vrijdag 10 september 2010

De Gever en Zijn Gaven - hoofdstuk 5

.






Deel 1:
De doop met de Heilige Geest






Nogmaals tot besluit: raadgevingen aangaande tongentaal

Dwaalleringen
Er zijn dwaalleringen onder de christenen in verband met Handelingen 2 vers 4-6. Laten wij daarom eerst deze teksten lezen: “En zij werden ALLEN vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. Nu woonden er Joden in Jeruzalem, godvrezende mannen uit alle volken die er onder de hemel zijn. Toen dan dit geluid klonk, kwam de menigte samen en raakte in verwarring, want ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken.”
Er zijn dwaalleraars die menen (en ook zeggen) dat de PREDIKINGEN die Petrus en de andere apostelen in hun eigen taal deden, door het toegestroomde volk, dat uit verschillende nationaliteiten bestond, zouden zijn gehoord door elk van hen in hùn eigen taal. Hier zou volgens deze dwaalleraars een Goddelijke daad van herstel van de eenheidstaal gebeurd zijn, als zou de straf van de Babylonische spraakverwarring daar en op dat moment zijn opgeheven door de kracht van de inwonende Geest.
Het zijn deze dwaalleraars die zich dan afvragen waarom een buitenlandse prediker een vertaler nodig heeft, als deze prediker, naar men zegt, vervuld is met de Heilige Geest.
Iedere eerlijke onderzoeker van het Woord van God zal tot de conclusie komen, dat het volk niet tezamen kwam, omdat er gepredikt werd, maar dat het te hoop liep door het grote stemgeluid, veroorzaakt door het tegelijk spreken van de vervulde 120 discipelen in “andere of vreemde talen” en wel, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. Petrus predikte pas, NADAT het volk tezamen gekomen was vanwege iets vreemds, iets, dat anders was dan anders. Dat vreemde, dat andere, waren de “nieuwe tongen” (de zgn. ‘tongentaal’).
Andere dwaalleraars leren, dat deze discipelen predikten in een “andere of vreemde taal”, omdat er toen zoveel buitenlandse proselieten (d.i. bekeerlingen tot het Jodendom) in Jeruzalem verzameld waren. Het mag toch voldoende bekend worden geacht dat degenen die in deze tekst (van Handelingen 2:4) worden aangeduid met “ALLEN”, gewone, eenvoudige, niet-geleerde burgermensen waren (zie Hand. 4:13).
Bovendien staat er in deze tekst dat de Heilige Geest deze “andere of vreemde taal” gaf uit te spreken. Het was dus een BOVENNATUURLIJK verschijnsel. In Handelingen 2 vers 6 staat geschreven: “Toen dan dit geluid klonk, kwam de menigte samen en raakte in verwarring (SV: toen deze stem geschied was, kwam de menigte tezamen en stond verbaasd)”. Dit tezamen komen en deze verbazing werden veroorzaakt door het bovennatuurlijke.
In dit verband willen wij u er nogmaals aan herinneren dat er in 1 Korinthe 12 sprake is van GEESTELIJKE gaven en van hun ordening in de Gemeente van Jezus Christus; daar is dus helemaal geen sprake van NATUURLIJKE gaven in een organisatie van mensen.
Een boodschap die de Geest geeft uit te spreken in een “andere of vreemde taal”, kan door de boodschapper zelf, zijnde de menselijke spreekbuis van de Geest, niet worden verstaan[1]. In 1 Korinthe 14 vers 2, 13, 14 en 28 geeft Paulus duidelijk te kennen dat het niet ‘zinvol’ is om anderen in de Gemeente te (willen) onderwijzen of stichten door middel van de tongentaal, TENZIJ dat er gelovigen zijn met “de gave van uitlegging” ervan. Paulus zegt hier duidelijk dat – zonder uitlegging – die vreemde “tongen of talen” door de Gemeente niet kunnen worden verstaan. Ditzelfde is waar ten opzichte van het zingen, het loven en prijzen door de Geest in “andere of vreemde talen”.
1 Korinthe 14:14-17 (HSV):
“Want als ik een andere (SV: vreemde) taal bid, bidt mijn geest, maar mijn verstand ontvangt er geen vrucht van. Wat is dan het geval? Ik zal met de geest bidden, maar ik zal ook met het verstand bidden. Ik zal met de geest lofzingen, maar ik zal ook met het verstand lofzingen. En verder, als u God looft met de geest, hoe zal hij die de plaats inneemt van de niet-ingewijde, amen zeggen op uw dankzegging, omdat hij toch niet weet wat u zegt? Immers, u dankt wel op een mooie manier, maar de ander wordt niet opgebouwd (SV: gesticht).
In één van de bedieningen in Indonesië, het was in 1927 te Soerabaja, heb ik meegemaakt en daarmee het bewijs geleverd gezien, dat de voorganger in zo’n “vreemde taal” sprak en ook werd verstaan door een buitenlander. Het was een Egyptenaar, die de toenmalige voorganger van die Pinkstergemeente hoorde spreken in zijn eigen taal, dus in de Egyptische taal. De voorganger zelf verstond de woorden niet, die de Geest hem gaf uit te spreken.

