maandag 23 augustus 2010

Boekbespreking 15: JOHANNES – Het Boek over het leven van JEZUS CHRISTUS, de Zoon van God


Een Bijbelstudie van Bijbelleraar E. van den Worm,[1]
uitgegeven door uitgeverij “De Eindtijdbode”.

Inleiding:
Dit laatste van de vier Evangeliën is ± 90 na Christus geschreven door de apostel JOHANNES een zoon van Zebedéüs (zie Matth. 4:21) en Salomé, een toegewijde des Heren, reeds tijdens Jezus aardse leven (zie Mark. 15:40, 16:1).
De Here Jezus noemde hem, samen met zijn broe(de)r, de apostel Jakobus, "zonen des donders" (zie Mark. 3:17). Was dit vanwege hun (aanvankelijk) om OORDEEL roepende geest (zie Luk. 9:52-56)? Toch werd deze apostel later bij uitstek “DE APOSTEL DER LIEFDE” genoemd. Zo had de Geest van Christus hem later veranderd door Zijn zaligmakende genade-werkingen. Later werd zijn bijnaam "de discipel, die door Jezus werd geliefd" of "die Jezus liefhad" (zie Joh. 13:23, 21:7).

Heeft MATTHEÜS Jezus in zijn Evangelie als de KONING VAN HET KONINKRIJK DER HEMELEN beschreven; MARKUS beschreef Hem als de DIENSTKNECHT VAN GOD, "Die Zich het oor liet doorboren" (zie Ps. 40:7-9, Exod. 21:5-6) en God dienstbaar was geweest als LAM VAN GOD om de zonde der wereld weg te nemen (zie Joh. 1:29). LUKAS beschreef Hem als de NIEUWE MENS, de 2de ADAM (zie 1 Kor. 15:45-47), Die de satan – door Zijn gehoorzaamheid aan God, zelfs tot in de dood toe (zie Filip. 2:7-8) – voor de mens overwinnen zou. JOHANNES daarentegen heeft Hem beschreven als de ENIGGEBOREN ZOON VAN GOD (zie Joh. 1:14), de HEER UIT DE HEMELEN, Die de door Hem gereinigde mens, door Zichzelf, vervullen zou met GODDELIJKHEID en VOLMAAKTHEID (zie 2 Petr. 1:4, Ef. 1:23, Jes. 60:1-3); hem/haar zo deel gevende aan Zijn eigen Lichaam (zie Rom. 8:17, 1 Kor. 12:2 en 27).
Hierdoor is dit Evangelie bij uitstek het Evangelie voor DE LAATSTE DAGEN, de tijd dus waarin wij nu leven, de tijd waarin God Zijn Gemeente, althans voorlopig een deel ervan, reeds hier op aarde, zal vervullen met Zijn VOLMAAKTHEID, namelijk Zijn BRUIDSGEMEENTE (zie Openb. 12:1, 14:5, Ef. 5:27, 1 Petr. 1:3-5).
Het is daarom niet verwonderingwekkend dat Johannes, nadat hij Jezus heeft geïntroduceerd als de geïncarneerde (d.i. de mens- of vleesgeworden) LEVENDE ZOON VAN GOD (zie hoofdstuk 1), deze ZOON VAN GOD betrekt in een BRUILOFT (zie hoofdstuk 2:1-12).

Hoofdstuk 1: De zevenvoudige introductie van Jezus Christus
I. De eerste introductie: Jezus was voor Zijn vleeswording Gods Woord; Hij was bij God en was God.
Vers 1-2: “In het begin (van de Schepping) was het Woord (er reeds), en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit (Woord) was van het begin af aan bij God”.
Jezus was en is en zal (altijd) zijn het UITGEDRUKTE BEELD VAN GODS ZELFSTANDIGHEID (zie Hebr. 1:3), DE ENIGGEBOREN ZOON VAN DE VADER (zie Joh. 1:14 + 18, 3:16 + 18), voortgekomen uit de EEUWIGHEID van het verleden; het zichtbare Deel van de ONZIENLIJKE GOD (zie Kol. 1:15, Joh. 1:18); de EERSTGEBORENE van al Gods kinderen (zie Rom. 8:29). En Gods kinderen verkrijgen hun kindschap doordat zij leden zijn geworden van Zijn Lichaam (zie Ef. 1:23). En Jezus is, na Zijn ZOENDOOD, ten behoeve van de mensen, als Hoofd van de Gemeente en als Hogepriester, gezeten aan de rechterhand van God (zie Hebr. 1:3, Filip. 2:9-11, Openb. 5:6, Dan. 7:13-14).

II. De tweede introductie: Jezus was de Schepper van hemel en aarde.
Vers 3: “Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder het Woord is geen ding gemaakt, dat gemaakt is”.
Jezus was ook de Schepper van alle zichtbare en onzichtbare dingen (de wereld van de engelen – zie Hebr. 1:10); Die in het begin, met de Vader en de Geest, hemel en aarde schiep als de 2de Openbaringsvorm van de Godheid (zie Gen. 1:1), als het UITGESPROKEN WOORD VAN GOD (zie Ps. 148:1-6), Die door Zijn UITGEZONDEN GEEST werkt (zie Ps. 104:30, Openb. 5:6).

III. De derde introductie: Jezus is onze van God gegeven Zaligmaker.
Vers 4: “In het Woord was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen”.
Jezus is de voor de mens UIT DE DOOD OPGESTANE HEER UIT DE HEMELEN en is aan de mens door de Vader gegeven als zijn/haar Licht en Leven (zie Joh. 11:25), als zijn/haar ENIGE ZALIGMAKER (zie Hand. 2:36, 4:12, 5:31, 1 Tim. 2:5).

Tot zover de “Boekbespreking”. Als u deze studie wilt lezen,
KLIK HIER.

A. Klein

[1] Als u iets meer wilt weten over deze Bijbelleraar, zie dan het artikel op ons Weblog van 23-10-2009.
KLIK HIER

.