vrijdag 9 april 2010

Boekbespreking 6: De natuurlijke mens en de Heilige Geest


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar C.J.H. Theys[1],
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Een kort woord vooraf van de schrijver
Ieder mens heeft zijn eigen zwakheden en gebreken. Daarvandaan dat de Here Jezus gezegd heeft, dat de mens “wedergeboren” moet worden. Alleen deze Schriftuurlijke wedergeboorte vormt de inleiding tot het ontvangen van de doop met de Heilige Geest. Daar is géén andere weg (zie Joh. 7:37-39). De wedergeboren mens wordt dan een kind van God, Die hem Zijn Goddelijke natuur mededeelt (schenkt). Dit schenken van die Goddelijke natuur is een soevereine daad van God. Door de Geest en het Woord wordt deze als het ware “ingeplant”. Zoals de mens door zijn natuurlijke geboorte deel kreeg aan de gevallen en van God vervreemde natuur, zo krijgt hij door de wedergeboorte deel aan de Goddelijke natuur. Hieronder volgen Schriftplaatsen uit de Statenvertaling[2] van de Bijbel. Het Woord van de levende God zal ons tenslotte moeten overtuigen als instrument van de Heilige Geest. Het is de Heilige Geest Die bovennatuurlijke kenmerken kan brengen in het leven van de wedergeboren mens. Uitgaande van zijn natuurlijke schepping is ieder mens een eigenaardig en merkwaardig “mengsel van sterke, maar òòk van zwakke kanten”. In totaliteit vormen deze zijn karakter. Van menselijke kant is daar niets aan te doen. Daarom roept een liefdevolle God de mens tot “bekering”; hij moet zich tot God wenden, zich naar God toekeren, Die Zijn bemoeienissen zal voortzetten en in kracht zullen doen toenemen. De mens wordt alsdan “klaargemaakt” voort een “nieuw leven”, waarin de Heilige Geest de leiding neemt zolang als de mens zich aan Hem wil onderwerpen. Deze brochure wil er toe dienen meer duidelijkheid te brengen in deze hoogst interessante en voor het geloofsleven hoogst belangrijke zaak. Moge de Here van hemel en aarde Zijn onmisbare zegen schenken aan de inhoud – deze is de bede van de schrijver. Hem zij de glorie! Amen.

Inleiding
Nu al moet het duidelijk zijn, dat Christus “DE Bron”, DE Oorsprong” is, en dat het nieuwe leven dezelfde hoedanigheden en karaktertrekken kent als in Christus… dezelfde vreugden en dezelfde verlangens. Dit leven kan daarom alleen vrij tot uiting komen, kan zich enkel vrijelijk demonstreren (openbaren) als het kan werken zoals het destijds in Jezus Christus werkzaam was toen Hij in Zijn rondwandeling hier op aarde was. Daar zijn nog altijd mensen die zeggen, dat wij, in deze moderne wetenschappelijke en technisch-hoogstaande eeuw, in geheel andere omstandigheden verkeren dan in de dagen van Jezus Christus. Toegegeven, in zekere zin is dit ook zo, als wij alleen maar acht geven op al die hypermoderne vindingen en als wij enkel letten op en kijken naar alle gemakken. Maar niettegenstaande dit alles, is de menselijke natuur, het menselijke karakter, in de onderlinge relaties en verhoudingen met medemensen helemaal niet verandert; en in diezelfde omstandigheden openbaarde zich de Goddelijk natuur in Jezus Christus, toen Hij onder de mensen leefde.
Laten wij nu eens eerlijk deze zaken bekijken: Juist in deze “menselijke verhoudingen” vinden wij het gebied, waar de Goddelijke natuur werkzaam is in de levens van Gods kinderen, en dat ten behoeve van God in de allereerste plaats en direct daarna van de medemens(en).
Het is daarom een hóógst belangrijke zaak om deze niet-te-weerleggen waarheid van de Goddelijke natuur duidelijk in te zien!! Want zonder wedergeboorte, zonder deze Goddelijke natuur, is blijvende zaligheid niet mogelijk…
“Als iemand niet (SV: TENZIJ dat iemand) opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God NIET ZIEN… Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God NIET BINNENGAAN” (Joh. 3:3b, 5b - HSV).
Wie “uit God geboren is”, is door die (weder)geboorte in een eeuwige verhouding met God gebracht. Hij kan alsdan deel hebben aan Zijn eeuwige Goddelijke natuur – aan Zijn eeuwig leven. De karaktertrekken, de kenmerken, van dit Goddelijk leven zijn “heiligheid en liefde”. Een wedergeboren leven vindt haar diepste bevrediging in een volkomen dienstbaarheid aan God en de medemensen.
Zùlk een mens kan dan ook alleen maar intens-gelukkig zijn, als hij/zij dit soort leven leeft, omdat alleen in zulk een leven de Goddelijke natuur zich zal ontplooien naar haar aard en het Goddelijk karakter zal groeien (toenemen) tot eer en verheerlijking van de Here Jezus Christus.

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen, KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-8-2009. KLIK HIER
[2] Daar waar in deze studie de Bijbelteksten vermeld staan heb ik deze, voor uw leesgemak, zoveel mogelijk omgezet naar “de herziene Statenvertaling” (de deeluitgave uit 2006 – afgekort HSV). (noot AK)