woensdag 24 juni 2009

Bekeert u van uw boze werken





"Jezus zei: ...Ga heen, zondig van nu af niet meer !"

Joh. 8:11, NBG





Verlaat de dimensie van de duisternis
"Zeg tot hen, spreekt Adonai JaHWeH, Ik verheug Me niet in de dood van hen die slecht zijn, maar wel in de bekering van hun levenswijze. Bekeert u, bekeert u, van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o Huis Israëls[1]?" (Ezech. 33:11 – letterlijke vertaling).
Bekering is een wilsdaad van de mens, die begint als hij of zij zich tot God keert èn zijn of haar zondige wegen wil verlaten. Het is echter niet alleen een daad van het begin van een leven dat – door God – vernieuwing zoekt, maar een levensinstelling van elke verdere nieuwe dag. Wij leven namelijk in een wereld waarin de boze (d.i. satan, de duivel) heerst; een wereld die onder sterke invloed staat van de inspiratie, arbeid en leiding van de boze en zijn macht.
In Efeze 2 vers 1-3 lezen wij: “En u heeft Hij (d.i. God, de Vader) met Hem (d.i. Jezus, de Zoon) levend gemaakt, u die (in geestelijke zin) dood was door de misdaden en de zonden, waarin u voorheen gewandeld hebt, naar het tijdperk (de tijdgeest) van deze wereld, naar de aanvoeder van de macht in de lucht, van de (satanische, duivelse) geest die nu werkt in ‘de kinderen van de ongehoorzaamheid’ (d.i. de ongelovige en wereldsgezinde mensenkinderen), te midden van wie ook wij allen voorheen verkeerden, in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en de (zondige) gedachten te doen; en wij waren van nature kinderen des toorns, evenals de anderen” (HSV). En in Efeze 6 vers 12 lezen wij: “Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de machthebbers van de wereld, van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke boosheden in de lucht” (HSV).
Wij hebben allen voorheen gedacht, geleefd en gewerkt in de begeerten van ons vlees, doende de wil van het vlees en van de eigen, zondige gedachten. Maar in Romeinen 8 vers 6-8 lezen wij: “het bedenken van het vlees is de (geestelijke) dood, maar het bedenken van de Geest is leven en vrede. Immers, het denken van het vlees is vijandschap tegen God. Het onderwerpt zich namelijk niet aan de wet van God, want het kan dat ook niet. En zij die in het vlees zijn (d.i. zij die hun leven door de zonden van het vlees laten leiden), kunnen God niet behagen.” (HSV)

Gedachtezonden leiden tot woordzonden en tot daadzonden.
Wij kunnen – vanuit onze oude natuur – vleselijk (blijven) denken en leven, en tegelijk ‘christelijk’ willen leven, naar de Gemeente of Kerk gaan en bidden, al is dit zeker niet naar Gods wil. Maar voor een waarachtig christen, een ware discipel van Jezus is dit een ONmogelijkheid, omdat het ware christenleven een andere geestelijke dimensie is dan het leven, denken en werken in het vlees. Het leven in de Geest en naar Zijn wil is de dimensie van het licht – daarom begrijpt de wereld ons, (de ware) christenen, niet en vindt zij ons vreemd, raar of zelfs gek – terwijl het leven in het vlees de dimensie is van de duisternis, een leven buiten God. Daarom (ver)hoort en ziet de Here zulke gelovigen niet als zij tot Hem bidden, zoals wij kunnen lezen in Jesaja 59 vers 1-2: “Zie, de hand des Heren is niet te kort om (u) te verlossen, en Zijn oor niet te onmachtig om (u) te horen; maar uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God, en uw zonden doen Zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij (u) niet hoort” (NBG).
Daarom, verlaat de dimensie van Gods licht niet en blijf volharden in het leven in en het bekeerd zijn tot God. Want… “als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde” (1 Joh 1:7, HSV).
Onze geest moet in het licht van Gods dimensie blijven wandelen, maar wij bevinden ons naar het lichaam nog in deze wereld en haar dimensie van duisternis. Wij hebben dus voorzichtig te wandelen en onze voeten (beeld van onze levenswandel) voortdurend te wassen in – en dus te laten reinigen door – Zijn bloed, omdat wij, ook zonder dit te willen, in contact komen met de zonde.
[2]