Laatste raadgevingen aan zoekers naar de doop met de Heilige Geest
Ik heb in mijn loopbaan als evangelist vele gelovigen gezien die de doop met de Heilige Geest ontvingen, gepaard met dit Bijbels kenteken. Zij begonnen dan altijd God groot te maken met lof en prijs… Zij kwamen van oost en west, van noord en zuid, het waren broeders en zusters van verschillende, huidskleur en taal, toch spraken zij allemaal, toen zij gedoopt werden met de Heilige Geest, “met andere talen”, zoals Gods Geest die gaf uit te spreken. Zij spraken allen die hemelse talen. Glorie voor God! Nooit, tot op de huidige dag, is het anders geweest. Uit alle landen van de wereld, waar gelovigen deze machtige doop hebben ontvangen als de Belofte van de Vader, komt hetzelfde getuigenis: allen spreken “in nieuwe tongen” (de zgn. ‘tongentaal’).
Maar net zo goed heb ik meegemaakt dat door een opmerking van deze of gene, met betrekking tot dit spreken met “nieuwe tongen”, twijfel in de harten van de (met Gods Geest) gedoopte gelovigen werd opgewekt. En deze funeste twijfel kan soms lang stand houden! Dit is dan ook één van de redenen waarom ik personen die vervuld werden met de Heilige Geest altijd heb aangeraden om, met regelmaat, iedere dag biddend Gods Woord te lezen. Het Woord van God is levend en krachtig en behoedt Gods kinderen. Want, het is juist zo dat, als wij deze Geestesdoop ontvangen hebben, de duivel heftige aanvallen doet. Op allerlei wijzen zal hij proberen om bij de gelovige twijfel op te wekken aangaande deze machtige ervaring. Zelfs heb ik personen gekend die zo intens door satan werden gekweld, dat zij hard op weg waren om te komen tot godslastering… Het was genade, dat zij gered werden uit de klauwen van deze mensenmoordenaar vanaf het begin. Prijs God! Als zo’n twijfeltoestand voortduurt, is het in de regel met dergelijke zielen zo gesteld, dat zij zelfs al hun moed en vrijmoedigheid verliezen om uit zo’n geestelijke impasse te komen. Zij durven niet te claimen wat Jezus hun heeft geschonken.
In mijn jarenlange arbeid als werker Gods heb ik vele malen meegemaakt dat als een ziel voor het eerst begint te spreken met “nieuwe tongen” (de zgn. ‘tongentaal’), daar vlak bij een andere ziel als volgt begint te bidden: “Heer, zendt U toch de Heilige Geest!” Weer een ander: “O, Heer, bedekt U hem/haar onder het bloed van Jezus.” Wat een vertrouwen-verwoestend werk wordt hier door zulke zielen, (meestal) onbewust, verricht! Maar het meest verwoestende werk wordt gedaan door personen, die degene, die met “nieuwe tongen” of “belachelijke lippen” (met beide wordt de zgn. ‘tongentaal’ bedoeld – noot AK) heeft gesproken, bestormen of overvallen met de vraag “Weet u nu wel heel zeker, dat u de HEILIGE GEEST heeft ontvangen?” Of met de opmerking: “U bent nog niet vervuld hoor, want u spreekt nu met belachelijke lippen! Denk erom dat u tot een zuiver uitspreken van de “vreemde taal” moet komen, anders bent u nog niet gedoopt met de Heilige Geest!” Dergelijke vragen en opmerkingen brengen de betrokkene eerder van de wijs dan dat hij of zij hierdoor geestelijk wordt opgebouwd. Ach, hebben die vragenstellers, die wijze (?) opmerkers, dan zelf niet in de gaten dat hun tong beroerd wordt op een wijze, die nooit van God kan zijn?
Laten allen, die naar de vervulling met de Heilige Geest zoeken, dit weten en het nooit vergeten dat, als zij de Here Jezus om de doop met de Heilige Geest vragen, zij zullen ontvangen, wat zij Hem hebben gebeden. Jezus is getrouw. Maar net zoals de duivel Jezus na Zijn doop in de woestijn had verzocht, zo wil hij proberen ons te verzoeken. Met “ons” bedoel ik dan in het bijzonder diegenen, die oprecht naar de Geestesdoop zoeken. Laat u zich maar niet uit het veld slaan, volg de Bijbelse weg maar, die is: BEKERING – WATERDOOP – GEESTESDOOP.
Handelingen 2:38-39 (HSV): “En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die veraf zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe roepen zal.”
U zult dan ook spreken “met nieuwe talen”, of zoals het ook heet “met nieuwe tongen”. Wat de omstanders dan ook mogen zeggen, houdt u uw blik vooral maar op Jezus gericht. En weet u, als Hij u de Heilige Geest heeft geschonken, dan komt dit spreken in tongen (de zgn. ‘tongentaal’) weer vanzelf terug, net zo vele malen als u deze gave in het geloof claimt.
Doe wat de Bijbel u leert en “werp uw vrijmoedigheid niet weg”! Want… “een grote beloning” wacht ook u (zie Hebr. 10:35)!

