Zacharia, hoofdstuk 2, het derde visioen dat de profeet ontving; “drie” spreekt van het volmakende werk van God de Heilige Geest. In Zacharia 2:10 lezen wij: “Juich en verblijd u, gij dochter van Sion; want zie Ik kom, en Ik zal in het midden van u wonen, spreekt de Here”.
De dochter van Sion
De “dochter van Sion” is het volk dat in Sion woont en dat eigenlijk de stad Sion of Jeruzalem vormt. Deze wijze van spreken geeft al aan, dat wij ons niet blind moeten staren op een stad van steen en hout in het Midden-Oosten. Het gaat om levende zielen!! In de Nieuwe Bedeling[2], waarin wij nu leven, is dit Jeruzalem de Gemeente van de Here Jezus Christus. De Gemeente van de wedergeborenen, van hen die geboren zijn in het Jeruzalem “dat boven is” (zie Gal. 4). In de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament staat voor “wedergeboren” letterlijk: “van boven geboren”. En dat in dit derde visioen van Zacharia dit geestelijke Sion bedoeld wordt, kunnen wij afleiden uit bijvoorbeeld vers 4: “Jeruzalem zal dorpsgewijze bewoond worden”. Een beeld van de ene Gemeente van Christus die is opgebouwd en bestaat uit véle plaatselijke gemeenten (deze eenheid in veelheid wordt ook uitgebeeld door de “granaatappelen” aan de hemelsblauwe mantel van de Israëlische hogepriester,[3] zie Exod. 28:33). Ook het 11de vers dwingt ons, om ons in gedachten te verplaatsen naar de Nieuwe Tijdsbedeling[4] en te denken aan de Nieuwtestamentische Gemeente, die gevormd wordt door wedergeboren zielen uit alle volkeren (dus ook de wedergeboren zielen uit de Joden/Israëlieten – AK): “Vele heidenen zullen te dien dage de Here toegevoegd worden, en zij zullen Mij tot een volk wezen”, en dan herhaalt de Here: “en Ik zal in het midden van u wonen”. En zie, hoe wonderbaar!, de Here spreekt deze Gemeente aan als “dochter”! Dat wil ons bovendien zeggen, dat de Here Jezus haar tot Zijn vrouw wil nemen en dat Hij hier spreekt over die grote verborgenheid van Efeze 5:32, wanneer Hij bekend maakt, dat Hij tot haar in wil gaan! Hij komt voor Zijn Bruiloft. De Bruidegom komt! Wij leven in de tijd van het einde en dit gebeuren staat voor de deur. Straks zal er een Gemeente zijn in welke de Heer ten volle inwoning maakt: De Bruidsgemeente. “Verblijd u, gij dochter van Sion, want zie, Ik kom, en Ik zal in het midden van u wonen”. Johannes (te Patmos) getuigt van deze Gemeente: “Geen tempel is in dezelve, want de Here, de almachtige God, is haar Tempel,[5] en het Lam” (Openb. 21:27). En Ezechiël besluit zijn Bijbelboek, uitroepende: “De naam van die stad zal zijn: DE HERE IS ALDAAR”!
Intocht in Jeruzalem
De woorden van Zacharia 2:10 doen ons echter ook denken aan de intocht van onze Heer in het eerste Jeruzalem, vier dagen voor Zijn sterven. Dit is niet toevallig. Ook in het boek Zacharia vinden wij de bekende profetie: “Verheug u zeer, gij dochter van Sion!... Zie, uw Koning zal (tot) u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende op een ezel” (9:9). Dit profetische Woord is allereerst en letterlijk vervuld op die dag, nu bijna 2000 jaar geleden, toen de Here voor het laatst dit (aardse) Jeruzalem binnentrad. Een feestelijke intocht… Doch het was een feest dat uitliep op een drama! Zoals helaas ook menig christenleven verloopt... Uiteindelijk bleek dat Jezus kwam om in het midden van hen te sterven! “Hosanna” werd “kruisig Hem”. Zodat de vraag gewettigd is: WIE kozen zij nu eigenlijk op die gedenkwaardige dag? Kozen zij Jezus als hun Koning of... als het Lam, dat in hun plaats moest sterven!?! Het is een feit van grote betekenis, dat de intocht van Jezus in dat aardse Jeruzalem op precies dezelfde dag plaats had als waarop volgens Israëls kalender het lam gekozen moest worden voor (de maaltijd van) het Pascha (zie Exod. 12:3 en 6). Op die dag, de dag der keuze, werd het Lam gekozen, dat de zonde der wereld zou wegdragen. De Verlosser voor allen die Hem aannemen en toelaten in hun hart en leven.