Waartegen hebben wij te waken?
1. In de eerste plaats wordt ons denken bezoedeld als wij in contact komen met de zonde en daarom moeten wij deze zondige gedachten onmiddellijk wassen in Zijn bloed, omdat het nu eenmaal zo is dat zondige gedachten zondige overleggingen van ons hart worden en wij zo bezoedeld raken door die zonde. Als wij echter in het licht van God blijven, blijven wij in Zijn Geest en in Zijn liefde. “Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht, en er is in hem niets dat anderen doet struikelen” (1 Joh. 2:10, HSV).
2. Onze geest en ziel moeten blijven wandelen, leven en werken in de dimensie van het licht, in het Koninkrijk van Jezus Christus, en de dimensie van de duisternis mijden.
In 2 Korinthe 6 vers 14-18 lezen we: “Vorm geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeenschappelijk met wetteloosheid (of: ongerechtigheid), en welke gemeenschap is er tussen licht en duisternis? En welke overeenstemming is er tussen Christus en Belial (d.i. de satan)? Of wat deelt een gelovige met een ongelovige? Of welk verband is er tussen de tempel van God en de afgoden? Want u bent de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen en te midden van hen wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn. Ga daarom uit hun midden weg en zonder u van hen af, zegt de Here. En: Raak niet aan wat onrein is, en Ik zal u aannemen. Ik zal u tot een Vader zijn en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Here, de Almachtige” (HSV). Terwijl we in 2 Korinthe 7 vers 1 lezen: “Omdat wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bevlekking van het (zondige) vlees en van de (wereldsgezinde, door de satan beïnvloede) geest, en zo de heiliging volbrengen in de vreze Gods” (HSV).
3. Wij hebben ervoor te waken dat onze tong niet meer spreekt naar het denken van de wereld. “Maar Ik zeg u dat de mensen van elk doelloos woord dat zij zullen spreken, rekenschap moeten geven op de dag van het oordeel” (Matth. 12:36, HSV).
4. Wij hebben er ook voor te waken dat ons hart de wereldse levenswandel niet liefheeft. “Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en het pronken met de dingen van het leven is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid” (1 Joh. 2:15-17, HSV).
· De begeerten van het vlees leiden tot de zonden van het vlees, tot zondige lusten, die ons leiden tot afgodendienst, tot seksuele zonden. Weer anderen maken hun buik tot een afgod en leven om te eten.
· De begeerten van de ogen leiden tot de zonden van de ziel: tot materiehonger en tot ‘geld-gekte’, tot aanbidding van de mammon, tot een leven in luxe.
· De zondige begeerten van de geest leiden tot hoogmoed, tot machtswaanzin, tot grootsheid van het leven, tot zondige, vrouwelijke ijdelheid.
Laten wij er dus voor waken om niet te wandelen in deze regionen van de dimensie der duisternis, maar laten wij blijven wandelen in de dimensie van Gods licht. Laat ons de voorzichtigheid van de rechtvaardigen betrachten. Laat ons wandelen in de geest van Johannes de doper, van wie gezegd werd in Lukas 1 vers 17: “En hij (d.i. Johannes de doper) zal voor Hem (d.i. Jezus) uit gaan in de geest en de kracht van Elia, om het hart van de vaderen te bekeren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de bedachtzaamheid van de rechtvaardigen, om voor de Here een toegerust volk gereed te maken.” (HSV)
Blijf dus denken, wandelen en werken in de tot God bekeerde levensinstelling, elke dag. Zo zullen wij Hem getrouw kunnen gehoorzamen en de hoogweg
[3] van genade blijven bewandelen. Dan zal Hij ons (kunnen) leiden in Zijn hemels heiligdom[4], reeds hier op aarde.
In Hebreeën 4 vers 14-16 staat deze belofte: “Nu wij dan een grote Hogepriester hebben, Die door de hemelen doorgegaan is, namelijk Jezus, de Zoon van God, laten wij aan deze belijdenis vasthouden. Want wij hebben geen hogepriester die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles is verzocht op gelijke wijze als wij, maar zonder zonde (d.i. zonder te zondigen). Laten wij dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip” (HSV).
Zo zal de Hogepriester, onze Herder, ons stap na stap – door Zijn Heilige Geest – leiden, inwaarts tot in het hemelse heiligdom van God, naar onze hemelse Vader toe.
“Jezus zei tot hem (d.i. tot Thomas): Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Joh. 14:6, HSV). Jezus is dus de ENIGE Leidsman
[5], Die tot het eeuwige leven leidt; Hij alléén is de Waarheid; Hij alléén leidt ons naar onze Vader-God, naar de almachtige, barmhartige en heilige JaHWeH toe.
Amen.

E. van den Worm
[6]

  • Als onze (eindtijd)studies u interessant lijken, zouden wij het fijn vinden als u ook anderen op onze website en/of ons weblog (met een maandelijkse ‘nieuwsbrief’) wilt attenderen.
  • Zie voor meer Bijbelstudies onze website www.eindtijdbode.nl/
  • Nog niet alle studies staan op onze website vermeld.

[1] “Maar hij is Jood (of: Israëliet) die het in het verborgene (d.i. in het innerlijk, in het hart) is, en dat is de (ware) besnijdenis, die van het hart is, naar de geest, niet naar de letter. Zijn lof is niet uit de mensen maar uit God” (Rom. 2:29, HSV).
[2] Zie eventueel op onze website de studie: “De overwinnaars; over (de macht van) zonde en satan in de eindtijd”.
[3] “Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de Here. Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen (de zgn. “hoogweg”), en Mijn gedachten dan uw gedachten” (Jes. 55:8-9).
[4] Voor meer over de geestelijke betekenis van dit ‘hemels heiligdom’, zie eventueel de studie: “Christus in de Tabernakel” en/of “De Tabernakel van Israël” en/of “Lukas: Het Boek van de NIEUWE MENS in Christus”.
[5] Zie eventueel de studie: “Jezus onze Leidsman, Verlosser, Zaligmaker, Heiligmaker en Volmaker”.
[6] Uit: "Boodschappen voor vandaag en morgen". De tekst is bewerkt door AK (voornamelijk naar meer hedendaags Nederlands).

Bekeert u van uw boze werken