vrijdag 10 juli 2009

Podium en Gemeente - deel 2


Schriftuurlijke richtlijnen, praktische wenken en raadgevingen voor hen, die in een Gemeentelijke bediening staan.




Hoofdstuk 2
Gods arbeider en de Gemeente
Een Gemeente in deze Nieuwtestamentische periode (van in totaal zo’n 2000 jaar), waarin de Geest van God Zijn weg niet kan hebben, is geen Gemeente in de Schriftuurlijke zin en derhalve GEEN Gemeente van God! Een Gemeente van God is dus een hechte gemeenschap van gelovigen waarin de Geest van God de leiding heeft, en Hij dus de overste Leidsman en de Voleinder van het geloof is. Vanzelfsprekend werkt de Heilige Geest deze leiding uit door middel van mensen in wie Hij woont, door wie Hij dus werkt; waarom dezen ook “medearbeiders van God” worden genoemd.
Velen willen wel graag een Gemeente bedienen, maar dan één, die al gevormd is. Dit lijkt hun gemakkelijker; toch is dat niet zo! Bovendien is er niets zo wondervol, althans indien u hiertoe geroepen bent, dan om eerst nog onbekeerde zielen te zoeken en die – door Gods genade – te brengen in Zijn Koninkrijk; om met die zielen straks samen een Gemeente van de grond af aan op te bouwen. Is die Gemeente – door de leiding en kracht van de Geest – gevormd, dan is u roeping bevestigd èn kent u uw “schapen” door en door.
Velen kennen een verlangen om iets voor de Here te doen; maar zo’n verlangen hoeft nog geen roeping van God te zijn. Toen God Saulus van Tarsen riep, was hij een vervolger van de Gemeente en had zelf allerminst iets, wat op een Gemeente van God leek. Maar toen Saulus een Paulus wilde worden en aan God de beslissing wilde overlaten, werd hij de “apostel der heidenen” bij uitnemendheid. Glorie voor God! Hij reisde de streken en steden af en bouwde Gemeenten op! Halleluja!

De arbeider van God moet Hem dienen zonder aanzien des persoons
“Mijn broeders, heb het geloof van onze Here Jezus Christus, de Here der heerlijkheid, zonder aanzien des persoons. Want als in uw samenkomst een man zou binnenkomen met een gouden ring aan zijn vinger, in sierlijke kleding, en er kwam ook een arme man in haveloze kleding, en u zou hoog opzien tegen hem die de sierlijke kleding draagt en tegen hem zeggen: Gaat u hier zitten op een mooie plaats, en u zou tegen de arme zeggen: Gaat u daar maar staan, of: Ga hier zitten bij mijn voetbank, hebt u dan niet onder elkaar een onderscheid gemaakt en bent u zo geen rechters geworden met verkeerde overwegingen?” (Jak. 2:1-4, HSV)
Als u bij uzelf denkt: “Deze christen betaalt goed zijn tienden
[1], daarom zal ik bij hem maar wat door de vingers zien; maar die andere christen betaalt zijn tienden niet, die zal ik flink op zijn plaats zetten!” dan dient u met “aanzien des persoons”! Of als u het niet zo nauw neemt met Gods Woord, wanneer het een familielid betreft, dan meet u met twee maten! Zo kan men (ook) niet ten volle verzekerd zijn van uw dienst (ten aanzien van de Gemeente)!
Ongeacht voor wie maar ook – hetzij voor een koning of keizer, hetzij voor een bedelaar – hanteer dit Woord goed, snijdt het Woord recht! Dit geldt zowel voor apostelen alsook voor gewone discipelen van de Here.

Een arbeider van God moet zijn eigen huis goed kunnen regeren
Als u als arbeider (in Gods Gemeente) uw eigen huis niet kan regeren, hoe wilt u Gods Huis, de Gemeente, regeren? Weet u, dat Amerikaanse burgers geen gescheiden president willen hebben, wat hij ook is en hoe rijk hij ook is? Want wat zeggen de Amerikaanse burgers? Hetzelfde wat Gods Woord zegt: “Als hij zijn eigen huishouding niet kan regeren, hoe wil hij de staathuishoudkunde van de Verenigde Staten aankunnen”…? Zo kunnen wij ook geen goede voorganger of evangelist zijn als wij ons eigen huis niet (goed) kunnen regeren. Er zijn heel wat evangelisten, die hun eigen huis niet kunnen regeren: zij worden geregeerd door hun vrouw! Zo worden dit type arbeiders ook vaak geregeerd door de Gemeenteleden!

