vrijdag 10 december 2010

De Gever en Zijn Gaven - hoofdstuk 8

.






Deel 2:
De Gaven of Manifestaties van de Heilige Geest







De Gaven van ‘Allerlei Talen’ en ‘Uitleg van Talen’

De Gave van ‘Allerlei Talen’
Ook de gave van “Allerlei Talen” is een BOVENNATUURLIJKE manifestatie van Gods Geest, waarbij de Heilige Geest de vocale organen van de christen gebruikt om hem/haar te doen spreken in verschillende soorten talen. Ik, voor mij persoonlijk, geloof dat de Geest van God een christen in dat geval kan doen spreken in zowel AARDSE (d.i. in reeds bekende en – voor hen die de bewuste taal spreken – verstaanbare)[1] als HEMELSE talen (d.i. in onbekende en – voor de mens – onverstaanbare talen, meestal “tongentaal” of “spreken in tongen” genaamd – noot AK).
De werking is hemels en niet aards, omdat de Gever niet van deze aarde is. Deze taal of talen, die de Heilige Geest dan doet spreken, zijn de sprekers zelf onbekend, dat wil zeggen dat de sprekers zonder deze manifestatie van de Heilige Geest in hun leven, géén van al deze talen zouden kunnen spreken.
1 Korinthe 14:2 (SV): “Want die (door de Geest van God) een vreemde taal spreekt, spreekt niet de mensen, maar God; want niemand verstaat het, doch met de geest spreekt hij VERBORGENHEDEN (d.i. verborgenheden Gods; omdat God onze tong dan bestuurt – noot AK).”
Zowel deze gave van Gods Geest, alsook die van “Uitleg van Talen”, werd, voor zover in de Schriften is na te gaan, in de oude bedeling[2] niet gekend!

De foutieve interpretatie ten aanzien van deze Gave
Laten wij eerst het gebeurde van de eerste Pinksterdag in beschouwing nemen, zoals het is opgeschreven in Gods Woord.
Handelingen 2:4-12 (HSV):
“En zij (de 120 christenen in de opperzaal) werden ALLEN vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest (van God) hun gaf uit te spreken. Nu woonden er Joden in Jeruzalem, godvrezende mannen uit alle volken die er onder de hemel zijn. Toen dan dit geluid (SV: deze stem) klonk, kwam de menigte samen en raakte in verwarring (SV: en werd beroerd, d.i. hun gevoel en/of verstand werd erdoor geraakt), want ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. En zij waren allen buiten zichzelf (SV: zij ontzetten zich allen, d.i. zij waren ontdaan) en verwonderden zich, en zij zeiden tegen elkaar: Zie, zijn het niet allen Galileeërs die daar spreken? En hoe kunnen wij hen dan horen, eenieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn? Parthen, Meden en Elamieten en zij die inwoners zijn van Mesopotamië, Judea, Cappadocië, Pontus en Asia, Frygië, Pamfylië, Egypte, en de streken van Libië, dat bij Cyrene ligt, alsook de nu hier verblijvende Romeinen, zowel Joden als proselieten (d.i. bekeerlingen tot het Jodendom), Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze taal over de grote werken van God spreken. En zij waren allen buiten zichzelf (SV: zij ontzetten zich allen, d.i. zij waren ontdaan) en raakten in verlegenheid (SV: en werden twijfelmoedig, d.i. onzeker), en de één zei tegen de ander: Wat wil dit toch zeggen?”
Het ongezalfde, menselijke verstand verklaart deze wonderlijke Geestesgave als zijnde “de ontvankelijkheid van de menselijke geest voor allerlei soorten talen”. Maar, als dit werkelijk zo zou zijn, dan zou er destijds geen reden zijn geweest voor die godvruchtige mannen in Jeruzalem om “ontdaan te zijn” en “zich te verwonderen” en om “twijfelmoedig (d.i. onzeker) te worden, zodat de één tegen de ander zei: Wat wil dit toch zeggen?” Het zou ook wel heel toevallig zijn geweest dat de 120 Galiléers, op hetzelfde ogenblik, eenzelfde ontvankelijkheid van die (menselijke) geest aan de dag legden voor “allerlei soorten” talen. Daarbij werd er in wel vijftien verschillende talen gesproken. Verder is daar dan nog het frappante feit dat ALLEN TEGELIJK en OP HETZELFDE MOMENT EENZELFDE NAAM groot maakten! Als deze aanleg van de menselijke geest – in dit kader – al reden van bestaan zou hebben, dan zou dit feit de mensen van die tijd ook wel bekend zijn geweest. En, wat dan te zeggen van hun ontzetting en twijfel ten aanzien van deze “manifestatie”?
Is op grond van het voorgaande deze menselijke definitie absurd en waardeloos, ze is het bovenal als wij bedenken dat het hier een openbaring geldt van de Heilige Geest, een BOVENNATUURLIJKE manifestatie, die totaal niets te maken heeft met enig menselijk talent.
Ook heeft deze manifestatie niets te maken met “emotie” of “psychologisch effect”, zoals weer anderen aanmerken. Want dan zou, consequent beschouwd, “Uitleg van Talen” ook “uitleg van emotie” moeten zijn.

Deze “Geestes-Talen” zijn het Schriftuurlijk bewijs van de aanwezigheid van de Heilige Geest
De werkzaamheid van de gave van “Allerlei Talen” is het onweerlegbaar bewijs van de aanwezigheid van de Geest van God; terecht kan worden gesproken van de “manifestatie van de Heilige Geest”. Aan de andere kant wordt hiermee aangetoond dat het gebruikte “kanaal” een voor Gods Geest “toegankelijk leven” is (of: moet zijn).
De volgende vragen zouden wij dus kunnen en misschien zelfs moeten stellen:
• Hoe worden wij, christenen van deze (huidige) tijd, zo?
• Is daar ook een Bijbelse weg aangegeven om tot die (geestelijk) conditie te geraken, waarin ook wij – zo de Geest (van God) dit nodig mocht achten – gebruikt zouden kunnen worden als kanalen, waardoorheen de Heilige Geest kan spreken met “Allerlei Talen”?
Ja, die weg is er. Prijst God voor Zijn wijze voorzieningen! Die wonderbare weg wordt ons geopenbaard in 1 Korinthe 14.

KLIK HIER als u deze studie – die te lang is voor op het weblog – verder wilt lezen.

CJH Theys

[1] Voor de ‘gewone’ Gemeenteleden, die geen buitenlanders zijn en dus die “andere of vreemde taal” niet spreken, zal deze “vreemde taal” inderdaad een onverstaanbare taal zijn, die vertaald of uitgelegd moet worden, terwijl, als er wel buitenlanders zijn, en de spreker spreekt – door Gods Geest geleid – hun taal, deze buitenlanders natuurlijk wel gesticht zullen worden. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat de spreker door God naar het buitenland wordt geleid, om daar – als Hij dat nodig acht – in die “vreemde (of andere) talen” te spreken om zodoende tot zegen voor hun te zijn. (noot - AK)
[2] De oude bedeling = De periode die de verhouding tussen God en mens VOOR Christus’ (1ste) komst aangeeft. (noot - AK)