donderdag 24 februari 2011

Het hart van een bruiloftskind

.




















Hoe te leven ?
Hoe zullen wij leven en hoe zullen wij de toekomst tegemoet treden? Dit zijn vragen die zich vandaag de dag, meer dan ooit tevoren, aan ons opdringen nu dreigende wolken zich boven deze wereld samenpakken en de ongerechtigheid groeiende is, alsook de onzekerheid aangaande de dingen die op komst zijn, waardoor steeds meer mensen door vrees worden bevangen. Zelfs in de gelederen van Gods kinderen wordt de verwarring, door allerlei oorzaken, steeds groter en het ene na het andere kind van God komt, bij herhaling, in een geloofscrisis terechtkomt. Wij leven duidelijk in een tijd van kentering. Aan alles bemerken en gevoelen we, dat er dingen gaan veranderen. Maar wàt gaat er gebeuren? En wat zal er met òns gebeuren? Zullen wij STAANDE blijven in het geloof en STANDVASTIG zijn en blijven? Een vraag die als vanzelf uitmondt in die andere vraag: Wat moeten wij doen? Ofwel: Hoe zullen wij, vandaag, leven?

Met verwachting
Een Schriftuurlijk en zuiver antwoord op deze vraag geeft ons de apostel Paulus in Filippenzen 1 vers 20, waar hij getuigt dat in zijn hart leefde: een “...reikhalzend verlangen en hoop dat ik in geen enkel opzicht beschaamd zal worden, maar dat in alle vrijmoedigheid, zoals altijd, Christus ook nu GROOTGEMAAKT ZAL WORDEN in mijn lichaam, of het nu door het leven is of door de dood”. (HSV)
Wij zullen ons eerst eens moeten afvragen wat er leeft in ònze harten. En wat er in ons hart MOET leven, kunnen wij van Paulus leren. Hij toont ons hier wat van waarachtige volgelingen van Jezus Christus verwacht wordt in goede en in kwade tijden.
In goede tijden? Dat hoeft toch niet benadrukt te worden? Jawel, want ook tijden van voorspoed houden een verzoeking in. Menigeen kwam reeds tot verflauwing in zijn of haar geestelijk leven op een rustig stuk van de levensweg. Maar in kwade tijden – vooral als er veel ontmoedigende dingen gebeuren en er, telkens weer, teleurstellingen moeten worden verwerkt – moeten we ervoor oppassen geen “uitgebluste” christenen te worden, want daarvan zijn er al genoeg vandaag de dag! Gelovigen die zich ongeïnteresseerd, als in een tredmolen, voortbewegen, hun hart gevuld met van alles en nog wat, maar niet met de LEVENDMAKENDE dingen van de hemelse Vader.
Houd uw licht brandende op de kandelaar[1] (zodat het zichtbaar IS en BLIJFT voor een ieder)! “Houd de vreugdevlammen brandend!” Hoe? Door te blijven leven met VERWACHTING in uw hart! Christus’ (ware) Gemeente leeft vandaag de dag in de verwachting van de ontmoeting met de hemelse Bruidegom. De “maagden” zijn uitgegaan[2], de Bruidegom TEGEMOET (zie Matth. 25:1). Deze VERWACHTING moet, juist nu, ons gehele geestelijke leven doortrekken, er als het ware een stempel op drukken! Verwacht, dat de Heer wonderbare dingen zal doen. Hij is een Waarmaker van Zijn Woord! Verwacht in elke duistere nacht het gloren van de dageraad! Verwacht en hoop oprecht, net als Paulus, dat u “in geen enkel opzicht beschaamd zal worden” (zie Filip. 1:20, HSV). Eén van de kenmerken van een kind van God is, dat hij of zij leeft met hoop: (zie Ef. 2:12-14 en 1 Petr. 3:15).
Sta niet toe, dat satan u deze schat ontneemt. Al ziet u als “in raadselen”, “wij weten dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken TEN GOEDE”![3] (zie 1 Kor. 13:12 en Rom. 8:28)