De christelijke kalender kent een dag waarop wij de opstanding van de Here Jezus Christus gedenken, de grootste overwinning aller tijden. Maar gedenken alleen is niet genoeg. De zo belangrijke vraag is: hoe gaat dat onsterfelijke leven, dat toen werd geopenbaard in een wereld waarin alles aan de vergankelijkheid is onderworpen, hoe gaat dat leven zich verder openbaren? Of, om het nog anders te zeggen, leven wij werkelijk NA de opstanding?? Zijn wij mede opgewekt met Christus en mede gezet in de hemelen met Hem?
Wat zegt de Bijbel hierover? God gedenkt ook. Er is een gedenkboek voor Zijn aangezicht (zie Mal. 3:16)! Hij peilt wat de opstanding van Christus nu heeft kunnen uitwerken in onze levens. Er is een profeet, wiens naam betekent: “God gedenkt”, namelijk de profeet Zacharia. In zijn gelijknamige Bijbelboek[1] lezen wij wat er volgens het verheven Goddelijk plan volgt op de opstanding van de Here uit de dood. Wij moeten daarvoor gaan naar Zacharia, hoofdstuk 2, het derde visioen dat de profeet ontving; “drie” spreekt van het volmakende werk van God de Heilige Geest. In Zacharia 2:10 lezen wij: “Juich en verblijd u, gij dochter van Sion; want zie Ik kom, en Ik zal in het midden van u wonen, spreekt de Here”.
De dochter van Sion
De “dochter van Sion” is het volk dat in Sion woont en dat eigenlijk de stad Sion of Jeruzalem vormt. Deze wijze van spreken geeft al aan, dat wij ons niet blind moeten staren op een stad van steen en hout in het Midden-Oosten. Het gaat om levende zielen!! In de Nieuwe Bedeling[2], waarin wij nu leven, is dit Jeruzalem de Gemeente van de Here Jezus Christus. De Gemeente van de wedergeborenen, van hen die geboren zijn in het Jeruzalem “dat boven is” (zie Gal. 4). In de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament staat voor “wedergeboren” letterlijk: “van boven geboren”. En dat in dit derde visioen van Zacharia dit geestelijke Sion bedoeld wordt, kunnen wij afleiden uit bijvoorbeeld vers 4: “Jeruzalem zal dorpsgewijze bewoond worden”. Een beeld van de ene Gemeente van Christus die is opgebouwd en bestaat uit véle plaatselijke gemeenten (deze eenheid in veelheid wordt ook uitgebeeld door de “granaatappelen” aan de hemelsblauwe mantel van de Israëlische hogepriester,[3] zie Exod. 28:33). Ook het 11de vers dwingt ons, om ons in gedachten te verplaatsen naar de Nieuwe Tijdsbedeling[4] en te denken aan de Nieuwtestamentische Gemeente, die gevormd wordt door wedergeboren zielen uit alle volkeren (dus ook de wedergeboren zielen uit de Joden/Israëlieten – AK): “Vele heidenen zullen te dien dage de Here toegevoegd worden, en zij zullen Mij tot een volk wezen”, en dan herhaalt de Here: “en Ik zal in het midden van u wonen”. En zie, hoe wonderbaar!, de Here spreekt deze Gemeente aan als “dochter”! Dat wil ons bovendien zeggen, dat de Here Jezus haar tot Zijn vrouw wil nemen en dat Hij hier spreekt over die grote verborgenheid van Efeze 5:32, wanneer Hij bekend maakt, dat Hij tot haar in wil gaan! Hij komt voor Zijn Bruiloft. De Bruidegom komt! Wij leven in de tijd van het einde en dit gebeuren staat voor de deur. Straks zal er een Gemeente zijn in welke de Heer ten volle inwoning maakt: De Bruidsgemeente. “Verblijd u, gij dochter van Sion, want zie, Ik kom, en Ik zal in het midden van u wonen”. Johannes (te Patmos) getuigt van deze Gemeente: “Geen tempel is in dezelve, want de Here, de almachtige God, is haar Tempel,[5] en het Lam” (Openb. 21:27). En Ezechiël besluit zijn Bijbelboek, uitroepende: “De naam van die stad zal zijn: DE HERE IS ALDAAR”!
