maandag 24 januari 2011

Moeten wij op ‘de tekenen der tijden’ letten ?

,

















De tekenen verstaan
Uit hetgeen onze Heer eens sprak tot de geveinsden (d.i. de huichelachtige gelovigen) uit Zijn tijd – waarover wij kunnen lezen in Mattheüs 16:3 en Lukas 12:56 (HSV): “De aanblik van de lucht weet u wel te onderscheiden, en kunt u de tekenen van de tijden niet onderscheiden?” en “Huichelaars, de aanblik van de aarde en van de hemel weet u te duiden. Hoe kan het dan dat u deze tijd niet weet te duiden?” – kunnen wij opmaken dat het (door welke oorzaak dan ook) niet zo vanzelfsprekend is, dat men “de tekenen van de tijd” (de zgn. “voetstappen” die de wederkomst van de Here Jezus aankondigen) verstáát. Tot degenen die deze tekenen niet (in geestelijke zin) verstáán, kunnen wij niet zomaar zeggen: “Let op de tekenen van de tijd”. Waarmee ik bedoel te zeggen, dat er IETS is, dat kennelijk belangrijker is dan het “alleen maar” letten op die tekenen, omdat er zonder dat IETS van (goed) “letten op” niet eens sprake kan zijn.

De afval van het geloof
Gods Woord leert ons zo duidelijk, dat de laatste dagen van de huidige tijdsbedeling zich door gewisse, en met het oog waarneembare, “tekenen der tijden” zullen onderscheiden. Er zullen aardbevingen zijn, hongersnoden, besmettelijke ziekten, oproeren en oorlogen, om maar de meest voor de hand liggende te noemen (zie o.a. Matth. 24:3-14). Wij zouden kunnen zeggen, dat gelóóf eigenlijk niet meer nodig is als wij deze dingen rondom ons zien gebeuren. Het geloof is immers “een bewijs van de zaken die men NIET ziet” (zie Hebr. 11:1). Wanneer het Woord van God op zulk een wijze in vervulling gaat, en voor een ieder waarneembaar is, zou men verwachten dat velen zich (alsnog) tot God bekeren. Het tegendeel zal echter gebeuren.
“Zal de Zoon des mensen, als Hij komt, (nog) wel het (ware) geloof op de aarde vinden?”, zo sprak Jezus (Luk. 18:8, HSV). In diezelfde tijd, wanneer het strikt genomen niet meer nodig is te gelóven dat er een God in de hemel is, omdat de bewijzen daarvan gezìen worden, juist in die tijd zal de àfval van het geloof groter zijn dan ooit tevoren. Ja, het is uitgerekend ook één van de tekenen van de eindtijd, dat “de liefde van velen (vooral ook tot God en Zijn gebod) zal verkoelen” (zie Matth. 24:12). Wij vragen ons af, hoe deze twee dingen met elkaar te rijmen zijn?

Als een dief
Om een antwoord op deze vraag te ontvangen, gaan wij eerst naar 1 Thessalonicenzen 5:1-3, waar wij lezen, dat “de Dag des Heren"[1] komt “als een dief in de nacht”:
“Maar wat de tijden en de gelegenheden betreft, broeders
(en zusters), is het voor u niet nodig dat men u schrijft. Want u weet zelf heel goed dat de dag van de Here (SV: de dag des Heren) komt als een dief in de nacht. Want wanneer zij zullen zeggen: Er is vrede en veiligheid, dan zal een onverwacht verderf hun overkomen, zoals de barensweeën een zwangere vrouw, en zij zullen het beslist niet ontvluchten.” (1 Thess. 5:1-3, HSV)
Is dit in tegenspraak met Bijbelpassages die duidelijk maken dat “de Dag des Heren” door gewisse tekenen wordt aangekondigd? Nee, zo zullen wij verderop zien, en dit vermoeden wij nu al, omdat wij in vers 4 van hetzelfde hoofdstuk kunnen lezen dat er ook gelovigen zullen zijn, die DIE “Dag” niet “als een dief zal overvallen”:
“Maar u, broeders (en zusters, waarmee de zgn. “wijze maagden” bedoeld worden – zie noot[2]), bent niet in duisternis, zodat die dag u als een dief zou overvallen.” (1 Thess. 5:4, HSV)
Vervolgens gaan wij naar Mattheüs 24:42-44, waar in ongeveer gelijke bewoordingen over de dag van Jezus’ wederkomst[3] wordt gesproken:
“Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Here (weder)komen zal. Maar weet dit, dat als de heer des huizes geweten had in welke nachtwake de dief komen zou, hij waakzaam geweest zou zijn, en niet in zijn huis zou hebben laten inbreken. Weest ook u daarom BEREID, want op een uur waarop u het niet zou denken, zal de Zoon des mensen (weder)komen.” (Matth. 24:42-44, HSV)
Waar wij op moeten letten is, dat ook hier wordt gezegd, dat ondanks het onverwachte van de wederkomst (“als een dief”) het toch mogelijk zal zijn “bereid” te zijn! Let op, het “bereid” zijn (zie Matth. 24:44) is de staat waarin men verkeert als men wéét wanneer de dief komt (zie Matth. 24:43)!
Nu zal het doorgaans niet voorkomen dat men over de komst van een dief wordt ingelicht. Maar de bedoeling van deze woorden is, duidelijk te maken, dat de (weder)komst van de Here Jezus WEL wordt aangekondigd.