Een arbeider moet getrouwheid kennen in zijn bediening, ondanks strijd
Wat een arbeider in zijn bediening moet kennen is: GETROUWHEID. Getrouwheid is een van God ontvangen talent. Woeker daarmee, al is het gekregen talent nog zo eenvoudig. U kunt, door uw getrouwheid als ouderling of diaken, misschien een wankelmoedige voorganger in de kritieke ogenblikken van zijn leven tot goede steun en hulp zijn; juist genoeg om hem door die ogenblikken heen te helpen.
Geestelijke gaven en talenten komen pas dan tot hun recht, als wij God willen dienen, zoals Hij het wil. Dit geldt voor het gebruik van alle gaven en talenten. Doen wij dit niet dan zijn de beste geestelijke gaven NUTTELOOS! Dit geld evenzeer voor een talent als getrouwheid! Een groot loon wacht die dienstknecht, die zijn Heer getrouw heeft gediend.
· “Goed gedaan, goede en trouwe slaaf[2] (SV: dienstknecht), over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer.” (Matth. 25:23, HSV)
· “Goed gedaan, goede slaaf
(SV: dienstknecht), omdat u in het minste trouw bent geweest, wees daarom machthebber over tien steden.” (Luk. 19:17, HSV)
God stelt véél meer prijs op een arbeider die de hem toevertrouwde schapen, zonder veel geschreeuw, trouw hoedt, ook al komt er een “wolf” opdagen, dan op iemand, die van nature welsprekend is en andere wonderbare gaven bezit, maar vlucht als hij merkt, dat er strijd op komst is; iemand, die altijd uitvluchtjes weet te vinden om de strijd te ontlopen; die niet aanwezig is, als er herrie of ruzie in de Gemeente is, omdat hij er al eerder lucht van kreeg…
Laten wij de les die Jakob, de “hiellichter”, ons heeft gegeven in gedachten houden. Toen strijd hem wachtte – omdat hij zijn broer Ezau moest ontmoeten, die tegen hem verbitterd was vanwege zijn (leugenachtige) handelingen (zie Genesis vanaf hoofdstuk 27) – toen had hij willen worstelen met die Man bij de beek, de Jabok (zie Gen. 32:24-30). En die Man was God! Jakob worstelde dus met God! Maar Jakob liet Hem niet gaan voordat Hij hem zegende en zijn naam veranderde van Jakob in Israël, van “hiellichter” in “strijder van God”! Jakob zond vijf kudden naar zijn broer Ezau (vijf is het getal van “verzoening”); ook boog Jakob zich zeven keer voor Ezau, wat getuigt van Goddelijke ootmoed (d.i. het zich vrijwillig en nederig aan iemand onderwerpen), halleluja! Daardoor kon Ezau zijn broer Jakob daadwerkelijk en niet anders dan in verzoening ontmoeten!
Als u niet kan of durft te strijden als een arbeider van God, kan God u nooit – als Zijn mede-arbeider – in Zijn Gemeente plaatsen; Hij heeft aan zo’n arbeider niets! Ons is nooit beloofd dat onze weg naar de hemel “over rozen” gaat, integendeel, de weg naar de hemel gaat “langs vele verdrukkingen”… Maar laten wij hierbij niet vergeten dat Hij beloofd heeft: “Ik ben met u, alle dagen, tot aan de voleinding der wereld!” (Matth. 28:20). Prijs God! Houdt dus vast en blijft staan, dáár, waar u door de Here bent geplaatst. Nogmaals: als u, als gevolg van ’s Heren roeping, uw schouders hebt gezet onder een bepaald werk van Christus, als u in een zekere bediening van Hem staat, BLIJF dan staan, HOUD vast wat u hebt! Ook in dit geval geldt het Woord van de Here: “Houd vast wat u hebt, opdat niemand uw kroon zal wegnemen! (Openb. 3:11b, HSV).
Van Demas lezen wij dat hij op een gegeven ogenblik de apostel Paulus afviel, maar er waren – dank zij Gods voorzienigheid – anderen, die zijn plaats konden innemen. Glorie voor God! Laten wij Bijbelse voorbeelden als deze goed voor ogen houden.
