maandag 10 januari 2011

De Gever en Zijn Gaven - hoofdstuk 9









Deel 2:
De Gaven of Manifestaties van de Heilige Geest





De Gaven van een ‘Woord van Wijsheid en van Kennis’

Wat is de Gave van een ‘Woord van Wijsheid’?
Eén van de “geruisloze” Geestesgaven, waardoor God de christen in staat stelt om te KENNEN of te WETEN, is de gave van een “Woord van Wijsheid” (zie 1 Kor. 12:8-10). Ze is een bovennatuurlijke manifestatie van Gods Geest. Aan de christen wordt hier, wanneer God dit nodig acht, EEN DEEL VAN Zijn WIJSHEID geschonken, waardoor hij/zij tot uitspraken kan komen die een Goddelijke oplossing van problemen brengen. Met deze (Geestes)gave doet God de Heilige Geest ons weten, het HOE, het WAAROM, het WANNEER, het WAAR en het WAT van deze of gene kwestie. Altijd zullen wij gewaar worden, dat het hier gaat om een BOVENNATUURLIJKE oplossing van een vraagstuk.
Zoals alle christenen geloof hebben ontvangen (zie Rom. 12:3) en slechts enkelen de gave van “het geloof”, zo hebben alle christenen min of meer Goddelijke wijsheid, maar niet allen hebben de gave van een
“Woord van Wijsheid”.
Met de manifestatie van deze Geestesgave wordt een Gemeente opgebouwd en worden opwekkingen in de juiste banen geleid. Deze Geestesgave kan werkzaam zijn door visioenen, door dromen of door directe openbaringen. In dit laatste geval kunnen deze diep in de menselijke geest of op zachte toon, dan wel met duidelijk waarneembare stem worden ontvangen. De Here God doet het, zoals Hij dat verkiest. Hij spreekt nog altijd op velerlei wijze en “er is verscheidenheid van (Zijn) werkingen” (zie 1 Kor. 12:6a, HSV).
Net als alle andere geestelijke gaven wordt ook deze gave door de Geest gegeven tot bevestiging van de verschillende bedieningen en ambten, die net zo goed aan de Gemeente door dezelfde Geest geschonken zijn.
Deze (Geestes)gave is echter niet alleen nodig voor de voorganger van een Gemeente, niet alleen voor de evangelisten, leraars of enige andere werker in Gods Koninkrijk, maar zij is ook hard nodig in de levens van gelovige vaders en moeders, die maar al te dikwijls te maken krijgen met de moeilijkheid, dat het ene kind niet gelijk is aan het andere en uit hoofde daarvan ook niet op gelijke wijze kan worden behandeld. Wie zal alsdan – bij vragen of problemen – de oplossing kunnen geven, die afdoende is? Alleen de Heilige Geest! “Ja maar”, zo hoor ik al iemand zeggen, “daarover behoeven wij heus niet te tobben; daar zijn de opvoeders, de pedagogen voor”. Maar zij vergeten één (belangrijk) feit, namelijk: dat God onze kinderen geschapen heeft. Hij is de grootste Pedagoog! Waarom niet rechtstreeks tot Hem gegaan ? Daar is alles voor te zeggen en niets tegen in te brengen.

