zondag 23 mei 2010

Boekbespreking 9: Een ANDER geluid - Wie is de VROUW uit Openbaring 12 ?


Een artikel van A. Klein,
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

“En er werd een GROOT TEKEN gezien in de hemel; namelijk een VROUW, bekleed met de zon, en de maan was onder HAAR voeten, en op HAAR hoofd een kroon van twaalf sterren; 2 En ZIJ was zwanger, en riep, barensnood hebbende, en zijnde in pijn om te baren. 3 En er werd een ander teken gezien in de hemel; en ziet, er was een grote rode draak, hebbende zeven hoofden, en tien hoornen, en op zijn hoofden zeven koninklijke hoeden. 4 En zijn staart trok het derde deel van de sterren des hemels, en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de VROUW, die baren zou, opdat hij HAAR kind zou verslinden, wanneer ZIJ het zou gebaard hebben. 5 En ZIJ baarde een mannelijke zoon, die al de heidenen zou hoeden met een ijzeren roede; en HAAR kind werd weggerukt tot God en Zijn troon. 6 En de VROUW vluchtte in de woestijn, alwaar ZIJ een plaats had, HAAR van God bereid, opdat zij HAAR aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen (d.i. 3½ jaar). … 13 En toen de draak zag, dat hij op de aarde geworpen was, zo heeft hij de VROUW vervolgd, die het manneke gebaard had. 14 En (aan) de VROUW zijn gegeven twee vleugels (als) van een grote arend, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd, en tijden, en een halve tijd (d.i. 3½ jaar), buiten het gezicht van de slang. 15 En de slang wierp uit haar mond achter de VROUW water als een rivier, opdat hij HAAR door de rivier zou doen wegvoeren. 16 En de aarde kwam de VROUW te hulp, en de aarde opende haar mond, en verzwolg de rivier, welke de draak uit zijn mond had geworpen. 17 En de draak vergrimde op de VROUW, en ging heen om krijg (d.i. oorlog) te voeren tegen de overigen van haar zaad, die de geboden Gods bewaren, en het getuigenis van Jezus Christus hebben.” (Openb. 12:1-6 en 13-17, SV)

Om te beginnen: DEZE VROUW is en kan (in het licht van de Bijbelse profetie en de openbaring van Gods Geest) niemand anders zijn dan “de Bruid van het Lam van God”. Zij is die glorieuze Gemeente, waarvan de Heilige Geest spreekt in Efeze 5 vers 27: “een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar die heilig en onberispelijk is”! Met andere woorden: zij is hier “volmaakt geworden”, zondeloos, doordat zij gekomen is “tot de mate van de grootte van de volheid van Christus” (zie Ef. 4:13b).
Kan dit waar zijn? Ja, en ALLEEN omdat “de volheid van de Godheid Lichamelijk” in haar woont (zie Kol. 2:9, Ef. 3:19b, 4:13b). En dit wordt gesymboliseerd door die zon, maan, en die sterren (uit Openb. 12:1)! Respektievelijk het beeld van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Wie de VROUW uit Openbaring 12 NIET is
1.
Velen zien in deze “VROUW” het volk ISRAËL en in de “mannelijke zoon” de CHRISTUS.
Ten eerste: Het volk Israël was – als volk in het verleden – nooit, en bij de geboorte van Christus in het geheel niet, in zulk een staat van heiligheid en heerlijkheid gebracht, als hier (in Openb. 12:1) beschreven.
Ten tweede: Johannes moest bij het aanschouwen van de visioenen (of: gezichten – zie noot[1]) op Patmos schrijven over “hetgeen IS en hetgeen geschieden zal NA DEZEN (dit is: NA dit ogenblik – zie Openb. 1:19). De beelden van deze openbaringen van Christus betreffen dus IN HET GEHEEL NIET gebeurtenissen uit het VERLEDEN, zoals de geboorte van de Heiland er één is. Bovendien werd Christus na Zijn geboorte helemaal niet “weggerukt tot God en Zijn troon” (zie Openb. 12:5b). Jezus werd wel ongeveer 2 jaar na Zijn geboorte (zie Matth. 2:16) weggebracht naar EGYPTE om de moordende hand van Heródes te ontlopen (zie Matth. 2:13-18).

2. Anderen noemen deze “VROUW” inderdaad de Gemeente (of: de Gemeente-van-alle-tijden), maar haar zoon de CHRISTUS!
Ten eerste: De Gemeente bestond bij de geboorte van Christus nog helemaal niet, maar ontstond pas bij de eerste Pinksterdag.
Ten tweede: Christus is in het geheel niet voortgekomen uit de Gemeente, maar het OMGEKEERDE is waar! De Gemeente is voortgekomen uit Christus!

3. Weer anderen zien in deze “VROUW” Maria, de moeder van Jezus, en in haar zoon, de CHRISTUS.
Hoewel Maria waarlijk wel een heilig en ingetogen leven had geleid, voldoet zij toch niet aan dit grootse beeld van Openbaring 12 (zie noot). Vooral ontbrak aan haar aardse leven “de 12-sterrige kroon”, beeld van de machtige werken in de kracht van de Heilige Geest, dat reiken zou tot aan de einden der aarde (3 x 4 – zie noot)!
Bovendien zijn én Maria én de onvolprezen geboorte van de Christus ZAKEN UIT DE VERLEDEN TIJD en hier dus NIET terzake doende! (Want er staat, zoals al eerder vermeld, duidelijk in Openbaring 1:19 geschreven: “hetgeen IS en hetgeen geschieden zal NA DEZEN").

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen,
KLIK HIER.

A. Klein

[1]
En deze Openbaring (dit “gezicht”) kreeg Johannes ongeveer 90 na Christus. Dus vele jaren NA de geboorte, en zelfs vele jaren NA het sterven en de hemelvaart van Christus.