Laten wij, aangaande deze dingen, ons liever spiegelen aan het Woord, zoals geschreven in 2 Timotheüs 4 vers 1-5: “Ik dring er dan op aan, voor God en de Here Jezus Christus, Die levenden en doden zal oordelen bij Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk: predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderwijs. Want er zal een tijd komen dat zij het gezonde (Bijbelse) onderwijs niet zullen verdragen, maar zij zoeken wat hun gehoor streelt, en zullen voor zichzelf leraars bijeenrapen naar hun eigen begeerten. Ze zullen hun gehoor van de waarheid afwenden en zich keren tot fabels. Maar u, wees nuchter (SV: wakker) in alles. Lijd verdrukkingen. Doe het werk van een evangelist. Vervul uw dienstwerk (t.a.v. de Gemeente van God) ten volle.” (HSV)
Het is een Woord vol van vermaningen en raadgevingen van Paulus aan de jonge Timotheüs, die hij, dank zij de genade van de Here, mocht stellen onder zijn leiding. Timotheüs werd door de Here geroepen om een evangelist te zijn van de Gemeente van God.
U zult, als u het Woord van God predikt, altijd mensen vinden die niet willen dat u hun leert hoe het hoort; die niet willen dat u hun vermaant. Zij willen slechts “de Blijde Boodschap” horen! Dit is in tegenspraak met de opdracht aan elke evangelist, een Bijbelse opdracht waarover wij (hierboven) in 2 Timotheüs 4 vers 1-5 hebben gelezen. En… er staat niet voor niets in 2 Timotheüs 3 vers 16 ook nog het volgende te lezen: “De hele Schrift is door God ingegeven, en is nuttig om te ONDERWIJZEN,...” (HSV)
Als u werkelijk het Woord van God predikt, ONDERWIJST u! Dit is wat een brenger van het Woord nummer één moet doen; natuurlijk niet in eigen kracht, en ook niet door geweld, maar door de Geest van God. Dus: predik het Woord van God! En dit Woord is niet alleen "nuttig om te onderwijzen", maar ook om “te weerleggen (aan hen bij wie Gods Woord weerstand oproept), te verbeteren (aan hen die Gods Woord onjuist uitleggen) en op te voeden (hen die zijn afgedwaald en dan nog dikwijls denken, dat zij het beter weten)”.
Ook heeft Paulus in 2 Timotheüs 4 vers 2 (zie hierboven) onder andere geschreven: “…bestraf (degenen die zondigen, die door hun handel, wandel en/of woord “willens en wetens” in verzet tegen Gods Woord komen), vermaan, en dat met alle geduld (degenen die nalaten te doen wat men moet doen)”.
Daarom heeft een arbeider in de dienst des Heren kennis nodig aangaande het Woord van God; anders kan hij dit Woord niet “recht snijden” (d.i. brengen en uitleggen zoals God het wil en bedoeld heeft)!
Het Woord van God is geen speelgoed! Hoeveel gelovigen spelen in deze laatste dagen niet met dit Woord! Zij hanteren het zoals zij het willen, zoals het in hun kraam te pas komt! Zulke gelovigen durven niet met een “open Bijbel” de wil van God onder de loep te nemen, bang als zij zijn voor de uitspraken van Gods Woord. Eén ding is waar: dit Woord scheidt ons van de zonde. Maar het omgekeerde is evenzeer waar: de zonde scheidt ons van Gods Woord, de zonde maakt dat u dit Woord niet (waarlijk) liefhebt. Als u werkelijk God wil dienen, ondanks strijd, dan grijpt u naar dit Woord!

KLIK HIER om deze studie (deel 2) – die te lang is voor op het weblog – verder te lezen![3]

CJH Theys[4]


[1] Waar – Bijbels gezien èn bestemd voor “het werk des Heren” – ook echt 10% van al uw inkomsten mee wordt bedoeld. Zie o.a. Mal. 3:8-10, Matth. 23:23 en Luk. 11:42.
[2] Het woord “slaaf” heeft bij ons een nare klank, maar m.i. is het een goede vertaling, omdat Hij waarlijk onze “Heer en Meester” is want… “Hij heeft ons gekocht en betaald” met Zijn eigen Bloed!
[3] Voor deel 1 van “Podium en Gemeente”, zie ons weblog van 4 juni 2009.
[4] Voor meer over de schrijver van deze studie, zie het artikel op ons weblog, onder “Mijn volledig profiel weergeven”.
· De 1ste uitgave van deze studie was omstreeks 1970 (in boekvorm). Deze hernieuwde versie is door ons bewerkt naar (meer) HEDENDAAGS Nederlands. De originele versie (digitaal uitgetypt) is eventueel op aanvraag – via
info@eindtijdbode.nl – te verkrijgen.