De tekenen en het Woord
De wederkomst van de Here Jezus[4] wordt dus wel aangekondigd. Hoe? Door de “tekenen”? Neen, IN HET WOORD VAN GOD! “Tekenen der tijden”, die verband houden met Jezus wederkomst, hebben slechts waarde omdat zij IN HET WOORD VAN GOD beschreven worden[5]. En deze tekenen kondigen Zijn wederkomst pas aan, wanneer het aangekondigde – dus Zijn komst – te gebeuren staat. DE “TEKENEN DER TIJDEN” ZIJN ALS HET KRAKEN VAN DE VOETSTAPPEN VAN DE DIEF. Als men niet wakker is, maar – geestelijk gezien – slaapt, hoort men ze niet. Alleen wie van te voren over de komst van deze “dief” is ingelicht (door HET Woord, d.i. Gods Woord, de Bijbel!) en dus wáákt, zal het gekraak (“de tekenen”) vernemen.

Geen gemeenschap met het Woord hebben
Wat nu is het grote verzuim van de gelovigen van deze tijd? Zij lezen de Bijbel niet (goed)! Wij hebben het dan uiteraard over “lezen” in de zin van “zich iets toeëigenen”, er – in geestelijke zin – van “eten”. Daarom is er nu al zo’n grote geloofsafval en zo’n massaal navolgen van dwaalleraars (“velen worden verleid”). De “eenzijdige predikaties” die wij overal, in de vele gemeenten/kerken kunnen signaleren, zijn het bewijs van de werkzaamheid van de “geest van dwaling”. En valse (Bijbel)leraars worden massaal nagevolgd, omdat de meeste gelovigen zelf (d.i. persoonlijk) GEEN GEMEENSCHAP MET HET – LEVENDMAKENDE – WOORD VAN GOD hebben.
Zeggen, bijvoorbeeld, aardbevingen zulke gelovigen dan niets? Aardbevingen, en al het andere dat als “tekenen der tijden” gegeven wordt, zeggen ons niet werkelijk iets, als wij niet dichtbij het Woord van God leven! Hoe dikwijls maken wij niet mee dat men gaat relativeren wanneer er, bijvoorbeeld, op het (steeds vaker) voorkomen van aardbevingen gewezen wordt: “die zijn er altijd al geweest” is dan het veel gehoorde antwoord. Dat doet men niet, omdat men niet op de hoogte is met de statistische gegevens aangaande aardbevingen en andere natuurrampen, maar omdat men ONgeestelijk is (omdat men geen GEMEENSCHAP met het – LEVENDMAKENDE – Woord van God heeft)!

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

H. Siliakus[6]






[1] Zie eventueel – op onze website http://www.eindtijdbode.nl/ – de studie “De Dag van JaHWeH (of: De Dag des Heren)” van E. van den Worm.
[2] Zie eventueel op onze website de studie “
De 5 wijze en de 5 dwaze maagden en hun eigen lotsbestemmingen in de eindtijd” van E. van den Worm.
[3] Zie eventueel op onze website het artikel “
De Wederkomst van Christus nader bekeken” van A. Klein.
[4] Zie noot 3.
[5] Zie eventueel het schema op onze website, met het eindtijdscenario:
http://www.eindtijdbode.nl/eindtijdscenario.htm
[6] Uit “De Tempelbode” van januari 1981. Enigszins bewerkt door AK.