zaterdag 23 oktober 2010

Boekbespreking 19: Het Boek Daniël, deel 1 – hoofdstuk 1 t/m 3


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar C.J.H. Theys,[1]
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.




Historische inleiding:

Het Boek Daniël is een heel belangrijk Boek in de Bijbel. Zonder dit Boek zijn vele dingen uit het Boek Openbaring niet te verstaan. Maar omgekeerd zijn ook vele dingen in het Boek Daniël niet te verstaan zonder de verklaring in het Boek Openbaring. Het Boek Daniël spreekt van de dingen, die behoren tot ‘de tijd van het einde’.
Om de omstandigheden te verstaan, waarin Daniël, zijn vrienden en zijn volk verkeerden, is een korte historische inleiding noodzakelijk. Wij zullen dan verstaan, hoe Daniël in Babylonische ballingschap terecht is gekomen, en wat God zoal jegens zijn volk heeft toegestaan. Slechts een deel van het ganse volk van Israël ging in Babylonische ballingschap, namelijk: Het “huis van Juda”, bestaande uit de stammen Juda en Benjamin.
De 12 stammen van Israël hebben sinds Jozua in Kanaän gewoond. De eerste tijd werden zij door richteren geregeerd, later door koningen. Saul, David en Salomo zijn de enige koningen geweest, die over alle 12 stammen geregeerd hebben. Na de dood van Salomo viel het koninkrijk in twee delen uiteen; het werd verdeeld onder Rehabeam en Jerobeam. Vanaf die tijd werden, in het Goddelijk raadsplan van verlossing, 10 stammen tezamen gekend als “Israël”, de andere 2 (overige) stammen vormen tezamen “Juda”. Vanaf dat ogenblik kennen wij dus niet meer het onverdeelde koninkrijk Israël, maar onderscheiden wij 2 koninkrijken, namelijk:
1. h
et koninkrijk Israël, met als hoofdstad Samaria, en
2. het koninkrijk Juda, met als hoofdstad Jeruzalem.
Gods Woord spreekt in dit verband ook verder van twee “huizen”:
1. het “huis van Juda” en
2. het “huis van Israël”.
Wie deze twee in de Bijbel, wat hun verdere historie en profetie betreft, niet uit elkaar houdt – tot op de huidige dag zijn zij nog verdeeld – zal nooit komen tot het rechte (d.i. juiste) verstaan van de ontwikkelingen en vervulling van die profetieën in deze laatste dagen van de tijdsbeding, waarin wij leven.
Men ziet mensen thans deze fout maken: Zij houden zich bezig met dat “Israël”, dat zich thans in Palestina gevormd heeft; zij staren zich blind op het “Beloofde Land”. Zij zien DIT “Israël” als “Gods volk”, zoals het in de Bijbel genoemd wordt. DIT IS ECHTER NIET WAAR! Deze mensen houden geen rekening met het feit dat God het koninkrijk, vanwege de zonden van Salomo, in het “huis van Juda” en het “huis van Israël” uiteen heeft doen vallen.

De ballingschap van het “huis van Israël”
Laat mij beginnen met de ballingschap van de 10 stammen, met die van het “huis van Israël”.
Deze 10 stammen gingen in ongeveer 721 voor Christus in ballingschap. Koning Salmaneser van Assyrië belegerde Samaria en nam de stad in. Toen werden ALLE 10 stammen gevankelijk (d.i. als gevangenen) weggevoerd (zie 2 Kon. 17:6-18, deze tekst is in de studie zelf voluit vermeld). Vers 18: De HERE was zeer toornig op Israël, zodat Hij hen wegdeed van Zijn aangezicht. Er bleef niets over dan alleen de stam van Juda.”
Uit 2 Koningen 17:1-2 blijkt, dat het zondige leven van Hosea, de koning van Israël, “de druppel” was, die bij Israël “de emmer had doen overlopen”: “In het twaalfde jaar van Achaz, de koning van Juda, werd Hosea, de zoon van Ela, koning over Israël in Samaria en hij regeerde negen jaar. Hij deed wat kwaad was in de ogen van de HERE,...”
Door het zondige voorbeeld van hun koning volhardde Israël in hun zondige wandel. Wij zien zoiets ook in deze dagen. Als een voorganger in zonde en ongerechtigheid leeft, krijgt men een terugslag op de Gemeente; ook deze komt tot een leven van afval. Zo’n voorganger sterft een geestelijke dood en als gevolg hiervan ook de Gemeente… Gods Geest kan niet wonen in zo’n Gemeente. De Here Jezus sprak over de Geest als over “Stromen van LEVEND Water”… Dit duidt op volheid van leven en van activiteit. Dit wordt alleen gevonden, waar Gods kinderen willen leven in gehoorzaamheid aan het Woord van God; een gehoorzaamheid, die zich niet alleen uit in woorden, maar ook in daden. Vele van Gods kinderen in deze dagen zeggen, net als Israël destijds tegen Mozes: “Wij zullen dit allemaal doen”, maar de DAAD blijft uit!

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie (deel 1) wilt lezen, KLIK HIER.

Zie eventueel ook nog:
"Het Boek Daniël, deel 2, hoofdstuk 4 t/m 8" en/of "Het Boek Daniël, deel 3, hoofdstuk 9 t/m 12"

A. Klein

NOOT:
Deze studie is – helaas – een al wat oudere (gescande) Bijbelstudie, die nog met een ouderwetse typemachine is uitgetypt! Reden: Het ontbreekt mij helaas aan genoeg tijd om op korte termijn aan het uittypen en bewerken van deze – inhoudelijk – waardevolle studie te beginnen. Het is echter wel een ZEER UITGEBREIDE en BOEIENDE studie van het Bijbelboek Daniël, die m.i. zeer de moeite van het lezen waard is. De studie is, vooral vanwege de lengte, in 3 delen geplaatst.
In deze studie wordt ‘VERS voor VERS’ uitleg gegeven over de diep-geestelijke inhoud van dit boeiende, maar voor velen moeilijk te begrijpen Bijbelboek. Ik spreek de hoop uit dat ook de inhoud van deze (nog ONbewerkte) studie voor velen tot geestelijke zegen mag worden.

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-8-2009, KLIK HIER Zie vooral ook het “In memoriam”.