Intocht in Jeruzalem
De woorden van Zacharia 2:10 doen ons echter ook denken aan de intocht van onze Heer in het eerste Jeruzalem, vier dagen voor Zijn sterven. Dit is niet toevallig. Ook in het boek Zacharia vinden wij de bekende profetie: “Verheug u zeer, gij dochter van Sion!... Zie, uw Koning zal (tot) u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende op een ezel” (9:9). Dit profetische Woord is allereerst en letterlijk vervuld op die dag, nu bijna 2000 jaar geleden, toen de Here voor het laatst dit (aardse) Jeruzalem binnentrad. Een feestelijke intocht… Doch het was een feest dat uitliep op een drama! Zoals helaas ook menig christenleven verloopt... Uiteindelijk bleek dat Jezus kwam om in het midden van hen te sterven! “Hosanna” werd “kruisig Hem”. Zodat de vraag gewettigd is: WIE kozen zij nu eigenlijk op die gedenkwaardige dag? Kozen zij Jezus als hun Koning of... als het Lam, dat in hun plaats moest sterven!?! Het is een feit van grote betekenis, dat de intocht van Jezus in dat aardse Jeruzalem op precies dezelfde dag plaats had als waarop volgens Israëls kalender het lam gekozen moest worden voor (de maaltijd van) het Pascha (zie Exod. 12:3 en 6). Op die dag, de dag der keuze, werd het Lam gekozen, dat de zonde der wereld zou wegdragen. De Verlosser voor allen die Hem aannemen en toelaten in hun hart en leven.
KLIK HIER om deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder te lezen!
HS[6]
Noot redaktie:
Wij beseffen dat bovenstaande studie een boodschap is die, voor sommigen zeker, hard kan aankomen. Toch zegt de Bijbel niet voor niets dat wij moeten afsterven aan ons vlees (dat is: afsterven aan ons oude, zondige, vaak wereldsgezinde leven). En dat dit ‘afsterven’ pijn doet is een bekend maar ‘normaal’ verschijnsel, want… ons vlees (en ook onze vleselijk ingestelde geest) vindt afsterven namelijk niet leuk en spartelt – soms hevig – tegen. Maar… besef dat NA de dood (d.i. nadat wij werkelijk afgestorven zijn aan het oude leven) de opstanding volgt (namelijk: het ware christelijke leven – in de ‘opstandingskracht’ van Christus – IN en MET en DOOR Zijn Geest)! En, we hoeven dit afsterven ook niet in eigen kracht te volbrengen, maar kunnen de Heer vragen, telkens weer, om ons in onze zwakheden te helpen. Maar… we moeten dit “sterven aan ons vlees“ wel echt willen. We moeten de zonde in ons – zowel de zondige gedachten alsook de zondige daden – (gaan) haten! Christus dwingt ons niet. Hij moet het in ons mogen uitwerken. En dan wordt het ONmogelijke MOGELIJK! Want… wat bij de mens onmogelijk is, is mogelijk bij God.
[1] Zie eventueel de studie: “De visioenen van Zacharia (en de geestelijke betekenis ervan voor de Bruidsgemeente)”.
[2] Nieuwe Bedeling = De periode die de verhouding tussen God en mens NA Christus’ (1ste) komst aangeeft.
[3] Zie eventueel de studies: “Christus in de Tabernakel” en/of “De Tabernakel van Israël”.
[4] Zie noot 2.
[5] Zie eventueel de studie: “Geroepen om te worden gemaakt tot Gods doel met de mens: een eeuwige, heilige tempel van onze almachtige God en Vader”.
[6] Artikel uit het blad “De Tempelbode” van april 1989.
- Voor nog meer studies over de eindtijd, zie onze website: www.eindtijdbode.nl/
- Als onze (eindtijd)studies u interessant lijken, zouden wij het fijn vinden als u ook anderen op onze website en/of nieuwsbrief wilt attenderen (klik eventueel hieronder op envelop met pijl).
- Nog niet alle studies staan op onze website vermeld.
- De reeds vermelde studies krijgen eerst een 'face-lift'.