dinsdag 23 november 2010

Boekbespreking 21: De oorlog van Gog en Magog (volgens Ezech. 38 en 39)


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar C.J.H. Theys,[1]
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Inleidend woord
Jezus zal spoedig (weder)komen! De tekenen der tijden spreken een duidelijke taal, zij bedriegen ons niet. Als wij om ons heen zien, dan bemerken wij zelfs onder de christenen een grote mate van ongerustheid. Deze onrust is ook te bespeuren in vele “Pinksterlevens”. Wat dit ons zegt? Het is het teken van een wankel geloofsleven, een niet-geworteld-zijn in Christus, een op zandgrond gebouwd geloof in plaats van een geloof, gegrondvest op de Rotssteen. Laten wij dit voor God toch maar eerlijk bekennen, broeders en zusters. Laten wij de Here bidden: “Here, help ons, want wij gevoelen ons – als wij om ons heen zien – als die discipelen in die stormachtige nacht, en wij zullen gewis en zeker zonder U vergaan!” Ons zal, overeenkomstig Gods Woord, geschieden naar de mate van ons geloof (zie Matth. 9:29), laten wij ons daarom haasten om – in de Naam des Heren – alle twijfel terzijde te stellen en alle angst van ons af te werpen.
De wederkomst van onze Here Jezus Christus wordt voorafgegaan door en gaat gepaard met geweldige catastrofen, die deze wereld zullen treffen. Lees Matthéüs 24 en wordt overtuigd! Grote dingen, die geen mensenhand kan tegenhouden, zijn aanstaande en wij worden door de Geest (van God) Zelf gewaarschuwd aangaande al deze dingen. Wij kunnen al deze waarschuwingen lezen, herlezen, overdenken en wij kunnen er onze eigen opinie over hebben… Dit alles is mogelijk; maar laten wij toch niet alleen dit doen, laat ons ook in het oog houden wat zich afspeelt op het wereldtoneel van onze dagen en dit laatste toetsen aan het eerste. Dan zullen wij, als wij eerlijk zijn, moeten erkennen, dat “Gods Woord nimmer voorbij gaat”. Gods Woord is (als) een lamp en die lamp schijnt in de duisternis en als wij acht geven op dit immerschijnend licht behoeven wij heus niet bevreesd en angstig te zijn. Wij kunnen dan rusten in Hem, Die zegt: “Ik ben de Weg, en de Waarheid en het Leven” (Joh. 14:6).

Broeders en zusters, vele malen tevoren heb ik u al verzekerd dat Jezus’ (weder)komst niet veraf meer is en ik blijf erbij. Vele malen heb ik u te kennen gegeven dat een derde wereldoorlog dicht op handen is en… ik blijf erbij. Wij hebben het profetisch Woord, zegt de apostel en hij zegt dan, dat dit profetisch Woord zéér vast is en dat wij er goed aan doen, als wij er acht op slaan; als (op) een lamp, schijnende op een duistere plaats (zie 2 Petr. 1:19). Het is dit profetisch Woord van onze God, dat ons vertelt van een toekomstige oorlog, die gewis en zeker zal komen, alle goede wensen en schietgebeden ten spijt!!
Om al het hetgeen dat hierover geschreven is goed te verstaan, is het nuttig om eerst tezamen iets van de lotsbestemming van de volkeren in de Bijbel na te speuren. In het licht van de laatste dagen (d.i. de eindtijd) dienen wij vooral goed te weten, waar precies in Gods Bijbel wij iets over Rusland, en de plaats van Rusland in de eindtijd, kunnen vinden. In dit opzicht verdient het aanbeveling om, willen wij vertrouwd raken met de boodschap van een “profetisch boek” (en de Bijbel is zo’n profetisch Boek!), altijd allereerst vertrouwd te raken met de historische gebeurtenissen ten tijde van de betrokken profeet. In dit verband wordt aangeraden de inhoud van 2 Koningen 23 vers 30 en van 2 Koningen 25 vers 21 nauwlettend te bestuderen.

De profetie van de stervende Jakob
Allereerst moet ik u vertellen dat de algemene lering, als zouden de stammen van Israël (al de 12 stammen wel te verstaan) teruggevonden worden in het Jodendom dat wij vandaag-de-dag kennen en waarvan een zéér groot deel thans dat jonge land Palestina bevolkt, verkeerd is. Bij het naspeuren van verschillende, in dit verband passende Bijbelwaarheden zullen wij tot dit inzicht geraken. Want… de Bijbel leert ons duidelijk iets anders. Juda is namelijk maar één van de in totaal 12 stammen en als wij dit weten te onderscheiden in het profetisch Woord, dan zullen wij inzien, dat een andere interpretatie door God niet wordt getolereerd. In ieder geval hebben wij géén rekening te houden met menselijke concepties en zienswijzen hieromtrent, maar dienen wij ons te allen tijde te verlaten op het nimmerfalend Woord van de levende God.
De Joden, die wij als Joden kennen in deze tegenwoordige tijd, komen voort uit de stam Juda, maar ook Benjamin (wat letterlijk betekent: de Kleine) wordt hiertoe gerekend. Wij weten echter dat Jakob – die later, door God, “Israël” werd genoemd – 12 zonen had. Toen Jakob oud geworden was profeteerde hij en in die profetie gaf hij – onder de zalving van Gods Geest – iedere zoon bepaalde karakteristieken te kennen (lees Genesis 49 vers 1-28) die, ook in het nageslacht van iedere zoon, zouden uitkomen. Langs de profetische lijnen zouden deze zonen zich als (vele) volkeren ontwikkelen. Het is aan de hand hiervan dat wij dit tot “volkeren” uitgegroeide nageslacht van Israël kunnen terugvinden (zie noot 3).
Over de 12 zonen van Jakob (die later, van God, de naam Israël kreeg – zie Gen. 32:28), waarvan Ruben de oudste was, lezen wij in Genesis 35 vers 23-26.

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen, KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-8-2009, KLIK HIER Zie vooral ook het “In memoriam”.