Onszelf wegcijferen
Om zo te kunnen leven, moeten wij echter wel leren om onszelf geheel weg te cijferen en het belang van de zaak van Christus vóór alles te stellen. Ook dit komt naar voren in Paulus’ zojuist aangehaalde woorden. Voor Paulus betekende “in geen enkel opzicht beschaamd te worden” (zie Filip. 1:20), dat Christus groot gemaakt werd IN en DOOR zijn leven!
Paulus wilde daarvoor in tweeërlei zin sterven! In dit verband is het nuttig om u erop te wijzen, dat op “de gelijkenis van de tien maagden” in het Mattheüs-Evangelie “de gelijkenis van de talenten” volgt (zie Matth. 25:1-13 en 14-30). Dit is zeker niet toevallig. Want, na de verwachting komt het zichzelf wegcijferen ter sprake. Immers, daarover gaat het feitelijk in “de gelijkenis van de talenten”. De man die het ene talent, dat hij ontvangen had, in de grond stopte, gaf daarmee te kennen beslist niet meer van zijn leven dan nodig was, aan zijn heer te willen toewijden. Hij wilde voor zichzelf leven en beschouwde het dienen als een noodzakelijk “kwaad”. Deze “onnutte dienstknecht” kwam daarom terecht in “de buitenste duisternis” (zie Matth. 25:30), een verwijzing naar de Grote Verdrukking. Hij verwachtte de wederkomst van zijn heer, doch zonder zijn leven in dienst te stellen van zijn heer. En, zo is het vandaag de dag – helaas – ook met vele kinderen Gods gesteld. Als zij zich niet veranderen, ondergaan zij hetzelfde lot als de “dwaze maagden[4] en de “onnutte dienstknecht” (zie Matth. 25:10-13 en 30).
U mag en kunt leven met verwachting, maar er is geen (waarachtige) verwachting, als u uw leven niet wilt verliezen aan Jezus, uw Heer. Handel (en wandel) daarom met de u gegeven talenten voor Jezus en u zult in geen zaak beschaamd worden.
Onze zorg moet eigenlijk niet langer zijn: “Hoe zal ik de toekomst tegemoet gaan?”, maar... “Hoe zal ik de Here tegemoet gaan?” Of, zoals de profeet Micha het zei, “Waarmee zal ik de HERE tegemoetgaan en mij buigen voor de hoge God?” (Micha 6:6a, HSV).
Wanneer u zich over deze (heilige) kwestie bekommert en niet over zoveel andere, minder belangrijke zaken in uw leven, zal de Heilige Geest u brengen tot een overvloedig VRUCHTBAAR LEVEN voor Jezus en uw leven stellen in het teken van de Gouden Kandelaar[5] (in de Filippenzenbrief treedt namelijk de gedachte van de Gouden Kandelaar op de voorgrond [6]). Uw lamp zal dan waarlijk brandende zijn als Jezus, als Bruidegom, komt.[7]
Zo en niet anders heeft ook een Paulus het mogen ervaren. De apostel Paulus was reeds in zijn dagen een echt “bruiloftskind”. In zijn nu meermalen aangehaalde getuigenis in de Filippenzenbrief (1:20) horen wij hem zelfs zeggen, dat hij van God “VRIJMOEDIGHEID” begeerde om zijn Heer maar zo goed mogelijk te kunnen DIENEN. Van alle vormen van vrees wilde hij verlost zijn, niet voor zichzelf, zoals zovele christenen dat vandaag de dag wensen, neen, maar opdat hij overvloediger mocht zijn in de dienst des Heren!
Leeft dit verlangen ook in ùw hart? Dat is “de LIEFDE sterk als de dood”, dat is “de HARTSTOCHT onstuitbaar als het graf. Haar vonken zijn vurige vonken, vlammen van de HERE” (zie Hoogl. 8:6, HSV). Dat is het ware (en juiste) verlangen van de Bruid van de Here Jezus Christus![8]

Wij hebben de toekomst
Wanneer wij nù, in deze tijd, dezelfde dingen van God BEGEREN, met geloof en in volkomenheid (want ook dit spreekt uit Paulus’ getuigenis), zullen wij vandaag niet alleen de toekomst aan kunnen, maar ook de toekomst bezitten! Want alles gaat zich, in het tijdsgewricht waarin wij leven, richten op DE OPENBARING van de WARE BRUID des Heren.
U bent het licht van de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen zijn” (Matth. 5:14, HSV), sprak Jezus eenmaal tot Zijn discipelen.
Als wij bovenstaande ter harte nemen dan zullen ook wij tot deze Gemeente mogen behoren, die straks door Christus naar de bruiloft zal worden geleid (zie Matth. 25:10, HSV).
Hebt u het hart van een bruiloftskind? Dan zult u niet beschaamd worden! Want, bruiloftskinderen wacht “de vreugde van hun Heer” (zie Matth. 25:21 en 23, HSV).


H. Siliakus[9]




[1] Voor meer over de geestelijke betekenis van de kandelaar, zie eventueel – op onze website www.eindtijdbode.nl/ – de studie “De Tabernakel van Israël (Gods profetisch model van de geestelijke ontwikkelingen van een waarachtig kind van God tot in alle volmaaktheid toe)” van E. van den Worm en/of ons Tabernakelschema, met een korte uitleg over de verschillende Tabernakel-objecten: www.eindtijdbode.nl/korte-tabernakeluitleg-in-schema.htm
[2] Zie eventueel op onze website de studie “De 5 wijze en de 5 dwaze maagden en hun eigen lotsbestemmingen in de eindtijd” van E. van den Worm of “Een ANDER geluid – Het verschil tussen ‘het Lichaam van Christus’ en ‘de Bruid van Christus” van A. Klein/E. van den Worm.
[3] Zie eventueel op onze website de studie “Wat God bereid heeft voor degenen, die Hem liefhebben” van E. van den Worm.
[4] Zie noot 2.
[5] Korte uitleg: De Gouden Kandelaar spreekt van licht (en dus inzicht) van de Heilige Geest door ons heen, en van licht (en dus inzicht) van de Heilige Geest voor ons. Hier hebben wij te maken met het getuigenis van de Heilige Geest door ons heen! Een ‘getuigenis’, dat onherroepelijk consequenties met zich mee brengt! De Kandelaar staat dus voor onze aangording met kracht van de Geest van God: Nodig voor onze arbeidszalving in Christus (zonder deze Goddelijke zalving kunnen wij niet – naar Zijn wil en welbehagen – voor Hem arbeiden). Zie ook nog noot 1.
[6] Zie noot 5.
[7] Zie eventueel op onze website het artikel “De Wederkomst van Christus nader bekeken” van A. Klein. Zie ook nog de studie vermeld bij noot 2.
[8] Zie eventueel op onze website de studie “Beschouwingen over het boek Hooglied (het boek over de innige band tussen Bruid en Bruidegom)” van H. Siliakus.
[9] Uit "De Tempelbode" van augustus 1986. Enigszins bewerkt door A. Klein.

Het hart van een bruiloftskind
(PDF om uit te printen)