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

CJH Theys

[1] Het spreken in “vreemde (of andere) talen” is ook een “taal uit een ander land spreken”, een taal die je zelf niet machtig bent, maar die Gods Geest door jou heen kan spreken (als Hij dat nodig acht), zodat buitenlandse toehoorders het kunnen verstaan. Lees Handelingen 2:4-12 en wordt overtuigd! Voor de ‘gewone’ Gemeenteleden, die geen buitenlanders zijn en dus die “vreemde taal” niet spreken, zal deze “vreemde taal” inderdaad een onverstaanbare taal zijn, die vertaald of uitgelegd moet worden, terwijl, als er wel buitenlanders zijn, en de spreker spreekt – door Gods Geest geleid – hun taal, deze buitenlanders natuurlijk wel gesticht zullen worden. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat de spreker door God naar het buitenland wordt geleid, om daar – als Hij dat nodig acht – in die “vreemde (of andere) talen” te spreken om zodoende tot zegen voor hun te zijn.
Meer hierover? Zie dan ook nog – op onze website
http://www.eindtijdbode.nl/ – de studie “Onze aardse roeping: En u zult Mijn getuigen zijn”, van E. van den Worm.
Noot: Bij deze “vreemde (of andere) talen” wordt de tong door God bestuurt, en in die zin kan het toch ook weer “een tongentaal” genoemd worden, alleen al om het onderscheid te maken tussen het spreken van een andere (buitenlandse) taal die wij zelf, door studie, hebben aangeleerd.
[2] Zie noot 1.