Wat de Gave van een ‘Woord van Wijsheid’ NIET is
Deze gave mag niet worden verward met geestelijk inzicht, dat een persoon hebben kan in de één of andere aangelegenheid. Geestelijk inzicht kan worden verkregen door jarenlange routine inzake geestelijke problemen, die op het arbeidsveld veelvuldig voorkomen. Maar iemand kan zich al lang op de geloofsweg bevinden en de Here al lang kennen en tòch deze gave ontberen. Aan de andere kant is het heel goed mogelijk dat iemand met niet veel geestelijk inzicht en een onjuist geestelijk oordeel, soms deze gave in zijn of haar leven gemanifesteerd ziet.
De vandaag de dag zo gaarne door de mensen bestudeerde “psychologie” heeft met deze wonderbare Geestesgave ook niets te maken, want psychologie is het (alleen maar, en dan nog zeer ten dele) ‘kennen’ van de natuurlijke geest. Al zou psychologie zich kunnen indringen in de bovennatuurlijke wereld, iets dat men “para-psychologie” pleegt te noemen, daarom is zij nog niet een BOVENNATUURLIJKE manifestatie van Gods Geest. Integendeel, zij is aards! Van zúlke menselijke “wijsheid” lezen wij: “dat is niet de wijsheid die van boven (d.i. van God) komt, maar ze is aards, natuurlijk, duivels” (Jak. 3:15, HSV).
Een “Woord van Wijsheid” is, zoals vermeld, niet die Goddelijke Wijsheid die iedere christen min of meer hebben kan. Men behoeft, zoals reeds eerder opgemerkt, niet eerst vele jaren de geloofsweg te bewandelen om deze (Geestes)gave te kunnen ontvangen. Een jonge christen kan deze (Geestes)gave ten deel vallen, net zoals Salomo deze gave in zijn jonge jaren ontving om – in Gods wijsheid – het volk van God te richten (zie 1 Kon. 3:12b).
Een “Woord van Wijsheid” is niet die hoge graad van intelligentie die mensen – mede door studie – kunnen hebben: zoals bijvoorbeeld doktoren, staatslieden en dergelijke. Helaas moet echter wel worden geconstateerd dat velen die nooit de Heilige Geest hebben ontvangen, in vele gevallen wijzer zijn – met name in de natuurlijke, menselijke zaken – dan de christenen! Dit kunnen wij ook lezen in Lukas 16:8b (HSV): “Want de kinderen van deze wereld zijn onder elkaar verstandiger dan de kinderen van het licht.”
Een “Woord van Wijsheid” omvat echter zeker NIET ALLE Goddelijke Wijsheid, NIET ALLES van Gods Wijsheid. De Heilige Geest geeft slechts dat licht (d.i. inzicht) aan ons, dat nodig is om ons een deel van Zijn onuitputtelijke wijsheid te doen kennen.
Een “Woord van Wijsheid” is, zoals ik reeds eerder opmerkte, niet een gave die alleen voor arbeiders/dienstknechten van de Here is weggelegd. Deze gave is voor allen die IN Christus zijn en die bij wijlen in het leven geconfronteerd worden met problemen, die boven elk menselijk verstand uitgaan. Een “Woord van Wijsheid” is niet een plotseling opkomend “nieuw idee”, want dit laatste kan zelfs opkomen in het brein van een zondaar, en een goddeloze.
Deze Geestesgave is NIET het product van de menselijke geest! Zij is werkzaam door de manifestatie van de Heilige Geest, en wel zó dat de MENSELIJKE geest, in plaats van het verstand te gebruiken, door de Heilige Geest WORDT GEBRUIKT.

Enkele voorbeelden uit de Bijbel
1.
1 Koningen 3:16-23 (HSV): “Toen kwamen er twee vrouwen, hoeren, bij de koning (Salomo), en zij gingen voor hem staan. De ene vrouw zei: Och, mijn heer, ik en deze vrouw wonen in één huis, en ik heb bij haar in huis een kind gebaard. Het gebeurde op de derde dag nadat ik gebaard had, dat deze vrouw ook een kind baarde. Nu waren wij samen, geen vreemde was er bij ons in huis; alleen wij tweeën waren in huis. Toen is de zoon van deze vrouw 's nachts gestorven, omdat zij op hem gelegen had. En zij is midden in de nacht opgestaan, heeft mijn zoon bij mij weggenomen, terwijl uw dienares sliep, en heeft hem in haar schoot gelegd; en haar dode zoon legde zij in mijn schoot. Toen ik 's morgens opstond om mijn zoon te voeden, zie, hij was dood. Diezelfde morgen echter bekeek ik hem goed, en zie, het was mijn zoon niet, die ik gebaard had. Toen zei de andere vrouw: Niet waar, de levende is mijn zoon, en de dode is uw zoon. De eerste zei daarentegen: Niet waar, de dode is uw zoon, en de levende is mijn zoon! Zo spraken zij ten overstaan van de koning. Toen zei de koning: Deze zegt: Dit is mijn zoon, de levende, en uw zoon is de dode, en die zegt: Niet waar, uw zoon is de dode en mijn zoon is de levende.” Als met de snelheid van een bliksemflits toonde de Geest van God aan Salomo, WAT hij in deze nodig had te weten en HOE hij dat had aan te wenden, en WAAROM hij het zó moest doen en niet anders… “Vervolgens zei de koning: Breng mij een zwaard; en zij brachten een zwaard bij de koning. En de koning zei: Snijd dat levende kind in tweeën, en geef de helft aan de één en de helft aan de ander” (1 Kon. 3:24-25, HSV). Door dit “Woord van Wijsheid” op het JUISTE MOMENT te geven werd het wezen van de dingen openbaar, want wij lezen verder: “Maar de vrouw van wie de levende zoon was – want haar medelijden werd opgewekt vanwege haar zoon – zei tegen de koning: Och, mijn heer! Geef haar het levende kind, en dood het in geen geval. Maar de ander zei: Het zal niet voor mij en ook niet voor u zijn, snijd het doormidden. Toen antwoordde de koning en zei: Geef haar het levende kind, en dood het in geen geval: zij is zijn moeder. En heel Israël hoorde het oordeel dat de koning geveld had, en men had ontzag voor de koning, want zij zagen dat de wijsheid van God in hem was om recht te doen” (1 Kon. 3:26-28, HSV). Dit KENNEN (WETEN) van het wezen van de dingen, door Salomo, was een gevolg van de directe openbaring van Godswege HOE hij het probleem moest aanpakken. Het was de afdoende oplossing en geen andere oplossing kon hiervoor in de plaats komen.

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

CJH Theys